BIJ HET MEER, EN LATER

1
In het Veilinghuis was er een moment geweest dat Suzanna had gedacht dat er een einde zou komen aan haar leven. Ze had Apolline de trap of geholpen toen de muren begonnen te kraken en ze de indruk hadden dat het hele huis instortte. Ook nu ze naar het meer stond te kijken, was ze er niet zeker van hoe ze levend en wel waren ontsnapt. Waarschijnlijk was het menstruüm voor haar tussenbeide gekomen, hoewel ze het daar niet bewust toe gedwongen had. Ze moest nog heel veel leren over de macht die ze had geerfd. Niet in de laatste plaats in hoeverre hij van haar was en zij van hem. Als ze Apolline weer had gevonden, die ze in alle drukte was kwijtgeraakt, zou ze van die vrouw zoveel mogelijk aan de weet zien te komen. In die tussentijd kon ze zich verbazen over de eilanden vol cypressen, en kwam ze tot rust door het lispelen van de golven tegen de stenen. `We moeten verder.'
Jerichau verbrak haar overpeinzingen zo zacht als hij kon, en raakte met zijn hand even haar nek aan. Ze had hem achtergelaten bij het huis op de kust, waar hij sprak met vrienden die hij een mensenleven lang niet had gezien. Ze moesten herinneringen ophalen waarbij voor haar geen plaats was en die de anderen niet wilden delen, had ze aangevoeld. Boevenpraat, had ze onvriendelijk geconcludeerd toen ze wegging. Jerichau was uiteindelijk een dief.
Waarom zijn we hierheen gegaan?' vroeg ze hem.
`Ik ben hier geboren. Ik ken iedere steen bij naam.' Zijn hand rustte nog altijd op haar schouder. 'Of in ieder geval was dat zo. Ik wilde je dit plekje graag laten zien.'
Ze keek hem aan. Zijn voorhoofd was gefronst. 'Maar we kunnen hier niet blijven,' zei hij.
Waarom niet?'
`Ze wilden je spreken in Capra's Huis.'
`Mij?'
hebt het Weefsel ongedaan gemaakt.'
`Ik had geen keus. Cal werd bijna vermoord,' zei ze.
`Vergeet Cal nu maar,' zei hij, onvriendelijker. 'Mooney is een Koekoek. Jij bent dat niet.'
`Ja, dat ben ik wel,' zei ze nadrukkelijk. 'Of in ieder geval voel ik me een Koekoek en dat is het belangrijkste.'
Hij haalde zijn hand van haar schouder af. Opeens was hij knorrig. `Ga je mee of niet?'
Natuurlijk ga ik mee.'
Hij zuchtte.
`Het was niet de bedoeling dat het zo zou gaan,' zei hij, weer wat vriendelijker.
Ze was er niet zeker van waar hij op doelde: het ontbonden worden van het Weefsel, zijn hereniging met het meer, of het gesprek tussen hen. Misschien op alles een beetje.
'Wellicht was het een vergissing het Weefsel ongedaan t maken,' zei ze, ietwat in de verdediging gedrongen. 'Maar ik heb dat niet alleen gedaan. Het kwam door het menstruüm.'
`Het is jouw kracht,' zei hij, niet zonder wrok. 'Houd hem onder controle.'
Ze zond hem een ijskoude blik toe. 'Hoever is het lopen naar Capra's Huis?'
`In de Fuga is niets ver weg,' antwoordde hij. 'De Gesel heeft het merendeel van onze territoria verwoest. Aileen deze zijn nog over.' `Zijn er meer in het Koninkrijk?'
`Misschien. Maar we geven in feite alleen om wat we hier hebben. Daarom moeten we dit alles voor het ochtendgloren opnieuw verborgen hebben.'
Ochtendgloren. Ze was bijna vergeten dat de zon spoedig op zou komen en de Mensheid dan ook wakker zou worden. De gedachte dat haar mede-Koekoeken — met hun Iiefde voor dierentuinen, mismaakte mensen die tentoon werden gesteld en kermissen — dit territorium zouden binnendringen, amuseerde haar niet.
`Je hebt gelijk,' zei ze. 'We moeten haast maken.' En samen liepen ze van het meer weg, naar het Huis van Capra.
2
Terwijl ze liepen, kreeg Suzanna antwoord op een aantal vragen die haar al sinds het ontbinden van het Weefsel dwars hadden gezeten. De belangrijkste: wat was er gebeurd met het deel van het Koninkrijk dat door de Fuga in beslag was genomen? De omgeving van Thurstaston Common, achter het Veilinghuis was niet dicht bevolkt, maar ook niet helemaal verlaten. Er waren enige huizen en in de richting van Irby Heath woonden beduidend meer mensen. Wat was er met die huizen gebeurd? En met hun bewoners?
Het antwoord was heel eenvoudig. De Fuga was eromheen gegaan, zonder hun bestaan al te erg te verstoren, maar de omgeving wel geestig aanpassend. Dus waren de palen van de niet langer brandende lantarens als oude zuilen versierd met bloeiende wijnranken; een auto was bijna begraven in de zijkant van een heuvel, twee andere waren rechtop tegen elkaar aan gezet, neus tegen neus.
De huizen waren iets voorzichtiger behandeld. De meeste waren nog intact, hoewel de bloemen van de Fuga wel tot voor en achterdeuren reikten, alsof ze verwachtten een uitnodiging te krijgen om binnen te komen.
Jerichau en zij kwamen een paar Koekoeken tegen, die er eerder verward dan bang uitzagen. Een man, die alleen een pantalon met bretels aan had, klaagde met luide stem over het feit dat hij zijn hond kwijt was, en leek zich niets aan te trekken van de veranderingen die zich om hem heen voltrokken hadden. Pas toen hij was weggelopen, nog altijd de weggelopen hond roepend, vroeg Suzanna zich of of hij zag wat zij zag, of dat ook hier de selectieve blindheid die stralenkransen voor mensenogen verborgen hield, aan het werk was. Liep de eigenaar van de hond door bekende straten, zonder iets anders te kunnen zien dan wat hij gewend was? Of ving hij wellicht vanuit zijn ooghoeken een glimp van de Fuga op, een glorie die hij zich nog huilend zou herinneren als hij oud en seniel was geworden?
Jerichau kon die vragen niet beantwoorden. Hij wist het niet, zei hij, en het kon hem niets schelen.
Nog steeds nieuwe visioenen. Met iedere stap die ze zette, nam Naar verbazing toe over de verscheidenheid van plaatsen en objecten die de Zieners hadden gered. Anders dan ze had verwacht, was de Fuga geen verzameling van bosjes en heilige wouden. Heiligheid was hier iets democratisch, behoorde bij ieder fragment, klein en groot, natuurlijk en kunstmatig. Iedere hoek had iets eigens, iets betoverends. Het merendeel van die fragmenten was noodzakelijkerwijze weggehaald uit zijn context, zoals bladzijden uit een boek. Hun randen waren nog ruw door het geweld waarmee ze waren verwijderd, en de willekeurige manier waarop ze waren neergezet, maakte des te duidelijker dat ze niet bij elkaar hoorden. Maar dat werd wel door andere dingen gecompenseerd. De ongelijksoortigheid van de objecten — de manier waarop het huiselijke aan het openbare grensde, het gewone aan het wonderbaarlijke — zorgde voor nieuwe raadsels; duidde op nieuwe verhalen die deze tot dan toe losstaande bladzijden zouden kunnen vertellen.
Soms zag ze samenvoegingen van elementen die zo onwaarschijnlijk waren dat ze niet konden worden verklaard. Honden die naast een graf graasden waaruit een fontein van vuur omhoogspoot, als water; een raam in de grond, de gordijnen opbollend naar de lucht door een briesje dat het geluid van de zee meenam. Die raadsels, die ze niet kon verklaren, troffen haar diep. Er was niets dat ze nooit eerder had gezien — honden, graven, ramen, vuur — maar het leek alsof ze hier opnieuw waren uitgevonden en weer iets magisch hadden gekregen. Slechts eenmaal stelde ze Jerichau nog een vraag en die had betrekking op de Kringvorming, welks wolkendek voortdurend zichtbaar was en welks meest felle lichtflitsen heuvels en bomen in reliëf plaatsten.
`Daar is de Tempel van het Weefgetouw,' zei hij. 'Hoe dichter je daarbij in de buurt komt, hoe gevaarlijker het wordt.'
Waarom gevaarlijk?' zei ze.
`De betoveringen die nodig waren voor het maken van het Weefsel kenden huns gelijke niet. Er was grote opofferingsgezindheid, grote zuiverheid voor nodig. Meer clan de meesten van ons te bieden hebben. Nu beschermt de kracht zichzelf, door bliksemflitsen en stormen. En dat is maar goed ook. Het Weefsel zou kapotgaan als de Kringvorming erbij kon komen. Dan zou alles wat we hier verzameld hebben, vernietigd worden.'
Vernietigd?'
`Dat zeggen ze. lk weet niet of het waar is of niet. Ik begrijp al dat theoretische gedoe niet.'
'Maar je kunt wel toveren.'
Die opmerking leek hem hogelijk te verbazen. betekent niet dat ik je kan vertellen hoe ik dat doe. lk doe het gewoon.'
`Geef eens een voorbeeld?' zei ze. Ze voelde zich als een kind dat een goochelaar vraagt om uitleg van een trucje, maar ze wilde zo graag weten welke krachten hij bezat.
Hij trok een eigenaardig gezicht, vol tegenstrijdigheden: verlegenheid, onzekerheid, liefde.
`Misschien dat ik het je ooit eens zal laten zien,' zei hij. `Ik kan niet zingen of dansen, maar andere dingen kan ik wel.' Hij zweeg en bleef staan.
Ze had geen teken van hem nodig om het geluid van klokken overal om hen heen te horen. Het waren geen kerkklokken — deze klonken licht en melodisch — maar ze riepen de mensen wel.
`Capra's Huis,' zei hij, en liep met grote passen verder. De klokken wisten dat ze gehoord waren en begeleidden hen op hun weg.

Weefwereld
Section0001.xhtml
Section0122.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0121.xhtml