Elsa Bakke stond met haar rug naar de afgesloten deur. Ze keek in de richting van het raam en de fjord beneden in de diepte. Het wateroppervlak roerde zich met kleine, dansende bewegingen. Het glas bolde iets naar buiten toen ze haar voorhoofd ertegenaan legde. Ze wist dat het gewicht van haar hoofd, met een beetje hulp, het doorzichtige glazen vlies kon laten knappen. Ze zou de glasscherven als wapen kunnen gebruiken.

Een zeilboot met witte zeilen danste op het wateroppervlak onder een wirwar van porseleinen wolken. Haar innerlijke onrust nam toe. Ze was bang dat Andreas zou thuiskomen uit school. Hij zou het onmiddellijk begrijpen. Hij zou het bij het hek al aanvoelen.

Ze kon Frank beneden in de keuken horen rommelen. Hij was opgehouden met breken en slopen. Hij smeet nu kleine dingen over de vloer. Ze hoorde het doosje met spelden open vallen.

Het was dom van haar dat ze het niet kon nalaten om hem tegen te spreken. Zo begon het altijd. Deze keer had ze hem gevraagd om de tafel af te ruimen. Ze had het misschien een beetje bits gezegd.

“Kun je dan op z’n minst de tafel afruimen”, had ze gezegd. Ze had het in een overmoedige bui gezegd, hoewel ze wist hoe belangrijk het was dat ze haar woorden woog, evenals de manier waarop ze iets zei. Het was al een hele tijd goed gegaan.

Tussen de takken door zag ze het dak van de kleine werkplaats. De oranje dakpannen waren langs de rand bedekt met bruin en groenig mos. Een kraai hipte op het uiterste randje van de nok. Hij zag eruit als een klein, in het zwart gekleed mannetje.

De troosteloosheid greep haar om de keel. Andreas zou gauw thuiskomen uit school.

Ze zag de grijswitte kat door de halfopen deur van de werkplaats naar binnen glippen.

Wat zou ze doen als ze Frank op het pad zag lopen, naar het kleine, rode huisje toe? Wat zou ze doen als hij door de open deur naar binnen zou gaan en haar spullen kapot zou gooien. De blauwe borden, de kopjes met de gebogen oortjes, de kandelaars in de vorm van een engel, de spiegellijsten? Als hij het kostbare glazuur zou rondstrooien en de leidingen van de keramiekoven zou doorknippen?

Elsa Bakke liep van het raam weg. Ze dacht aan de weken die achter elkaar lagen te wachten. Ze dacht aan de zomer, aan de watersproeiers, aan de maaltijden, aan de smeedijzeren tafel in de tuin en de schemering aan de waterkant en schaduwen die van haar wegrenden. Op de benedenverdieping was het doodstil geworden.

Ze liep naar het bed onder het schuine dak, ging op haar buik liggen en streek het donkere haar uit haar gezicht. Ze was achtentwintig. Ze hield niet van het leven. Waarom zou ze haar krachten gebruiken om mooie dingen te maken, wanneer bijna geen enkel stuk het overleefde? Ze moest leren de spullen te verstoppen. Maar waar?

De jongen hield van zijn vader. Frank was een goede vader. Hij deed de jongen nooit iets. Een paar keer had ze zijn mooie kant gezien. Bijvoorbeeld toen hij Andreas als pasgeborene het huis had binnengedragen. Zo behoedzaam, alsof alle wonderen van de wereld lagen opgeslagen in dat kleine, zachte kinderlijf. Elsa draaide zich op haar rug. Dat was zeven jaar geleden.

De melancholie van de oude muren hing als tranen langs de rand van het houtwerk. Er zat een spoor van ouderdom in alles om haar heen. Ze sloot haar ogen, om ze weer open te sperren toen er een enorm lawaai uit de kamer beneden kwam. Haar hart sloeg als een klok en ze kwam half overeind, steunend op haar ellebogen. Het was nu woensdag, maar dat was niet belangrijk. Het zou nog heel wat dagen duren voordat alles weer was als voorheen. Donderdag, vrijdag, zaterdag, misschien ook zondag en maandag. Dinsdag zou hij met bloemen aankomen, zou hij Andreas meenemen naar de bioscoop, terwijl zij in het stookhok de glasscherven bij elkaar moest vegen.

Over een paar dagen zou ze in haar hart die broze bevrijding voelen. Ze zou opgelucht kunnen ademhalen, zich ermee troosten dat het misschien weken zou duren tot de volgende keer. Maar het teken zou weer opduiken. Eerst vaag en onherkenbaar. Dan met ontblote tanden. Misschien in een groene wijnfles, misschien alleen maar in de warmte van de keramiekoven. Iets wat hem irriteerde. Het minderwaardigheidsgevoel en de woede die tot leven kwamen. Het teken had vele gezichten en vele monden. Het teken bestond uit vele dieren. Er waren meer geuren en meer schaduwen. Zijn rusteloosheid, of het verdriet over iets wat verloren was gegaan, kon genoeg zijn om hem te laten exploderen. Misschien dat iemand haar een pluim had gegeven, terloops had gezegd dat Elsa een goede kunstenaar was, of dat ze lekker eten kon koken, of dat hij het maar getroffen had met zo’n mooie vrouw.

Hoe hij reageerde, was afhankelijk van waar in zijn lichaam het teken zat. Hij kon trots worden. Hij kon woedend worden. Het was niet te voorspellen.

Het kon beginnen met een frons op zijn voorhoofd, onder de zwarte, stugge haarlok. Het kon beginnen op zijn rug, tussen zijn schouders wanneer hij zich omdraaide. Wanneer het teken bij Franks gezicht aankwam, zou Andreas al op de trap zitten, achter het hekje. Als hij al geslapen had, zou hij stilletjes naar beneden komen. Zijn lichaam zou het kleine, dappere gezicht dragen. Op zijn wangen zouden de vouwen van het laken te zien zijn. Zijn ogen zouden zijn vader smeken om zijn moeder met rust te laten.

Elsa dacht terug. Misschien was het wat er gisteravond gebeurd was, nadat ze naar bed waren gegaan. Zijn handen waren tastend over haar lichaam gegaan. Ze wist dat ze ertegen moest vechten, want als zij liet merken dat ze hem wilde, werd hij bang. En hij had haar al duizend keer gezegd dat er met hem niets mis was, maar met haar.

Ze viel, viel in een diepe slaap. Het raam stond op een kier. Een zwarte, brommende vlieg was binnengekomen en doorbrak de angstwekkende, witte stilte. Toen werd er als een razende op de deur gebonkt, zodat de ruiten in de kamer trilden. Zouden vliegen geluid kunnen horen? Ze ging rechtop zitten, liep naar de deur en zag hoe de klink trilde onder zijn gebeuk aan de andere kant.

‘Als je er niet uit komt, trap ik de deur in.”

“Ik kom al, ik lag alleen even te rusten.”

“Kan me niet schelen. Je neemt geen verantwoordelijkheid voor wat je doet. Steekt alleen je brutale smoelwerk naar voren, stookt mij op zodat ik bijna doodga. Kom naar buiten en leg uit.”

Elsa Bakke slikte en het viel haar op dat de vlieg als een zwarte, trillende stip wegglipte door de kier van het raam. Laffe vlieg.

“Ik kom straks naar beneden, Frank. We moeten hierover kunnen praten.”

“Als je nu niet komt, breek ik het stookhok af.”

“Twee maanden werk, Frank. Ze komen het zaterdag halen, het koffieservies. Zaterdag krijgen we vierduizend kronen.”

“Kom hier!”

Elsa Bakke draaide de sleutel langzaam om en werd tegen het grote lichaam aangezogen. Ze werd de trap afgesmeten alsof ze een lappenpop was. Eerst haar schouder, toen haar voorhoofd, haar borst, heup en enkel. De pijn zat in de knik van haar rug waar haar ruggengraat ophield. Ze kon niet opstaan. Hoorde de vogels door de open deur. Voelde de frisse voorjaarslucht langs de vloer naar binnen stromen. Kon door de deur naar buiten kijken, naar het lichtgroene floers.

Andreas kwam thuis. Ze kon horen hoe zijn vader hem mompelend iets uitlegde. En dat het kind daarna wegrende. Ze wist dat hij naar Margunn rende. Wat fijn dat Frank de jongen ontzag. Ze hield van hem om de zorg die hij voor zijn zoon toonde.

Er moest iets met haar hoofd gebeurd zijn. De structuur van het bot aan de zijkant van haar voorhoofd, bij haar slaap, was als het ware naar binnen gezonken. Boven haar wenkbrauw, wanneer ze haar oogbollen naar boven draaide, leek een geel licht te zitten.

Hij stapte over haar heen en liep de kamer in. De katten sprongen zacht over haar lichaam en gingen de keuken binnen. Ze bedacht dat ze hem moest vragen ze eten te geven. Frank stopte de demo in de cassettespeler en draaide het volume hoger. Flarden van geluid zetten zich in de kamers vast, gleden door de lange gang. Stroomden genadeloos over haar heen terwijl ze onder aan de bruine trap lag en door de halfopen deur naar buiten staarde. Ze droomde dat ze een glaasje cognac dronk, dat het voor deze keer voorbij was. Toen begon ze te huilen. Maar de muziek hield niet op. Hij plukte aan haar, op de meest pijnlijke plaatsen. Ze dacht aan de jurk die ze in de werkplaats was vergeten. Hij had daar de hele winter in de kast gehangen en was door vorst en vochtigheid bedorven. Ze dacht aan haar ter dood veroordeelde kunst, aan de borden. De blauwe kleur waar ze zo haar best op had gedaan. Met aan één kant kleine stippen. Ze dacht aan de kopjes, die met de kleine, gevleugelde oortjes.

Koele lucht gleed over haar lichaam. Hij kwam over de vloer en nam niets met zich mee, niets dan een belofte van afwezigheid.

Het dertiende sterrenbeeld
cover.html
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0121.xhtml
Section0122.xhtml
Section0123.xhtml
Section0124.xhtml
Section0125.xhtml
Section0126.xhtml
Section0127.xhtml
Section0128.xhtml
Section0129.xhtml