37

Cumali was tot helemaal achter in de tempel gelopen, was over de brokstukken van een dikke muur gestapt en bevond zich nu in een ondergrondse ruimte, het spolarium genaamd: de plek waar gedode gladiatoren hun wapens werden afgenomen en waar hun lichamen werden gedropt.

Ze vroeg zich af wat er boven gebeurde, ervan overtuigd dat het nu niet lang meer zou duren voordat haar broer haar zou roepen om te vertellen dat het voorbij was en ze konden vertrekken.

Wat zonde eigenlijk, dacht ze, Spitz was een briljant speurder, de beste die ze ooit had ontmoet. Dat idee van de spiegels in het Franse Huis was daar op zich al het bewijs van. Hij zou ook zijn weggekomen met dat hele gedoe rond zijn identiteit als hij niet de Bulgaarse grens was overgestoken in een huurauto die aan hem gelinkt kon worden. Hadden ze in Amerika dan geen camera’s met nummerplaatherkenning? Ze hadden ze daar waarschijnlijk uitgevonden. Vreemd dat zo’n intelligente man een dergelijke fout maakte.

Natuurlijk zou ze nooit hebben geweten wie hij werkelijk was als die man van de mit niet had gebeld. Mooi stelletje was dat. Eén telefoontje en daarna niets meer: geen verdere vragen, geen contact over Spitz’ bewegingen, geen verdere informatie over hem. Door haar contacten binnen de drugsscene was ze via één inbraak meer over hem te weten gekomen dan de Turkse inlichtingendienst met al hun hulpbronnen. Het leek trouwens wel of ze eigenlijk helemaal niet zo geïnteresseerd waren in Spitz.

Een afschuwelijke gedachte overviel haar: wat als de Amerikaan helemaal geen fout had gemaakt met dat oversteken van de grens? Stel dat de onderdirecteur van de mit voor hen werkte, of dat iemand haar telefoongesprek had omgeleid en ze helemaal niet met hem gesproken had? Wat als de aanwijzingen die zij had gevolgd met opzet waren achtergelaten? Stel dat het een valstrik was. Dat zou betekenen dat het de bedoeling was geweest dat ze informatie aan haar broer doorgaf, om hem zo uit de schaduwen te lokken.

‘In de naam van God...’ zei ze, en ze begon te rennen.

Ze passeerde de gewelven waar ooit de wapens en pantsers van de gladiatoren werden opgeslagen en sprintte over een lang talud omhoog naar de Porta Libitinensis – de Poort naar de Dood – waar de lichamen van de dode entertainers doorheen werden gesleept.

Ze was bijna bij de ruïne ervan, met de hele arena nu aan haar voeten, toen haar gsm – niet langer in de dode zone – overging. Ze haalde hem uit haar zak en zag dat ze minstens tien oproepen had gemist. En ze kwamen allemaal van haar oppas.

Ze nam op, dodelijk ongerust, en vroeg in het Turks: ‘Wat is er?’

Maar het was niet de stem van de oppas die antwoordde. Het was een Amerikaanse man die Engels sprak.

‘Leyla Cumali?’ zei hij.

Doodsbang gilde ze: ‘Wie bent u?’

Hij gaf geen antwoord, maar gebruikte precies de woorden die we met z’n tweeën hadden afgesproken in mijn hotelkamer: ‘Ik heb u een videobestand gestuurd. Bekijk die.’

Ze leek het, in haar angst en verwarring, niet te horen en vroeg opnieuw wie hij was.

‘Als u uw neefje wilt redden, kijk dan naar de video,’ zei Ben. ‘Het is een liveopname, het gebeurt nu.’

Haar neefje, dacht Cumali. Ze wisten alles.

Met bevende hand, bijna in tranen, vond ze het videobestand en opende het. Ze keek ernaar en zakte bijna in elkaar. ‘Nee... alsjeblieft... o, nee,’ schreeuwde ze.

Ik ben Pelgrim
IkBenPelgrim1.html
IkBenPelgrim2.html
IkBenPelgrim3.html
IkBenPelgrim4.html
IkBenPelgrim5.html
IkBenPelgrim6.html
IkBenPelgrim7.html
IkBenPelgrim8.html
IkBenPelgrim9.html
IkBenPelgrim10.html
IkBenPelgrim11.html
IkBenPelgrim12.html
IkBenPelgrim13.html
IkBenPelgrim14.html
IkBenPelgrim15.html
IkBenPelgrim16.html
IkBenPelgrim17.html
IkBenPelgrim18.html
IkBenPelgrim19.html
IkBenPelgrim20.html
IkBenPelgrim21.html
IkBenPelgrim22.html
IkBenPelgrim23.html
IkBenPelgrim24.html
IkBenPelgrim25.html
IkBenPelgrim26.html
IkBenPelgrim27.html
IkBenPelgrim28.html
IkBenPelgrim29.html
IkBenPelgrim30.html
IkBenPelgrim31.html
IkBenPelgrim32.html
IkBenPelgrim33.html
IkBenPelgrim34.html
IkBenPelgrim35.html
IkBenPelgrim36.html
IkBenPelgrim37.html
IkBenPelgrim38.html
IkBenPelgrim39.html
IkBenPelgrim40.html
IkBenPelgrim41.html
IkBenPelgrim42.html
IkBenPelgrim43.html
IkBenPelgrim44.html
IkBenPelgrim45.html
IkBenPelgrim46.html
IkBenPelgrim47.html
IkBenPelgrim48.html
IkBenPelgrim49.html
IkBenPelgrim50.html
IkBenPelgrim51.html
IkBenPelgrim52.html
IkBenPelgrim53.html
IkBenPelgrim54.html
IkBenPelgrim55.html
IkBenPelgrim56.html
IkBenPelgrim57.html
IkBenPelgrim58.html
IkBenPelgrim59.html
IkBenPelgrim60.html
IkBenPelgrim61.html
IkBenPelgrim62.html
IkBenPelgrim63.html
IkBenPelgrim64.html
IkBenPelgrim65.html
IkBenPelgrim66.html
IkBenPelgrim67.html
IkBenPelgrim68.html
IkBenPelgrim69.html
IkBenPelgrim70.html
IkBenPelgrim71.html
IkBenPelgrim72.html
IkBenPelgrim73.html
IkBenPelgrim74.html
IkBenPelgrim75.html
IkBenPelgrim76.html
IkBenPelgrim77.html
IkBenPelgrim78.html
IkBenPelgrim79.html
IkBenPelgrim80.html
IkBenPelgrim81.html
IkBenPelgrim82.html
IkBenPelgrim83.html
IkBenPelgrim84.html
IkBenPelgrim85.html
IkBenPelgrim86.html
IkBenPelgrim87.html
IkBenPelgrim88.html
IkBenPelgrim89.html
IkBenPelgrim90.html
IkBenPelgrim91.html
IkBenPelgrim92.html
IkBenPelgrim93.html
IkBenPelgrim94.html
IkBenPelgrim95.html
IkBenPelgrim96.html
IkBenPelgrim97.html
IkBenPelgrim98.html
IkBenPelgrim99.html
IkBenPelgrim100.html
IkBenPelgrim101.html
IkBenPelgrim102.html
IkBenPelgrim103.html
IkBenPelgrim104.html
IkBenPelgrim105.html
IkBenPelgrim106.html
IkBenPelgrim107.html
IkBenPelgrim108.html
IkBenPelgrim109.html
IkBenPelgrim110.html
IkBenPelgrim111.html
IkBenPelgrim112.html
IkBenPelgrim113.html
IkBenPelgrim114.html
IkBenPelgrim115.html
IkBenPelgrim116.html
IkBenPelgrim117.html
IkBenPelgrim118.html
IkBenPelgrim119.html
IkBenPelgrim120.html
IkBenPelgrim121.html
IkBenPelgrim122.html
IkBenPelgrim123.html
IkBenPelgrim124.html
IkBenPelgrim125.html
IkBenPelgrim126.html
IkBenPelgrim127.html
IkBenPelgrim128.html
IkBenPelgrim129.html
IkBenPelgrim130.html
IkBenPelgrim131.html
IkBenPelgrim132.html
IkBenPelgrim133.html
IkBenPelgrim134.html
IkBenPelgrim135.html
IkBenPelgrim136.html
IkBenPelgrim137.html
IkBenPelgrim138.html
IkBenPelgrim139.html
IkBenPelgrim140.html
IkBenPelgrim141.html
IkBenPelgrim142.html
IkBenPelgrim143.html
IkBenPelgrim144.html
IkBenPelgrim145.html
IkBenPelgrim146.html
IkBenPelgrim147.html
IkBenPelgrim148.html
IkBenPelgrim149.html
IkBenPelgrim150.html
IkBenPelgrim151.html
IkBenPelgrim152.html
IkBenPelgrim153.html
IkBenPelgrim154.html
IkBenPelgrim155.html
IkBenPelgrim156.html
IkBenPelgrim157.html
IkBenPelgrim158.html
IkBenPelgrim159.html
IkBenPelgrim160.html
IkBenPelgrim161.html
IkBenPelgrim162.html
IkBenPelgrim163.html
IkBenPelgrim164.html
IkBenPelgrim165.html
IkBenPelgrim166.html
IkBenPelgrim167.html
IkBenPelgrim168.html
IkBenPelgrim169.html
IkBenPelgrim170.html
IkBenPelgrim171.html
IkBenPelgrim172.html
IkBenPelgrim173.html
IkBenPelgrim174.html
IkBenPelgrim175.html
IkBenPelgrim176.html
IkBenPelgrim177.html
IkBenPelgrim178.html
IkBenPelgrim179.html
IkBenPelgrim180.html
IkBenPelgrim181.html
IkBenPelgrim182.html
IkBenPelgrim183.html
IkBenPelgrim184.html
IkBenPelgrim185.html
IkBenPelgrim186.html
IkBenPelgrim187.html
IkBenPelgrim188.html
IkBenPelgrim189.html
IkBenPelgrim190.html
IkBenPelgrim191.html
IkBenPelgrim192.html
IkBenPelgrim193.html
IkBenPelgrim194.html
IkBenPelgrim195.html
IkBenPelgrim196.html
IkBenPelgrim197.html
IkBenPelgrim198.html
IkBenPelgrim199.html
IkBenPelgrim200.html
IkBenPelgrim201.html