52

Ik zat nog tot lang nadat de avond was gevallen op het dek en dacht na over de twee vrouwen en de gebeurtenissen die hadden gezorgd dat onze levens elkaar hadden geraakt.

Als geheim agent was duisternis altijd mijn vriend geweest, maar sinds mijn bezoek aan het Theater van de Dood had ik er een angst voor die, naar ik vermoedde, al mijn andere angsten zou overleven. Ik stond op om de boordlichten aan te doen en mijn koers te controleren. Halverwege het dek bleef ik staan.

Het leek erop dat mijn koers al bepaald was. Ik keek naar de stand van de sterren, de positie van de maan en de deining. Toen ik luisterde, hoorde ik een stilte zo luid dat het een schreeuw leek.

Ik was daar eerder geweest.

Het was het visioen van de toekomst dat ik had gezien op die avond dat ik uit het raam van het Oval Office had gekeken. Net zoals toen bevond ik me op een oud zeiljacht, de zeilen opgelapt en verschoten, de wind die me het duister in dreef, de boot en ik die steeds kleiner werden op een eindeloze zee.

Dit was dus de avond en dit was het moment en ik wachtte, alleen, bijna zonder adem te willen halen, terwijl de zee op me af rolde. Nomade dook voorover en wit water spatte schuimend omhoog tegen de boeg terwijl de wind langzaam maar zeker aanwakkerde. We gingen steeds sneller en ik ging aan een van de windassen staan. Het want begon te zingen onder de spanning en hoewel er verder geen sterveling te zien was op de donkergekleurde oceaan, was ik niet langer alleen.

Bill Murdoch stond aan de andere windas, zijn brede schouders gingen zwoegend op en neer en hij zei lachend en voor de zoveelste keer tegen mij dat ik haar verdomde kop in de wind moest houden.

Op de boeg worstelde een vrouw om de boordlichten aan te doen. Omdat mijn moeder was gestorven toen ik nog heel jong was, herinnerde ik me maar heel weinig van haar en mijn geheime verdriet was dat ik me met elk jaar dat verstreek minder van haar gezicht voor de geest kon halen. Maar vanavond, verlicht door de navigatielichten, zag ik haar heel duidelijk, tot in het kleinste detail.

Achter me klonken stemmen die in het Pools praatten. De vrouw wier foto ik had gezien terwijl ze met haar kinderen dicht tegen zich aan gedrukt naar de gaskamer liep, was nu ook bij me aan boord. Ze zat in de kajuit, oud en gelukkig, met haar volwassen kinderen en kleinkinderen om zich heen.

Ja, er stierven dingen, en ik had inderdaad een visioen van de dood gezien, maar het was niet de mijne – het was een ander soort dood. Ik zei alle geesten uit mijn verleden vaarwel. Zoals de boeddhistische monnik me al had verteld op de weg naar Khun Yuam, al die jaren geleden: als je vrij wilde zijn, hoefde je alleen maar los te laten.

En onder die gewelfde hemel, zeilend op de wijnkleurige zee, realiseerde ik me dat ik was geboren voor de geheime wereld, dat ik voorbestemd was om geheim agent te worden. Ik had er niet voor gekozen, ik had het nooit echt gewild, maar dat was wat mij was toebedeeld. Ik was de reis begonnen met het idee dat het een last was, en die nacht zag ik dat het een geschenk was.

En ik wist dat ik niet dit jaar, maar misschien het volgende, zou terugkeren naar New York. Op zekere dag, op het daartoe bestemde uur, zou ik naar het gebouw in de buurt van Canal Street gaan, aanbellen en de trap op lopen naar Old Japan.

De deur van het appartement zou openzwaaien en daarbinnen zou ik de tafel zien, gedekt voor drie, omdat ik wist dat de man die daar woonde altijd zijn woord hield.

Terwijl Rachel toekeek, zou Battleboi lachend zijn enorme armen naar me uitstrekken. Na enkele ogenblikken zouden we elkaar aankijken en dan zou hij me vragen waarom ik was gekomen.

Ik zou glimlachen en verder niets zeggen, maar in mijn hart zou ik het antwoord weten, ik zou precies weten wat ik achter me had gelaten: het stond geschreven in het evangelie van Markus, hoofdstuk zestien, vers zes.

Het was dat deel van het epische verhaal dat ging over het terugkeren uit de dood, het weer teruggegeven worden aan het leven. ‘Hij is herrezen’, staat er.

Hij is herrezen.

Ik ben Pelgrim
IkBenPelgrim1.html
IkBenPelgrim2.html
IkBenPelgrim3.html
IkBenPelgrim4.html
IkBenPelgrim5.html
IkBenPelgrim6.html
IkBenPelgrim7.html
IkBenPelgrim8.html
IkBenPelgrim9.html
IkBenPelgrim10.html
IkBenPelgrim11.html
IkBenPelgrim12.html
IkBenPelgrim13.html
IkBenPelgrim14.html
IkBenPelgrim15.html
IkBenPelgrim16.html
IkBenPelgrim17.html
IkBenPelgrim18.html
IkBenPelgrim19.html
IkBenPelgrim20.html
IkBenPelgrim21.html
IkBenPelgrim22.html
IkBenPelgrim23.html
IkBenPelgrim24.html
IkBenPelgrim25.html
IkBenPelgrim26.html
IkBenPelgrim27.html
IkBenPelgrim28.html
IkBenPelgrim29.html
IkBenPelgrim30.html
IkBenPelgrim31.html
IkBenPelgrim32.html
IkBenPelgrim33.html
IkBenPelgrim34.html
IkBenPelgrim35.html
IkBenPelgrim36.html
IkBenPelgrim37.html
IkBenPelgrim38.html
IkBenPelgrim39.html
IkBenPelgrim40.html
IkBenPelgrim41.html
IkBenPelgrim42.html
IkBenPelgrim43.html
IkBenPelgrim44.html
IkBenPelgrim45.html
IkBenPelgrim46.html
IkBenPelgrim47.html
IkBenPelgrim48.html
IkBenPelgrim49.html
IkBenPelgrim50.html
IkBenPelgrim51.html
IkBenPelgrim52.html
IkBenPelgrim53.html
IkBenPelgrim54.html
IkBenPelgrim55.html
IkBenPelgrim56.html
IkBenPelgrim57.html
IkBenPelgrim58.html
IkBenPelgrim59.html
IkBenPelgrim60.html
IkBenPelgrim61.html
IkBenPelgrim62.html
IkBenPelgrim63.html
IkBenPelgrim64.html
IkBenPelgrim65.html
IkBenPelgrim66.html
IkBenPelgrim67.html
IkBenPelgrim68.html
IkBenPelgrim69.html
IkBenPelgrim70.html
IkBenPelgrim71.html
IkBenPelgrim72.html
IkBenPelgrim73.html
IkBenPelgrim74.html
IkBenPelgrim75.html
IkBenPelgrim76.html
IkBenPelgrim77.html
IkBenPelgrim78.html
IkBenPelgrim79.html
IkBenPelgrim80.html
IkBenPelgrim81.html
IkBenPelgrim82.html
IkBenPelgrim83.html
IkBenPelgrim84.html
IkBenPelgrim85.html
IkBenPelgrim86.html
IkBenPelgrim87.html
IkBenPelgrim88.html
IkBenPelgrim89.html
IkBenPelgrim90.html
IkBenPelgrim91.html
IkBenPelgrim92.html
IkBenPelgrim93.html
IkBenPelgrim94.html
IkBenPelgrim95.html
IkBenPelgrim96.html
IkBenPelgrim97.html
IkBenPelgrim98.html
IkBenPelgrim99.html
IkBenPelgrim100.html
IkBenPelgrim101.html
IkBenPelgrim102.html
IkBenPelgrim103.html
IkBenPelgrim104.html
IkBenPelgrim105.html
IkBenPelgrim106.html
IkBenPelgrim107.html
IkBenPelgrim108.html
IkBenPelgrim109.html
IkBenPelgrim110.html
IkBenPelgrim111.html
IkBenPelgrim112.html
IkBenPelgrim113.html
IkBenPelgrim114.html
IkBenPelgrim115.html
IkBenPelgrim116.html
IkBenPelgrim117.html
IkBenPelgrim118.html
IkBenPelgrim119.html
IkBenPelgrim120.html
IkBenPelgrim121.html
IkBenPelgrim122.html
IkBenPelgrim123.html
IkBenPelgrim124.html
IkBenPelgrim125.html
IkBenPelgrim126.html
IkBenPelgrim127.html
IkBenPelgrim128.html
IkBenPelgrim129.html
IkBenPelgrim130.html
IkBenPelgrim131.html
IkBenPelgrim132.html
IkBenPelgrim133.html
IkBenPelgrim134.html
IkBenPelgrim135.html
IkBenPelgrim136.html
IkBenPelgrim137.html
IkBenPelgrim138.html
IkBenPelgrim139.html
IkBenPelgrim140.html
IkBenPelgrim141.html
IkBenPelgrim142.html
IkBenPelgrim143.html
IkBenPelgrim144.html
IkBenPelgrim145.html
IkBenPelgrim146.html
IkBenPelgrim147.html
IkBenPelgrim148.html
IkBenPelgrim149.html
IkBenPelgrim150.html
IkBenPelgrim151.html
IkBenPelgrim152.html
IkBenPelgrim153.html
IkBenPelgrim154.html
IkBenPelgrim155.html
IkBenPelgrim156.html
IkBenPelgrim157.html
IkBenPelgrim158.html
IkBenPelgrim159.html
IkBenPelgrim160.html
IkBenPelgrim161.html
IkBenPelgrim162.html
IkBenPelgrim163.html
IkBenPelgrim164.html
IkBenPelgrim165.html
IkBenPelgrim166.html
IkBenPelgrim167.html
IkBenPelgrim168.html
IkBenPelgrim169.html
IkBenPelgrim170.html
IkBenPelgrim171.html
IkBenPelgrim172.html
IkBenPelgrim173.html
IkBenPelgrim174.html
IkBenPelgrim175.html
IkBenPelgrim176.html
IkBenPelgrim177.html
IkBenPelgrim178.html
IkBenPelgrim179.html
IkBenPelgrim180.html
IkBenPelgrim181.html
IkBenPelgrim182.html
IkBenPelgrim183.html
IkBenPelgrim184.html
IkBenPelgrim185.html
IkBenPelgrim186.html
IkBenPelgrim187.html
IkBenPelgrim188.html
IkBenPelgrim189.html
IkBenPelgrim190.html
IkBenPelgrim191.html
IkBenPelgrim192.html
IkBenPelgrim193.html
IkBenPelgrim194.html
IkBenPelgrim195.html
IkBenPelgrim196.html
IkBenPelgrim197.html
IkBenPelgrim198.html
IkBenPelgrim199.html
IkBenPelgrim200.html
IkBenPelgrim201.html