Hij greep met zijn vingers in haar korte, donkere haar en trok haar met enorme kracht naar zich toe. Die ruk was de laatste pijn die ze voelde. Het kind gleed langzaam langs haar lichaam naar beneden. Hij boog zijn knieën en schoot met zijn armen naar voren. Zijn handen waren twee razende speerpunten. Het kind viel in zijn handen, alsof zijn handen twee grote kommen waren. Het was prachtig om zijn gewicht te voelen. Hij klemde het kleine lichaam tegen zich aan en voelde dat dat het enige op de hele wereld was wat leefde.
Zij boog zich over de rand. Langzaam, alsof ze eigenlijk kon vliegen. Ze tilde haar armen op. Het leek een langzame beweging, maar het ging snel. Haar hand was het laatste wat hij zag. Die strekte zich stralend wit naar hem uit, als een ster.