48

Ik las eerst Bradley’s brief. Hij zei dat hij het huis nog niet had verlaten, of de oppas had de politie gebeld en had hun verteld wat er was gebeurd.

Omdat ze voor Cumali werkte, kostte het haar geen moeite ze ervan te overtuigen dat ze de waarheid vertelde, hoe buitenissig het verhaal ook was. Een zwarte Amerikaan was nu niet bepaald moeilijk te lokaliseren en nog voor hij bij het hotel was, had een patrouillewagen hem al in de smiezen. Ze drukten hem tegen de motorkap, pakten zijn wapen af en namen hem mee naar het politiebureau. Hij vreesde het ergste – een of andere Turkse vorm van verzwaarde ondervraging – maar toen brak de hel los bij het Theater van de Dood.

Amerikaanse helikopters van de Middellandse Zeevloot waren al op bevel van de president opgestegen – niet om mij op te pikken, maar om de Saraceen gevangen te nemen en bewijsmateriaal te vergaren. Grosvenor belde met de Turkse president, stelde hem op de hoogte van hun actie en vertelde hem dat hij de man had gevonden die had geprobeerd de nucleaire ontsteker te kopen. Het gevolg was dat ook de mensen van de mit en Turkse militairen de ruïnes overspoelden. Met twee Turkse marineschepen voor de kust, een stuk of zes Amerikaanse helikopters op het strand en tweehonderd man aan militairen en geheim agenten in de ruïnes, ging het bevel uit om Bradley voorlopig even vast te houden, tot de situatie wat duidelijker was.

Na vijf dagen in de cel – en volgend op een rechtstreeks verzoek van Grosvenor aan zijn Turkse tegenhanger – werd Bradley vrijgelaten en kreeg hij zijn paspoort terug. Hij ging naar zijn hotel en voerde een emotioneel telefoongesprek met Marcie, die, toen ze weer een beetje tot zichzelf was gekomen, vroeg wanneer hij naar huis zou komen.

‘Over een paar dagen,’ zei hij.

‘Wat?!’ riep ze.

Rechercheur tot het bittere eind, was hij niet van plan te vertrekken voordat hij de uitlevering had geregeld van Cameron en Ingrid, wegens de moord op Dodge en de vrouw in de Eastside Inn. De volgende ochtend, nog geen twaalf uur na zijn vrijlating, keerde hij terug naar het politiebureau en ging naar het kantoor van Cumali. Hayrunnisa vertelde hem op gedempte toon dat haar baas nog steeds op non-actief stond – en zich koppig vasthield aan het verhaal dat ik haar had voorgekauwd, zo leek het – dus vroeg hij haar wie de leiding had over het moordonderzoek. Na een verwarrende hoeveelheid telefoontjes, begeleidde de jongen met de glanzend gepoetste laarzen hem naar het luxueuze kantoor van het hoofd van de politie van Bodrum.

Ik herinnerde me de man – ik had hem gezien toen zijn halve korps me achternazat in de scheepswerf, op de avond dat ik SpongeBob had geplet. De chef was in de vijftig, groot en vlezig, met een extra kin en een keurig snorretje, en met gouden knopen op zijn uniform die er elk moment af dreigden te springen. Ondanks de eau de cologne waarmee hij zich besprenkelde, had hij een doordringende geur om zich heen hangen en ik kon niet zeggen dat ik verbaasd was over Bens verslag.

Hij schreef dat de chef had gezegd dat hij een uitgebreid juridisch schrijven had ontvangen van advocaten die voor zowel Cameron als Ingrid werkten: zoals ik al had voorzien, hadden de vrouwen direct nadat mijn ondervraging was afgelopen, een advocaat in de arm genomen. De chef zei dat hij, nadat hij door de advocaten benaderd was, direct zelf alle bewijsmateriaal had doorgenomen.

‘Natuurlijk moest ik daarbij alles buiten beschouwing laten wat een man genaamd Brodie David Wilson aan bewijsmateriaal had ingebracht. Hij was niet eens lid van de fbi en was het land onder valse voorwendselen binnengekomen. Zoals we weten, had hij zijn eigen redenen om de zaak te compliceren en te vertragen.

Mijn eigen onderzoek toonde aan dat de Turkse rechercheurs zoals gewoonlijk uitstekend werk hebben verricht. Het was duidelijk dat hun eerste indruk de juiste was: de dood van de heer Dodge was een betreurenswaardig ongeluk.’

Ben keek hem vol ongeloof aan, maar de grote Turk leek het niet in de gaten te hebben. Hij glimlachte, stak nog een sigaret op en spreidde zijn handen.

‘Natuurlijk wilde ik dat oordeel niet in mijn eentje vellen, dus heb ik het bewijsmateriaal en de brieven van de advocaten voorgelegd aan een van onze meest gerespecteerde plaatselijke rechters. Ook hij zag geen reden om de twee vrouwen en de andere getuigen nog langer in Bodrum vast te houden.

Hij opperde – en ik was het daarmee eens – om ze hun paspoorten terug te geven en ze op borg vrij te laten, in afwachting van verder onderzoek.’

‘U hebt hen vrijgelaten?’ vroeg Ben, die dit hoog opnam en zich opnieuw manifesteerde als kampioen van de doden. ‘Hoeveel was die borg?’

De Turkse politieman probeerde eromheen te draaien. ‘Het ging om tien man... dacht ik... Er is een dossier, ik zou het...’

‘Hoeveel?’ drong Ben aan, die zijn woede niet langer verborg.

De chef liet nu alle zogenaamde beleefdheid varen. ‘Tweehonderdduizend dollar ieder,’ snauwde hij.

Tien mensen, twee miljoen dollar! Dat was een fortuin, maar niet voor Cameron. Ben hoefde niet te vragen wat ze had gedaan – natuurlijk had ze de afkoopsom betaald en daarmee haar vrijgeleide gekocht.

‘Wanneer is ze vertrokken?’ vroeg hij, wanhopig inmiddels.

‘Drie dagen geleden. Ze zijn aan boord gegaan van een enorm jacht en een uur later voeren ze weg.’

‘En als dat “verdere onderzoek” nu eens iets oplevert?’ vroeg Ben verbitterd. ‘Wat gaat u dan doen?’

‘Dan schrijven we haar en vragen haar terug te komen. Maar zoals ik daarnet al zei, ik denk niet dat het nodig is.’ Ben schreef dat de man bijna zat te glimlachen.

Zoals ik al eerder vermeldde, verbaasde het me niets. Nu de fbi uit beeld was, en gewapend met al het werk dat ik had verricht, hadden de politiechef van Bodrum en een corrupte rechter zich gerealiseerd dat ze Cameron klem hadden. En ze deden wat generaties van hun Ottomaanse voorgangers ook hadden gedaan: ze hielden hun hand op.

Ben schreef dat hij verder weinig kon doen – de twee daders hadden Bodrum verlaten en Camerons betaling had ervoor gezorgd dat alle indirecte getuigen ook waren verdwenen. Hij dacht dat hij de zaak in New York misschien weer kon oppakken, maar hij was realistisch genoeg om te beseffen dat hij daar niet veel hoop op hoefde te hebben, gezien zijn beperkte middelen en het feit dat een van de twee moordenaars officieel te boek stond als een van de slachtoffers van 9/11. Tenzij de twee vrouwen terug zouden keren naar New York, maar met zoveel geld was daar geen enkele noodzaak toe. Ze konden de rest van hun leven over de wereld blijven trekken.

Ik staarde een paar minuten voor me uit en dacht aan de twee vrouwen en hun misdaden, maar zelfs toen herinnerde ik het me niet. Nee, de opmerking die Ingrid had gemaakt over dat maar half begrijpen hoe het in elkaar zat, was nooit tot me doorgedrongen.

Ik ben Pelgrim
IkBenPelgrim1.html
IkBenPelgrim2.html
IkBenPelgrim3.html
IkBenPelgrim4.html
IkBenPelgrim5.html
IkBenPelgrim6.html
IkBenPelgrim7.html
IkBenPelgrim8.html
IkBenPelgrim9.html
IkBenPelgrim10.html
IkBenPelgrim11.html
IkBenPelgrim12.html
IkBenPelgrim13.html
IkBenPelgrim14.html
IkBenPelgrim15.html
IkBenPelgrim16.html
IkBenPelgrim17.html
IkBenPelgrim18.html
IkBenPelgrim19.html
IkBenPelgrim20.html
IkBenPelgrim21.html
IkBenPelgrim22.html
IkBenPelgrim23.html
IkBenPelgrim24.html
IkBenPelgrim25.html
IkBenPelgrim26.html
IkBenPelgrim27.html
IkBenPelgrim28.html
IkBenPelgrim29.html
IkBenPelgrim30.html
IkBenPelgrim31.html
IkBenPelgrim32.html
IkBenPelgrim33.html
IkBenPelgrim34.html
IkBenPelgrim35.html
IkBenPelgrim36.html
IkBenPelgrim37.html
IkBenPelgrim38.html
IkBenPelgrim39.html
IkBenPelgrim40.html
IkBenPelgrim41.html
IkBenPelgrim42.html
IkBenPelgrim43.html
IkBenPelgrim44.html
IkBenPelgrim45.html
IkBenPelgrim46.html
IkBenPelgrim47.html
IkBenPelgrim48.html
IkBenPelgrim49.html
IkBenPelgrim50.html
IkBenPelgrim51.html
IkBenPelgrim52.html
IkBenPelgrim53.html
IkBenPelgrim54.html
IkBenPelgrim55.html
IkBenPelgrim56.html
IkBenPelgrim57.html
IkBenPelgrim58.html
IkBenPelgrim59.html
IkBenPelgrim60.html
IkBenPelgrim61.html
IkBenPelgrim62.html
IkBenPelgrim63.html
IkBenPelgrim64.html
IkBenPelgrim65.html
IkBenPelgrim66.html
IkBenPelgrim67.html
IkBenPelgrim68.html
IkBenPelgrim69.html
IkBenPelgrim70.html
IkBenPelgrim71.html
IkBenPelgrim72.html
IkBenPelgrim73.html
IkBenPelgrim74.html
IkBenPelgrim75.html
IkBenPelgrim76.html
IkBenPelgrim77.html
IkBenPelgrim78.html
IkBenPelgrim79.html
IkBenPelgrim80.html
IkBenPelgrim81.html
IkBenPelgrim82.html
IkBenPelgrim83.html
IkBenPelgrim84.html
IkBenPelgrim85.html
IkBenPelgrim86.html
IkBenPelgrim87.html
IkBenPelgrim88.html
IkBenPelgrim89.html
IkBenPelgrim90.html
IkBenPelgrim91.html
IkBenPelgrim92.html
IkBenPelgrim93.html
IkBenPelgrim94.html
IkBenPelgrim95.html
IkBenPelgrim96.html
IkBenPelgrim97.html
IkBenPelgrim98.html
IkBenPelgrim99.html
IkBenPelgrim100.html
IkBenPelgrim101.html
IkBenPelgrim102.html
IkBenPelgrim103.html
IkBenPelgrim104.html
IkBenPelgrim105.html
IkBenPelgrim106.html
IkBenPelgrim107.html
IkBenPelgrim108.html
IkBenPelgrim109.html
IkBenPelgrim110.html
IkBenPelgrim111.html
IkBenPelgrim112.html
IkBenPelgrim113.html
IkBenPelgrim114.html
IkBenPelgrim115.html
IkBenPelgrim116.html
IkBenPelgrim117.html
IkBenPelgrim118.html
IkBenPelgrim119.html
IkBenPelgrim120.html
IkBenPelgrim121.html
IkBenPelgrim122.html
IkBenPelgrim123.html
IkBenPelgrim124.html
IkBenPelgrim125.html
IkBenPelgrim126.html
IkBenPelgrim127.html
IkBenPelgrim128.html
IkBenPelgrim129.html
IkBenPelgrim130.html
IkBenPelgrim131.html
IkBenPelgrim132.html
IkBenPelgrim133.html
IkBenPelgrim134.html
IkBenPelgrim135.html
IkBenPelgrim136.html
IkBenPelgrim137.html
IkBenPelgrim138.html
IkBenPelgrim139.html
IkBenPelgrim140.html
IkBenPelgrim141.html
IkBenPelgrim142.html
IkBenPelgrim143.html
IkBenPelgrim144.html
IkBenPelgrim145.html
IkBenPelgrim146.html
IkBenPelgrim147.html
IkBenPelgrim148.html
IkBenPelgrim149.html
IkBenPelgrim150.html
IkBenPelgrim151.html
IkBenPelgrim152.html
IkBenPelgrim153.html
IkBenPelgrim154.html
IkBenPelgrim155.html
IkBenPelgrim156.html
IkBenPelgrim157.html
IkBenPelgrim158.html
IkBenPelgrim159.html
IkBenPelgrim160.html
IkBenPelgrim161.html
IkBenPelgrim162.html
IkBenPelgrim163.html
IkBenPelgrim164.html
IkBenPelgrim165.html
IkBenPelgrim166.html
IkBenPelgrim167.html
IkBenPelgrim168.html
IkBenPelgrim169.html
IkBenPelgrim170.html
IkBenPelgrim171.html
IkBenPelgrim172.html
IkBenPelgrim173.html
IkBenPelgrim174.html
IkBenPelgrim175.html
IkBenPelgrim176.html
IkBenPelgrim177.html
IkBenPelgrim178.html
IkBenPelgrim179.html
IkBenPelgrim180.html
IkBenPelgrim181.html
IkBenPelgrim182.html
IkBenPelgrim183.html
IkBenPelgrim184.html
IkBenPelgrim185.html
IkBenPelgrim186.html
IkBenPelgrim187.html
IkBenPelgrim188.html
IkBenPelgrim189.html
IkBenPelgrim190.html
IkBenPelgrim191.html
IkBenPelgrim192.html
IkBenPelgrim193.html
IkBenPelgrim194.html
IkBenPelgrim195.html
IkBenPelgrim196.html
IkBenPelgrim197.html
IkBenPelgrim198.html
IkBenPelgrim199.html
IkBenPelgrim200.html
IkBenPelgrim201.html