18
We daalden zwijgend verder af naar Bodrum. Ben heeft Marcie niet meer gebeld – hij was voor een keus gesteld, was niet in staat geweest een andere oplossing te verzinnen en had uiteindelijk maar voor de minst erge variant gekozen.
‘Vertel me nog een keer wat de plannen zijn,’ zei hij, toen hij eenmaal over de schok – en de angst – van de ophanden zijnde ramp heen was.
Nadat ik hem het plan nog een keer had uitgelegd en een hele reeks vragen had beantwoord – zelfs tot aan de lengte van het touw toe en hoe strak de strop moest zitten – had ik de auto in zijn versnelling gezet en was snel opgetrokken langs het terras en weer de weg opgereden.
Ik concentreerde me op het verkeer en nam alleen gas terug toen we Bodrum binnenreden en door de smalle straatjes moesten manoeuvreren. Toen we dicht bij het huis waren waar ik naar op zoek was, zette ik de auto zo’n vijftig meter verderop langs de stoep. Ik wees Ben het huis aan, liet hem tien opvallende details opnoemen en liet ze hem toen nog een keer herhalen. Dat was de gebruikelijke manier om ze in je geheugen te prenten en onderzoek had aangetoond dat je je er zelfs onder extreme spanning nog zes wist te herinneren. Gerustgesteld dat Ben zelfs in de chaos van een lopende missie het huis zou terugvinden, trok ik op en reed naar het hotel.
Terwijl Ben naar de receptie liep, ging ik omhoog naar mijn kamer, benieuwd naar de schade die de mannen van Cumali hadden aangericht. Toen ik de lift instapte, zag ik de manager glimlachen en Bens paspoort aanpakken.
‘Ah, meneer Benjamin Michael Bradley,’ zei hij. ‘Ik zal van de creditcards drie nodig hebben om me aan de kant van het veilige te brengen.’
‘Wat zegt u?’ vroeg Ben.