67
Ik was aan de wandel. Ik kromde mijn schouders, begroef mijn handen in mijn zakken en dacht opnieuw na over de contradicties in Cumali’s leven.
Ik had het hotel verlaten, dwaalde door een doolhof van smalle straatjes en tegen de tijd dat ik zo’n honderd verschillende manieren had geprobeerd om er chocola van te maken, was ik bij het strand aanbeland. Het was laat in de middag en nog steeds warm – de laatste stuiptrekking van de zomer voordat de herfst definitief zou inzetten.
Ik ging op een bankje zitten en keek naar de mij onbekende zee, turkoois en bijna onwerelds helder. Een vader was met zijn drie kinderen aan het pootjebaden op de smalle strook waar water en zand elkaar ontmoetten. Hun gelach vulde de lucht en dat was maar een kleine stap naar een jongetje dat geen vader had om mee te spelen en die niet eens wist wat het syndroom van Down inhield.
De moeder van de kinderen liep op hen af om een foto te maken, terwijl ik dacht aan Cumali en het stille verdriet dat zij moest hebben ervaren toen ze die ene, alleszeggende groef zag in de handpalm van haar pasgeboren kind en zich realiseerde dat hij die ene op de zevenhonderd was.
De hele wereld leek tot stilstand te komen: het glinsterende water uit de emmertjes van de kinderen hing roerloos in de lucht, het lachende gezicht van de vader leek nauwelijks nog te bewegen, de hand van de moeder verstarde op de sluiter. Mijn gedachten waren plotseling een vreemde weg ingeslagen.
Bewijs is de naam die we geven aan wat we hebben, maar hoe zat het met de dingen die we niet vonden? Soms zijn de dingen die ontbreken van veel groter belang.
Al die tijd dat ik Cumali’s huis had doorzocht, was ik niet één keer een foto van haar met de baby tegengekomen. Er stonden geen foto’s van haar met hem als pasgeborene op haar bureau, geen foto’s van hem spelend als kleuter en geen portretten aan de muur. Ik had er geen gezien in de laden en niet in lijstjes op haar nachtkastje. Waarom zou je een album met foto’s van een mislukt huwelijk bewaren, maar verder niets van jullie als gezin of van het kleine kereltje als baby? Tenzij...
Het haar kind niet was.
Het water hing nog steeds in de lucht, de moeder hield de camera voor haar gezicht en de vader werd gevangen halverwege een lachbui. Ik vroeg me af waarom dit niet eerder bij me was opgekomen: ze was drie jaar geleden met haar zoon in Bodrum gearriveerd, ze had haar echtgenoot ver achter zich gelaten en ze had geen vrienden of bekenden die haar konden tegenspreken. Ze kon de mensen op de mouw spelden wat ze maar wilde.
En als het haar kind niet was, van wie was het dan wel?
Het water viel op de grond, de moeder nam de foto, de vader gooide een plens water terug naar de kinderen en ik begon te rennen.
Het was etenstijd en ik dacht dat als ik snel genoeg was, ik bij Cumali’s huis kon zijn voordat ze ging afwassen.