SHADWELL

De Verkoper was de Kringvorming uitgevlucht toen de Fuga buiten begon op te lossen. Daardoor had hij ongezien kunnen ontsnappen. Nu hun thuisland overal werd vernietigd, besteedde niemand ook maar enige aandacht aan de met bloed bedekte figuur die in de chaos wegstrompelde.
Slechts eenmaal moest hij halt houden, om een plekje te vinden waar hij ongestoord kon overgeven. Het braaksel spatte op zijn eens mooie schoenen en hij maakte die schoon met een handvol bladeren die al begonnen op te lossen zodra hij ze had vastgepakt.
Magie! Wat walgde hij daar nu van! De Fuga had hem betoverd met zijn beloften. Die had gepronkt met zijn zogenaamde betoveringen tot hij — arme Koekoek die hij was — niet meer had kunnen nadenken. Toen had hij hem ertoe gebracht in een vreemde huid te kruipen; had hem laten bedriegen en manipuleren; allemaal uit liefde voor leugens. En dat het leugens waren geweest, wist hij nu. Toen hij zijn handen had uitgestoken om zijn buit te pakken, was die opgelost, had hem het eigendom onthouden, hem achtergelaten alsof hij de schuldige was.
Maar het feit dat het zo lang had geduurd voordat hij had ingezien hoe hij was gebruikt, was een duidelijk bewijs van zijn onschuld. Hij had geen enkel levend ding kwaad willen doen; hij had alleen de waarheid en stabiliteit willen brengen naar een plaats die deze beide kwaliteiten hard nodig had gehad. En als dank was hij bedrogen. Waar zou de geschiedenis hem anders van kunnen beschuldigen dan van naiviteit, een vergeeflijke zonde? Nee, de ware boeven in deze tragedie waren de Zieners, die mensen betoverden en hun denkvermogen wegnamen. Zij hadden zijn ambitie een verkeerde wending gegeven, hetgeen al deze ellende als gevolg had gekregen. Een grimmige spiraal van vernietiging die in de Kringvorming was geeindigd, en hem — een slachtoffer van de omstandigheden — tot moord had gedreven.
Hij liep door de vervallende Fuga heen, klom het dal uit. Op de helling was de wind zuiverder, en maakte hem beschaamd. Hij stonk naar angst en frustratie, de wind rook naar de zee. Toen hij die geur inademde, wist hij dat die zuiverheid zijn enige hoop was om niet krankzinnig te worden.
Hij trok zijn bebloede jasje walgend uit. Dat was corrupt en corrumpeerde. Hij probeerde de voering kapot te scheuren, maar die verzette zich tegen zijn kracht. Dus maakte hij een bal van het jasje en gooide het hoog de lucht in. Het viel, rolde een rotsachtige helling af en bleef liggen, de mouwen uitgespreid, als een beenloos slachtoffer van een zelfmoord. Eindelijk was het waar het thuishoorde: in stof en modder.
En daar hoorden de Zieners ook thuis, dacht hij. Maar zij hadden het overleefd. Bedrog zat in hun bloed. Hoewel hun territoria waren vernietigd, zouden ze beslist nog wel een paar trucjes achter de hand hebben. Zolang zij leefden, zou hij niet rustig in zijn bed kunnen liggen. Ze hadden van hem een dwaas en een slager gemaakt en hij zou pas weer gezond zijn als ze allemaal dood waren.
Terwijl hij op de heuvel stond en naar het dal keek, kreeg zijn leven opeens weer een nieuw doel. Hij was bedrogen en vernederd. Maar hij leefde nog. De strijd was nog niet gestreden.
Deze monsters hadden een vijand. Immacolata had er vaak over gedroomd en verteld over de wildernis waar hij woonde.
De Gesel had ze hem genoemd.
Als hij de Zieners wilde vernietigen, zou hij een bondgenoot nodig hebben, en welke bondgenoot zou hij zich beter kunnen wensen dan die naamloze kracht waarvoor ze zich een eeuw geleden hadden verborgen?
Nu zouden ze zich nooit meer kunnen verbergen. Ze hadden geen land meer waarin ze zich konden verstoppen. Als hij de Gesel kon vinden — en die wakker kon maken — zouden ze hen gezamenlijk in een klap vernietigen.
De Gesel. De klank van dat woord stond hem heel erg aan.
Maar de stilte die zou komen als zijn vijanden in as waren veranderd, zou hem nog meer aanstaan.

Weefwereld
Section0001.xhtml
Section0122.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0121.xhtml