Hij passeerde de bergkam bij Sollihøgda. het was 22.35 uur, zaterdag elf mei. De meiavond lag over het landschap dat zich na de bocht openbaarde. Op de steile hellingen links stonden inktzwarte sparren dicht op elkaar gepakt.

In de diepte zag hij de Tyriijord liggen. Het meer leek op een vergulde spiegel. Het oranje gezicht van de zon rustte als een laatste vaarwel op het oppervlak.

Het was een mooi uitzicht, maar hij verafschuwde het. Hij trapte het gaspedaal diep in. De Opel Corsa bewoog zich alsof hij door een slak werd voortgetrokken.

Toen de waarheid en de samenhang langzaam waren doorgedrongen, voelde hij zich in eerste instantie verlamd en volledig uit het veld geslagen. Het kon niet waar zijn. Was het zo eenvoudig? Zo verdomd eenvoudig. Binnen in zijn hoofd stapelden onzichtbare muren zich achter elkaar op, werden met elkaar verbonden en vormden zo een stevig bouwwerk. In zijn oren trilden de afgelopen uren nog na. Ze waren, als kankercellen, bezig zich door zijn aderen te verspreiden. De cellen in zijn lichaam waren zwaar beladen met nachtmerrieachtige schaduwen en zijn handen aan het stuur voelden de verraderlijke smaak van de nederlaag.

Hij vervloekte zichzelf om alles wat hij niet had gezien. Als een blinde had hij rondgedwaald in de gangen van het politiebureau. Veel te lang had hij dat ene kleine detail over het hoofd gezien. Dat aan alles ten grondslag lag, zich uitbreidde en uitstrekte van dag tot dag, van week tot week.

Psychiater, had ze gezegd. Krachtdier, sjamaan. Hij had niet geluisterd, niet gekeken. Als een aap – hij kende die figuurtjes wel, drie naast elkaar, met de handen voor de mond, de ogen en de oren – was hij doorgegaan, verblind door zijn beide gezinnen en zijn eigen chaos. Acteertalent, koud, psychisch gestoord.

Psychiater. Opgeleid tot arts. Anatomische kennis.

“Verdomme.” Zachtjes sloeg hij met zijn vuist op het stuur.

Bij Sundvollen draaide hij van de weg af, passeerde rechts het benzinestation en het hotel met de oude tuin. Hij reed verder omhoog, naar de Dronningvei. Een oude man liep voorovergebogen naast de weg. In de bocht, voordat de weg begon te stijgen, zag hij de restanten van een schuur, het begin- en eindpunt van de beroemde kabelbaan. Een aantal jaren geleden was dit een drukbezochte plaats geweest. Amerikaanse en Duitse toeristen hadden in de rij gestaan voor een tochtje in de kleine, gammele tonnetjes langs de helling naar boven. Het uitzicht was formidabel. Bij Kleivstua kon je koffiedrinken, appeltaart eten en het landschap bekijken dat vredig en rustig beneden in de diepte lag.

Dit was Sigrids plek, dacht hij, terwijl de auto zich hongerig langs de helling omhoog at. Hij zag haar voor zich in de lift, zoals ze er als kind moest hebben uitgezien. Als hij nu aan haar dacht, leek ze op een kind. En het kind leek op haar. Zijn kind, dat ze bij zich had.

Ze is interessant. Ik verheug me erop haar beter te leren kennen … Samen met Sonja en Aina. Die nieuwe vriendin waar ik over vertelde… die met dat sjamanisme. Ik ken haar niet zo goed, maar ze is anders.

Hij dreef de snelheid verder op en dacht hoe gruwelijk een vrouwelijke moordenaar was. Niet omdat ze een vrouw was. Ze was een individu als alle anderen. Of toch, misschien juist omdat je andere verwachtingen van vrouwen had. Ze hadden zoveel facetten in zich. Ze maakten hem bang. Vrouwelijke intelligentie was vermengd met een vorm van helderziendheid die vaak afstotend en beangstigend op mannen overkwam. Ze was een hybride, een conglomeraat van sterke en zwakke kanten die met elkaar waren verweven.

In een bocht kwam hij een andere auto tegen. Die was met hoge snelheid op weg naar beneden. Naderhand kon hij zich niet herinneren of hij degene was die te ver naar het midden van de weg had gereden. Gespannen reed hij verder door de gesluierde duisternis.

Een obligaatstem gonsde in zijn hoofd. Een basisstem, die achter alle andere stemmen zat.

Ze is psychiater. Geeft van die cursussen weet je, in zelfontwikkeling. Ik ken haar niet zo goed, maar ze is anders.

De slagboom stond gelukkig open. De auto raakte hem net niet. Aan de rechterkant was het uitzicht. De bochtige weg leek langs de helling te zijn ingegraven, als een richel. Hij nam weer een bocht, het uitzicht was nu aan de linkerkant.

Ze is anders…

De weg draaide voortdurend, tot hij op de top landinwaarts boog en begon te dalen. Hij remde af. Op de parkeerplaats voor Kleivstua stonden drie oude auto’s. Hij stopte en zette de motor uit. Belde Roger Høibakk via de mobiele telefoon, vertelde alles, het hele verhaal. Bleef even zitten om moed te verzamelen voor hij uitstapte en het portier achter zich dichtsloeg. Hij sloot de auto af. Voor hij het smalle bospad opliep, wierp hij een blik op het grote houten gebouw. Hij wist niet of het nog steeds een café was, dacht dat Sigrid had gezegd dat het nu een bedrijf voor biologisch voedsel was.

Op het smalle bospad gleden de boomstammen zachtjes aan hem voorbij. De geur van naaldbomen en bosgrond was in deze tijd van het jaar doordringend. De natuur wuifde met haar sterkste driften. Het brede pad ging over in een smal, modderig paadje. De duisternis viel over de silhouetten van de bomen.

Hij begon te rennen, eerst rustig, dan sneller. Zijn hart begon in hem te leven. Een gevoel van onbehagen over wat hem te wachten stond, nam hem steeds meer in bezit. Een vrouwelijke moordenaar, een vrouw die in Sigrids huisje was, samen met haar en het kind. Verdomme, wat was hij blind geweest.

 

Het dertiende sterrenbeeld
cover.html
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0121.xhtml
Section0122.xhtml
Section0123.xhtml
Section0124.xhtml
Section0125.xhtml
Section0126.xhtml
Section0127.xhtml
Section0128.xhtml
Section0129.xhtml