51
Vroeg op een maandagmorgen zeilde ik uit en hoewel de boot eigenlijk te groot was voor één persoon, kwamen de vaardigheden die ik van Bill had geleerd weer bovendrijven en ontdekte ik dat als ik maar niet te ambitieus was, ik haar best aankon.
Ze moet echter wel een vreemde indruk gemaakt hebben, met haar pasgeverfde romp, de verschoten zeilen en een opgelapte spinaker, maar ik was niet van plan me daar zorgen om te maken: het was zo laat in het seizoen en de winter was al zo aanwezig dat de enige andere schepen die ik zag zich altijd ver weg aan de horizon bevonden.
Toen mijn zelfvertrouwen groeide en mijn zeemanschap terugkeerde, merkte ik dat Nomade nog steeds een verbazingwekkende snelheid kon bereiken en na drie weken zeilde ik met flinke vaart op de laars van Italië aan, met het idee om vandaar verder de Adriatische Zee op te varen richting Split.
Ik zeilde een kleine haven aan de westkust van Griekenland binnen – eigenlijk niet meer dan een klein warenhuis en een half verrotte steiger – om brandstof te tanken en de voorraad wat aan te vullen. De bejaarde eigenaar vulde de diesel bij, stopte het fruit en de melk die ik had gekocht in dozen en gooide er een stapel Herald Tribunes achteraan die de afgelopen maanden niet verkocht waren.
‘Die kan ik net zo goed aan jou geven; ik ga ze toch alleen maar verbranden.’
Twee dagen later zat ik in de late middagzon aan de koffie en was net begonnen aan de laatste paar kranten, toen ik in een onopvallend hoekje van het financiële katern op een artikel stuitte. Het stelde niet veel voor, een van die gemengde berichten die je van tijd tot tijd las, en deze keer ging het over de dood van een jonge Amerikaanse die niet ver van het feesteiland Mykonos van haar luxejacht was gevallen, volgens de politie zonder dat er verdachte omstandigheden in het spel waren.
‘De vrouw, de voormalige echtgenote van de rijke auto-erfgenaam Dodge...’
Ik ging rechtop zitten en scande snel de alinea’s, tot ik haar naam vond: Cameron was dood. Volgens de politie was ze stomdronken van de achterplecht van haar boot gevallen – in het artikel stond dat de plaatselijke lijkschouwer een cocktail van drugs en alcohol in haar bloed had gevonden.
Halverwege het artikel stond een foto van Cameron en Ingrid, arm in arm, terwijl ze samen met Ingrids mormel voor een imposant, barok gebouw poseerden. Met een toenemend gevoel van onheil vloog ik door de rest van het verhaal om te zien wat dat betekende.
Een paar alinea’s lager kreeg ik het antwoord. Er stond dat Cameron pas onlangs hertrouwd was met Ingrid Kohl, een vrouw die ze nog niet zo lang geleden had ontmoet in Bodrum, Turkije.
‘De vrouwen maakten als een van de eersten gebruik van een nieuwe wet in Duitsland die huwelijken tussen dezelfde seksen toestaat,’ meldde het artikel.
‘Ze waren naar Berlijn gevlogen en werden vier uur nadat de wet in werking was getreden in de echt verbonden op het stadhuis. Als getuigen hadden ze twee onbekenden van de straat geplukt, en verder was alleen hun hond Gianfranco aanwezig.
Het stel begon vervolgens aan hun huwelijksreis door terug te keren naar hun boot, die voor anker lag in...’
Ik stond op en liep naar de stuurboordreling, in een poging enige lucht te krijgen. De zon versmolt met de zee, maar ik had er nauwelijks oog voor. Ingrid had gelijk gehad: ik had het nog niet voor de helft begrepen. Maar ik was ervan overtuigd dat ik het nu wel begreep.
Al mijn ervaring – al mijn intuïtie – zei me dat op het moment dat ze als echtpaar uit Berlijn waren vertrokken, Camerons leven in wezen voorbij was. Hoewel ik het niet kon bewijzen, was ik ervan overtuigd dat het meesterplan dat Ingrid had bedacht in de maalstroom van 9/11, één geheim element had waar Cameron niets vanaf wist: Ingrid zou ervoor zorgen dat zij degene was die Dodge’s fortuin zou erven. Maar hield Ingrid dan niet van Cameron, vroeg ik mezelf af, als altijd de speurder. Maar ik kende het antwoord al: ze was verraden en in de steek gelaten door haar vroegere minnares. Ze hield niet van Cameron, ze haatte haar.
Natuurlijk zou ze geen enkele moeite hebben gehad haar ware gevoelens te maskeren: ze was actrice en ze zou de rol tot het einde hebben volgehouden. Toen ze eenmaal getrouwd waren, wist ze dat ze Cameron niet eens een testament hoefde te laten schrijven. Als wettige echtgenote zou ze alles erven, zelfs als Cameron stierf zonder een testament te hebben opgemaakt.
De rest moet simpel zijn geweest: een lange nacht feesten, een wandeling naar de achtersteven, een laatste kus in het maanlicht, een slanke hand die Cameron over de reling duwde terwijl het grote jacht vaart maakte.
In het langzaam wegstervende licht liet ik mijn hoofd hangen, boos op mezelf dat ik het niet had voorzien, terwijl ik – godbetert – toch was gewaarschuwd. Ik liep weg bij de reling om naar de datum van de krant te kijken.
Hij was maanden oud, er was al te veel tijd verstreken – de boot zou zijn verkocht en de rest van het geld zou zijn doorgesluisd naar een heel netwerk aan niet-traceerbare offshorebedrijven, om uiteindelijk bij een bank als Richeloud te belanden.
Iemand zo slim als Ingrid Kohl – of wat haar naam dan ook mocht zijn – zou allang een nieuwe identiteit hebben, een nieuw leven, en ik wist dat ze al was verdwenen in de anonimiteit, beschermd door haar ongelooflijke intelligentie en spitsvondigheid.
Ze was de beste die ik tot nu toe was tegengekomen en toch... en toch... had ik het gevoel dat ik ergens... op een vreemde kust... in een straat van een onbekende stad... in Tallinn of Riga... in Dubrovnik of Krakow... een gezicht in de menigte zou zien...