Ze keek door het grote kamerraam naar binnen. gard kwam de trap af. Eerst zijn lange benen, bijna slenterend. De kinderlijke rode sokken. Cato keek op van zijn boek, legde het vlug op tafel, stond op en zette het geluid zachter. Gard plofte op de bank neer, pakte de afstandsbediening, maar vermeed de hele tijd zijn vader aan te kijken.
Blauwe, felle beelden flitsten over het beeldscherm. Cato stond op en liep de keuken in, kwam terug met een literfles cola en twee glazen. Schonk zonder iets te zeggen voor hen beiden in. Bente keek hoe ze met hun ogen kunstmatig aan het tv-toestel gekluisterd zaten. Het duurde een hele tijd voor Gard zijn glas pakte. Hij nam een paar korte, kwade slokken. Iets op het scherm wist hen op een speciale manier te boeien, en plotseling glimlachten ze allebei, niet tegen elkaar, maar tegen het blauwe licht. Bente vergat een ogenblik de kou die in haar lichaam danste. De glimlach liep via de satelliet tussen vader en zoon. Duizend kilometer de lucht in en weer terug. Ze draaide snel haar gezicht weg, om naar iets anders te kijken. Ze zag alleen het duister. Ze hief haar gezicht op naar de hemel, om te kijken of ze een vallende ster kon zien. Want toen ze klein was had ze geloofd dat je iets mocht wensen als je een ster zag vallen. Plotseling werd haar gezicht verscheurd door een huilbui.