43

Fort Detrick, onderdeel van het hoofdkwartier van de medische dienst van het leger, bestaat uit een verzameling gebouwen en campussen op een zwaarbeveiligd terrein van ruim vierhonderd hectare, even buiten de stad Frederick.

Op een van de grootste campussen huist ’s lands belangrijkste instituut op het gebied van biologische oorlogsvoering: het Research Institute of Infectious Diseases, een organisatie zo gehuld in mysteries dat er al samenzweringstheorieën de ronde doen dat de overheid in dit lab hiv heeft ontwikkeld.

Als dat zo is, dan is het lange, lage gebouw dat niet ver van wat ooit bekendstond als de Antrax Toren staat, misschien ook wel de plek waar de nasa de maanlanding in scène heeft gezet. Niemand die het weet, want maar heel weinig mensen, zelfs niet die met mijn status, hebben toegang gekregen tot deze plek.

Het was in een van de beveiligde labs hier dat op een zondagochtend de verzegelde container uit Afghanistan arriveerde. Omdat niemand in Hotel Het Boze Oog wist waarmee ze te maken hadden, was hij niet als topprioriteit bestempeld.

Dat was ook de reden dat hij in de wachtrij werd gezet en pas vlak na negen uur ’s avonds werd geopend. Op dat moment was een man van in de veertig, een zekere Walter Drax, de enige microbioloog die er nog aan het werk was. Hij was een wat bekrompen, knorrige man die blij was met zijn late dienst, omdat hij dan, naar eigen zeggen, niet zat opgescheept met de klootzakken en druiloren. Volgens hem bestond het grootste deel van zijn collega’s en zeker iedereen binnen het management uit K&D’s – de mensen die, naar zijn volle overtuiging, zijn carrièremogelijkheden en de daarbij behorende hogere salarissen door zijn neus hadden geboord.

Werkend op het zogenaamde Bioveiligheidsniveau Vier, in een lab met negatieve luchtdruk, gekleed in een pak dat veel weg had van dat van de Saraceen, zijn luchtregulator verbonden met een zuurstofvoorziening in het plafond, maakte hij in een speciale kast de container open, hij haalde er het kleine stukje zadeldeken uit en prepareerde het om het te analyseren.

Toen hij naar het scherm van zijn elektronenmicroscoop keek, kon hij nauwelijks geloven wat hij zag. Zijn hart bonkte en het zweet liep langs de binnenkant van zijn pak toen hij het resultaat nog drie keer opnieuw controleerde. Hij pakte zelfs een nieuwe microscoop en ging terug naar zijn werkplek om relevante literatuur te raadplegen, maar toen was hij overtuigd.

Hij keek naar variola major. Hij wist instinctief dat het een heel heftige variant was, maar wat hem echt de stuipen op het lijf joeg, was wat hij zag toen hij diep in de dna-knoop in het centrum ervan keek: het virus was genetisch gemanipuleerd. Hij twijfelde er niet aan dat het een voor terroristische doeleinden ontwikkeld pathogeen was – een massavernietigingswapen zonder weerga.

Toen hij de dna-knoop nog verder ontrafelde, ontdekte hij al snel dat iemand er een specifiek gen in had gestopt. Er was maar één reden die hij kon bedenken waarom iemand zoiets zou doen: het virus was zo gemanipuleerd dat het bestand was tegen vaccins.

Als het werkte – en Drax zag geen reden waarom dat niet zo zou zijn – zou niemand ter wereld, zelfs niet de nazi’s met hun veewagens en Zyklon B, ooit een efficiënter moordwapen in bezit hebben gehad.

De normale procedure in een dergelijke situatie – als je in deze omstandigheden al iets normaal kon noemen – was dat Drax nu zijn supervisor van dienst thuis zou bellen om hem te vertellen wat hij had gevonden. Maar dat wilde Drax niet. Hij verdomde het om iemand van die K&D’s met de eer te laten strijken, want hij wist dat de ontdekking van een voor terroristische doeleinden ontwikkeld pokkenvirus binnen het instituut tot een sterrenstatus zou leiden.

Ik bedoel, zei hij tegen zichzelf, ze hebben het hier nog steeds over die kerels die in een of andere kloteaap het ebolavirus hadden aangetroffen.

Hij besloot daarom ze allemaal te negeren en zijn nicht te bellen. Niet dat hij haar zo graag mocht, maar ze was getrouwd met een speciale assistent van de National Security Council – een man die Drax stiekem Lip Gloss noemde, dit vanwege de manier waarop hij zich bij zijn meerderen wist in te likken.

Toen hij hem aan de lijn had zei Drax, zonder verdere uitleg, dat hij de hoogste medewerker van de Amerikaanse inlichtingenwereld moest spreken die op deze late zondagavond nog bereikbaar was. Lip Gloss lachte en zei dat het zo niet werkte en dat hij hem maar beter eerst kon vertellen waar dit allemaal om ging en trouwens, wat was er mis met zijn eigen meerderen, en ze hadden daar toch wel een of ander protocol...

Drax was niet in de stemming voor uitvluchten. ‘O, sorry,’ zei hij. ‘Misschien dat je het nog niet weet, maar er is een directe, beveiligde verbinding met het lab. Dus doe het nu maar, zorg dat iemand me belt, het gaat om een nationale noodtoestand.’

Hij hing op voordat Lip Gloss kon antwoorden en ging vervolgens zitten wachten. Hij had zich in jaren niet zo goed gevoeld.

Het waren de uitdrukking ‘nationale noodtoestand’ en het feit dat Drax werkte voor het hoog aangeschreven laboratorium die Lip Gloss ervan overtuigden dat hij de onderdirecteur van de Nationale Inlichtingendienst moest bellen, een man die hij goed kende omdat hun tienerzonen allebei in hetzelfde team honkbalden.

Het gevolg was dat het de onderdirecteur was die Drax belde en met steeds grotere walging luisterde hij naar wat de technicus hem vertelde over het stukje materiaal dat uit Afghanistan was gearriveerd en over de diverse types pokken.

‘Gezien de paniek die zoiets kan veroorzaken, leek het me beter dat zo weinig mogelijk mensen ervan af weten en daarom besloot ik me maar direct tot de top te richten,’ zei Drax tegen hem.

De onderdirecteur feliciteerde hem met zijn inzicht, droeg hem op er verder met niemand over te praten en te wachten tot hij terug zou bellen. De onderdirecteur had echter één onmiddellijk en overweldigend probleem: vertelde Drax de waarheid? Was het niet een wetenschapper uit hetzelfde team in Fort Detrick geweest die was verdacht van het maken van antrax, om dat vervolgens via de post naar diverse senatoren te sturen? Aan de andere kant betekende het feit dat de knaap aan de andere kant van de beveiligde verbinding uit een nachtmerrie leek te komen, nog niet per se dat hij een doorgedraaide idioot was.

Hij belde het hoofd van het instituut, een hoge officier en zelf ook een gerespecteerde wetenschapper, liet hem geheimhouding zweren, legde uit wat hem was verteld en vroeg hem – nee, beval hem – onmiddellijk naar het lab te gaan om het bestaan van het monster te bevestigen en Drax’ bevindingen te controleren.

Veertig minuten later belde het hoofd van het instituut, gezeten achter Drax’ elektronische microscoop, terug en verschafte de onderdirecteur het nieuws dat hij al had gevreesd. Nu begonnen de raderen van de overheid, en het gevoel van paniek, in de hoogste versnelling te raken. En dat gebeurde allemaal terwijl slechts twee mensen in het enorme instituut voor biologische oorlogsvoering – de organisatie die eigenlijk het epicentrum van de gebeurtenissen had moeten zijn – enig idee hadden van wat er gebeurde. Het was echt een spectaculair voorbeeld van een doofpotaffaire.

Voor de rest van ons was het een gelukkige bijkomstigheid – het betekende dat de overheid in elk geval een mogelijkheid had de hele situatie geheim te houden. Als de Saraceen zou merken dat er op hem gejaagd werd, zou hij ofwel onmiddellijk van de radar verdwijnen of hij zou zijn plannen versneld uitvoeren. De geheimhouding bewaren was waar alles om draaide en in dat opzicht zouden de komende paar uur kritiek zijn...

Ik ben Pelgrim
IkBenPelgrim1.html
IkBenPelgrim2.html
IkBenPelgrim3.html
IkBenPelgrim4.html
IkBenPelgrim5.html
IkBenPelgrim6.html
IkBenPelgrim7.html
IkBenPelgrim8.html
IkBenPelgrim9.html
IkBenPelgrim10.html
IkBenPelgrim11.html
IkBenPelgrim12.html
IkBenPelgrim13.html
IkBenPelgrim14.html
IkBenPelgrim15.html
IkBenPelgrim16.html
IkBenPelgrim17.html
IkBenPelgrim18.html
IkBenPelgrim19.html
IkBenPelgrim20.html
IkBenPelgrim21.html
IkBenPelgrim22.html
IkBenPelgrim23.html
IkBenPelgrim24.html
IkBenPelgrim25.html
IkBenPelgrim26.html
IkBenPelgrim27.html
IkBenPelgrim28.html
IkBenPelgrim29.html
IkBenPelgrim30.html
IkBenPelgrim31.html
IkBenPelgrim32.html
IkBenPelgrim33.html
IkBenPelgrim34.html
IkBenPelgrim35.html
IkBenPelgrim36.html
IkBenPelgrim37.html
IkBenPelgrim38.html
IkBenPelgrim39.html
IkBenPelgrim40.html
IkBenPelgrim41.html
IkBenPelgrim42.html
IkBenPelgrim43.html
IkBenPelgrim44.html
IkBenPelgrim45.html
IkBenPelgrim46.html
IkBenPelgrim47.html
IkBenPelgrim48.html
IkBenPelgrim49.html
IkBenPelgrim50.html
IkBenPelgrim51.html
IkBenPelgrim52.html
IkBenPelgrim53.html
IkBenPelgrim54.html
IkBenPelgrim55.html
IkBenPelgrim56.html
IkBenPelgrim57.html
IkBenPelgrim58.html
IkBenPelgrim59.html
IkBenPelgrim60.html
IkBenPelgrim61.html
IkBenPelgrim62.html
IkBenPelgrim63.html
IkBenPelgrim64.html
IkBenPelgrim65.html
IkBenPelgrim66.html
IkBenPelgrim67.html
IkBenPelgrim68.html
IkBenPelgrim69.html
IkBenPelgrim70.html
IkBenPelgrim71.html
IkBenPelgrim72.html
IkBenPelgrim73.html
IkBenPelgrim74.html
IkBenPelgrim75.html
IkBenPelgrim76.html
IkBenPelgrim77.html
IkBenPelgrim78.html
IkBenPelgrim79.html
IkBenPelgrim80.html
IkBenPelgrim81.html
IkBenPelgrim82.html
IkBenPelgrim83.html
IkBenPelgrim84.html
IkBenPelgrim85.html
IkBenPelgrim86.html
IkBenPelgrim87.html
IkBenPelgrim88.html
IkBenPelgrim89.html
IkBenPelgrim90.html
IkBenPelgrim91.html
IkBenPelgrim92.html
IkBenPelgrim93.html
IkBenPelgrim94.html
IkBenPelgrim95.html
IkBenPelgrim96.html
IkBenPelgrim97.html
IkBenPelgrim98.html
IkBenPelgrim99.html
IkBenPelgrim100.html
IkBenPelgrim101.html
IkBenPelgrim102.html
IkBenPelgrim103.html
IkBenPelgrim104.html
IkBenPelgrim105.html
IkBenPelgrim106.html
IkBenPelgrim107.html
IkBenPelgrim108.html
IkBenPelgrim109.html
IkBenPelgrim110.html
IkBenPelgrim111.html
IkBenPelgrim112.html
IkBenPelgrim113.html
IkBenPelgrim114.html
IkBenPelgrim115.html
IkBenPelgrim116.html
IkBenPelgrim117.html
IkBenPelgrim118.html
IkBenPelgrim119.html
IkBenPelgrim120.html
IkBenPelgrim121.html
IkBenPelgrim122.html
IkBenPelgrim123.html
IkBenPelgrim124.html
IkBenPelgrim125.html
IkBenPelgrim126.html
IkBenPelgrim127.html
IkBenPelgrim128.html
IkBenPelgrim129.html
IkBenPelgrim130.html
IkBenPelgrim131.html
IkBenPelgrim132.html
IkBenPelgrim133.html
IkBenPelgrim134.html
IkBenPelgrim135.html
IkBenPelgrim136.html
IkBenPelgrim137.html
IkBenPelgrim138.html
IkBenPelgrim139.html
IkBenPelgrim140.html
IkBenPelgrim141.html
IkBenPelgrim142.html
IkBenPelgrim143.html
IkBenPelgrim144.html
IkBenPelgrim145.html
IkBenPelgrim146.html
IkBenPelgrim147.html
IkBenPelgrim148.html
IkBenPelgrim149.html
IkBenPelgrim150.html
IkBenPelgrim151.html
IkBenPelgrim152.html
IkBenPelgrim153.html
IkBenPelgrim154.html
IkBenPelgrim155.html
IkBenPelgrim156.html
IkBenPelgrim157.html
IkBenPelgrim158.html
IkBenPelgrim159.html
IkBenPelgrim160.html
IkBenPelgrim161.html
IkBenPelgrim162.html
IkBenPelgrim163.html
IkBenPelgrim164.html
IkBenPelgrim165.html
IkBenPelgrim166.html
IkBenPelgrim167.html
IkBenPelgrim168.html
IkBenPelgrim169.html
IkBenPelgrim170.html
IkBenPelgrim171.html
IkBenPelgrim172.html
IkBenPelgrim173.html
IkBenPelgrim174.html
IkBenPelgrim175.html
IkBenPelgrim176.html
IkBenPelgrim177.html
IkBenPelgrim178.html
IkBenPelgrim179.html
IkBenPelgrim180.html
IkBenPelgrim181.html
IkBenPelgrim182.html
IkBenPelgrim183.html
IkBenPelgrim184.html
IkBenPelgrim185.html
IkBenPelgrim186.html
IkBenPelgrim187.html
IkBenPelgrim188.html
IkBenPelgrim189.html
IkBenPelgrim190.html
IkBenPelgrim191.html
IkBenPelgrim192.html
IkBenPelgrim193.html
IkBenPelgrim194.html
IkBenPelgrim195.html
IkBenPelgrim196.html
IkBenPelgrim197.html
IkBenPelgrim198.html
IkBenPelgrim199.html
IkBenPelgrim200.html
IkBenPelgrim201.html