Drie foto’s van het carnaval in venetië. De plaatjes in het weekblad lieten in capes gehulde mensen zien met maskers op, boven op een hoge brug. Een gondel gleed onder de brug door. Op een van de foto’s stond een kind met zijn rug naar de fotograaf toe. Alles aan het kind wees erop dat het was geschrokken door wat het zag.
De vrouw van de telefooncentrale van het politiebureau sloeg het weekblad dicht en deed het in haar tas terwijl ze tegelijkertijd de telefoon beantwoordde. “Een momentje alstublieft”, zei ze en verbond de man door met de meldkamer.
Het was dinsdagochtend, 23 april. De auto van de man was gestolen. In twee naast elkaar liggende rijtjeshuizen was ’s nachts in de garage ingebroken. Een vrouw uit het opvanghuis voor vrouwen belde om haar man wegens mishandeling aan te geven. In haar stem klonk twijfel door. Haar stem droeg een stukje van het gewicht van dag en nacht.