46

Kort na 9/11, toen de Amerikaanse luchtmacht begon met het bombarderen van gebieden in Afghanistan in een poging de leiders van Al Qaida te doden, werd een vrouw in een afgelegen dorp een legende in de moskeeën waar de islamitische fundamentalisten floreren.

De luchtmacht dropte een aantal lasergestuurde bommen op een onopvallend huis, maar helaas had de Amerikaanse inlichtingenwereld het weer eens bij het verkeerde eind: een man genaamd Ayman al-Zawahiri bevond zich niet in dat gebouw – alleen maar zijn vrouw en een aantal van zijn kinderen.

Als uit het niets, midden in een ijskoude nacht, maakten de enorme explosies het huis met de grond gelijk en doodden de meeste kinderen. Hun moeder echter – zwaargewond – overleefde de aanval. Bijna onmiddellijk daarna renden mannen uit de omliggende woningen naar de ruïnes en begonnen, vloekend op de Amerikanen en eeuwige wraak zwerend, met hun blote handen stenen en puin weg te halen om bij de vrouw te komen.

Ze was bij bewustzijn, niet in staat zich te bewegen, maar ze wist dat ze in de chaos van de aanval geen gelegenheid had gehad om haar sluier voor te doen. Ze hoorde de redders naderen en zodra ze binnen gehoorsafstand waren, gilde ze dat ze op moesten houden. Als vrouw van een islamitische fundamentalist en zelf een devoot moslim, stond ze niet toe dat een man die geen directe familie van haar was, haar ongesluierd zou zien. Ze zei dat ze nog liever zou sterven dan dat te laten gebeuren, en dat was geen loze bedreiging. Ondanks de smeekbeden van haar redders en een aantal toegesnelde vrouwen, kon ze niet worden overtuigd en een aantal uren later, en nog steeds ongesluierd, bezweek ze aan de gevolgen van haar verwondingen.

Ik had kort nadat het gebeurd was over dit incident gelezen en ik dacht opnieuw aan een dergelijke vorm van religieuze devotie of krankzinnigheid – kies zelf maar de term die je het meest aanstaat – terwijl ik door de straten van Bodrum wandelde. Ergens in mijn achterhoofd had ik precies zo’n soort vrouw verwacht als boodschapper voor de meest gezochte terrorist ter wereld. In plaats daarvan kreeg ik Cumali – een moderne, werkende vrouw die in haar eigen zwarte Italiaanse auto rondreed, en ergens kon ik dat niet rijmen.

De knaap in de Hindu Kush was er duidelijk eentje van een nieuwe lichting islamitische fanatici: intelligent, met een goede opleiding en technisch onderlegd. Het soort man dat de kapers van 9/11 degradeerde tot de moordenaars en schurken die ze in wezen ook waren. Eindelijk werd het Westen geconfronteerd met een vijand die onze angst waard was en ik geloofde zelfs dat hij het gezicht van de toekomst was. Het zou niet lang meer duren of we verlangden allemaal naar die goeie ouwe tijd van zelfmoordterroristen en kapers. Maar hoe ingenieus hij ook te werk ging, hij bleef een onbuigzame discipel van de islam. En toch leek zijn enige handlanger, voor zover wij wisten tenminste, allesbehalve een fundamentalist te zijn. Ja, ze ging gekleed volgens de voorschriften van haar religie, maar Leyla Cumali leek in de verste verte niet op de vrouw van Al-Zawahiri.

Ik stopte bij een bar vlak bij de boulevard, die populair was bij Bodrums grote contingent backpackers, en sloeg een hees geschreeuwde uitnodiging van drie jonge Duitse vrouwen af om bij hen te komen zitten. Ik keek om me heen en zag verderop in de straat wat ik nodig had – een rustig bankje diep in de schaduw. Ik ging zitten en belde Bradley.

Hij was net bezig om gezeten achter zijn bureau een sandwich te verorberen, maar hield daarmee op toen ik hem even kort bijpraatte over het Franse Huis en hem vertelde over het telefoonnummer van de makelaar. Daarna sneed ik het werkelijke doel van mijn telefoontje aan. Ik zei dat het enige andere nieuws van enig belang was dat de vrouw die het onderzoek in Bodrum leidde, heel competent bleek te zijn.

‘Haar naam is Leyla Cumali,’ zei ik tegen hem. ‘Onthou die naam, Ben, ik denk dat we nog vaak met haar te maken krijgen. Ze is halverwege de dertig, gescheiden, maar afgezien van het feit dat ze hier pas een paar jaar woont, weet ik verder nauwelijks iets van haar.’

Het klonk allemaal heel normaal, maar ik hoopte dat ik precies de juiste toon had aangeslagen om Bradley duidelijk te maken dat hij onze vriend moest bellen, zodat zijn mensen haar verleden konden uitspitten. Bradley stelde me niet teleur.

‘Cumali, zei je? Wil je dat even voor me spellen?’

Ik gaf hem de spelling, maar deed geen poging Fluisteraar door te geven dat zij de vrouw van de telefooncel was. Het mocht dan een enorme openbaring zijn geweest, maar toch maakte ik me zorgen. Ik wist nog niet genoeg over haar, ze paste in geen enkel profiel dat ik in mijn hoofd had en ik was bang dat iemand bij de overheid – misschien de president zelf wel – opdracht zou geven haar in het geheim op te pakken, haar naar een derdewereldland over te brengen en haar te onderwerpen aan welke marteling die maar nodig was om de identiteit en de locatie van de Saraceen te achterhalen. Dat zou volgens mij vrijwel zeker op een ramp uitlopen.

Ik was er vanaf het begin van uitgegaan dat de betreffende vrouw een manier had om met hem in contact te komen en ik was er nog steeds van overtuigd dat de meest waarschijnlijke methode een onschuldig bericht op een of ander internetforum was. Een dergelijke boodschap, voor verder iedereen onherkenbaar, zou boekdelen hebben gesproken voor de Saraceen.

En ja, slim als dit systeem was, het had nog een ander groot voordeel: het kon een boobytrap bevatten. Slechts een kleine wijziging – een net iets andere spelling van een woord bijvoorbeeld – zou de Saraceen duidelijk maken dat ze onder druk handelde en dat hij moest verdwijnen. Als hij eenmaal was gewaarschuwd dat wij hem op het spoor waren, zouden we hem volgens mij nooit meer pakken.

Dat was de reden dat ik Fluisteraar rechtstreeks wilde waarschuwen dat haar oppakken waarschijnlijk tot een catastrofe zou leiden. Ik wilde ook in staat zijn hem meer te vertellen over de relatie tussen een moderne Turkse rechercheur en een fervente Arabische terrorist.

Toen de duisternis was gevallen, wist ik dat ik een perfecte mogelijkheid had Leyla Cumali’s leven grondig uit te spitten.

Ik ben Pelgrim
IkBenPelgrim1.html
IkBenPelgrim2.html
IkBenPelgrim3.html
IkBenPelgrim4.html
IkBenPelgrim5.html
IkBenPelgrim6.html
IkBenPelgrim7.html
IkBenPelgrim8.html
IkBenPelgrim9.html
IkBenPelgrim10.html
IkBenPelgrim11.html
IkBenPelgrim12.html
IkBenPelgrim13.html
IkBenPelgrim14.html
IkBenPelgrim15.html
IkBenPelgrim16.html
IkBenPelgrim17.html
IkBenPelgrim18.html
IkBenPelgrim19.html
IkBenPelgrim20.html
IkBenPelgrim21.html
IkBenPelgrim22.html
IkBenPelgrim23.html
IkBenPelgrim24.html
IkBenPelgrim25.html
IkBenPelgrim26.html
IkBenPelgrim27.html
IkBenPelgrim28.html
IkBenPelgrim29.html
IkBenPelgrim30.html
IkBenPelgrim31.html
IkBenPelgrim32.html
IkBenPelgrim33.html
IkBenPelgrim34.html
IkBenPelgrim35.html
IkBenPelgrim36.html
IkBenPelgrim37.html
IkBenPelgrim38.html
IkBenPelgrim39.html
IkBenPelgrim40.html
IkBenPelgrim41.html
IkBenPelgrim42.html
IkBenPelgrim43.html
IkBenPelgrim44.html
IkBenPelgrim45.html
IkBenPelgrim46.html
IkBenPelgrim47.html
IkBenPelgrim48.html
IkBenPelgrim49.html
IkBenPelgrim50.html
IkBenPelgrim51.html
IkBenPelgrim52.html
IkBenPelgrim53.html
IkBenPelgrim54.html
IkBenPelgrim55.html
IkBenPelgrim56.html
IkBenPelgrim57.html
IkBenPelgrim58.html
IkBenPelgrim59.html
IkBenPelgrim60.html
IkBenPelgrim61.html
IkBenPelgrim62.html
IkBenPelgrim63.html
IkBenPelgrim64.html
IkBenPelgrim65.html
IkBenPelgrim66.html
IkBenPelgrim67.html
IkBenPelgrim68.html
IkBenPelgrim69.html
IkBenPelgrim70.html
IkBenPelgrim71.html
IkBenPelgrim72.html
IkBenPelgrim73.html
IkBenPelgrim74.html
IkBenPelgrim75.html
IkBenPelgrim76.html
IkBenPelgrim77.html
IkBenPelgrim78.html
IkBenPelgrim79.html
IkBenPelgrim80.html
IkBenPelgrim81.html
IkBenPelgrim82.html
IkBenPelgrim83.html
IkBenPelgrim84.html
IkBenPelgrim85.html
IkBenPelgrim86.html
IkBenPelgrim87.html
IkBenPelgrim88.html
IkBenPelgrim89.html
IkBenPelgrim90.html
IkBenPelgrim91.html
IkBenPelgrim92.html
IkBenPelgrim93.html
IkBenPelgrim94.html
IkBenPelgrim95.html
IkBenPelgrim96.html
IkBenPelgrim97.html
IkBenPelgrim98.html
IkBenPelgrim99.html
IkBenPelgrim100.html
IkBenPelgrim101.html
IkBenPelgrim102.html
IkBenPelgrim103.html
IkBenPelgrim104.html
IkBenPelgrim105.html
IkBenPelgrim106.html
IkBenPelgrim107.html
IkBenPelgrim108.html
IkBenPelgrim109.html
IkBenPelgrim110.html
IkBenPelgrim111.html
IkBenPelgrim112.html
IkBenPelgrim113.html
IkBenPelgrim114.html
IkBenPelgrim115.html
IkBenPelgrim116.html
IkBenPelgrim117.html
IkBenPelgrim118.html
IkBenPelgrim119.html
IkBenPelgrim120.html
IkBenPelgrim121.html
IkBenPelgrim122.html
IkBenPelgrim123.html
IkBenPelgrim124.html
IkBenPelgrim125.html
IkBenPelgrim126.html
IkBenPelgrim127.html
IkBenPelgrim128.html
IkBenPelgrim129.html
IkBenPelgrim130.html
IkBenPelgrim131.html
IkBenPelgrim132.html
IkBenPelgrim133.html
IkBenPelgrim134.html
IkBenPelgrim135.html
IkBenPelgrim136.html
IkBenPelgrim137.html
IkBenPelgrim138.html
IkBenPelgrim139.html
IkBenPelgrim140.html
IkBenPelgrim141.html
IkBenPelgrim142.html
IkBenPelgrim143.html
IkBenPelgrim144.html
IkBenPelgrim145.html
IkBenPelgrim146.html
IkBenPelgrim147.html
IkBenPelgrim148.html
IkBenPelgrim149.html
IkBenPelgrim150.html
IkBenPelgrim151.html
IkBenPelgrim152.html
IkBenPelgrim153.html
IkBenPelgrim154.html
IkBenPelgrim155.html
IkBenPelgrim156.html
IkBenPelgrim157.html
IkBenPelgrim158.html
IkBenPelgrim159.html
IkBenPelgrim160.html
IkBenPelgrim161.html
IkBenPelgrim162.html
IkBenPelgrim163.html
IkBenPelgrim164.html
IkBenPelgrim165.html
IkBenPelgrim166.html
IkBenPelgrim167.html
IkBenPelgrim168.html
IkBenPelgrim169.html
IkBenPelgrim170.html
IkBenPelgrim171.html
IkBenPelgrim172.html
IkBenPelgrim173.html
IkBenPelgrim174.html
IkBenPelgrim175.html
IkBenPelgrim176.html
IkBenPelgrim177.html
IkBenPelgrim178.html
IkBenPelgrim179.html
IkBenPelgrim180.html
IkBenPelgrim181.html
IkBenPelgrim182.html
IkBenPelgrim183.html
IkBenPelgrim184.html
IkBenPelgrim185.html
IkBenPelgrim186.html
IkBenPelgrim187.html
IkBenPelgrim188.html
IkBenPelgrim189.html
IkBenPelgrim190.html
IkBenPelgrim191.html
IkBenPelgrim192.html
IkBenPelgrim193.html
IkBenPelgrim194.html
IkBenPelgrim195.html
IkBenPelgrim196.html
IkBenPelgrim197.html
IkBenPelgrim198.html
IkBenPelgrim199.html
IkBenPelgrim200.html
IkBenPelgrim201.html