DE VERGANKELIJKE MACHINE
1
Op de ochtend van de tweede februari vond Cal Brendan dood in
zijn bed. Hij was, zei de arts, een uur voor het ochtendgloren
gestorven; hij had het gewoon opgegeven en was in zijn slaap
overleden. Geestelijk was hij ongeveer een week voor de kerstdagen
heel snel achteruitgegaan. Op sommige dagen had hij Geraldine met
zijn vrouws naam aangeroepen en Cal voor zijn broer gehouden. De
prognose was niet gunstig geweest, maar niemand had deze
plotselinge dood verwacht. Geen tijd voor verklaringen of een teder
afscheid. De ene dag was hij er nog, de volgende kon er alleen nog
om hem worden gerouwd.
Cal had veel van Brendan gehouden, maar vond het moeilijk
verdriet te uiten. Geraldine was degene die huilde; Geraldine was
degene die de juiste woorden vond toen de buren kwamen condoleren.
Cal kon alleen het treurende kind spelen. Gevoelens had hij niet;
hij voelde zich domweg slecht op zijn gemak.
Dat gevoel werd sterker toen de begrafenis naderde. Hij leek
steeds meer buiten zichzelf te staan, bekeek zijn gebrek aan
emoties vol ongeloof. Het leek wel alsof er opeens twee Cals waren.
De ene die in het openbaar rouwde en omging met de dood zoals hij
werd geacht dat te doen, de andere de criticus van de ene, die
vraagtekens zette achter ieder cliché en leeg gebaar. Die tweede
Cal was de stem van Maffe Mooney: de gesel van leugenaars en
hypocrieten. `Kijk nu eens goed naar jezelf!' fluisterde de
dichter. 'Zo onecht!'
Die splitsing bracht merkwaardige neveneffecten met zich met,
met als belangrijkste de dromen die hij nu weer kreeg. Hij droomde
dat hij zweefde in een lucht die even helder was als de ogen der
liefde; hij droomde over bomen vol gouden vruchten; droomde over
dieren die als mensen spraken en mensen die brulden als wilde
dieren. Hij droomde ook verschillende keren per nacht over de
duiven, en meer dan eens werd hij wakker met het stellige idee dat
33 en zijn vrouwtje het woord tot hem hadden gericht op hun
vogelmanier, hoewel hij niets zinnigs kon maken van de raad die ze
hem hadden gegeven. Dat idee bleef hem overdag bij, en hoewel hij
wist dat het belachelijk
was, merkte hij dat hij de vogels onder het voeren vragen
stelde, half gekscherend vroeg hem te vertellen wat ze wisten. Ze
knipoogden alleen en werden dik.
De begrafenis kwam en ging voorbij. Familieleden van Eileen
kwamen vanuit Tyneside, die van Brendan vanuit Belfast. Er was
whisky en Guinness voor Brendans broers en ham sandwiches zonder
korst, en toen de glazen en de borden leeg waren, gingen ze
allemaal weer naar huis.
2
`We zouden eens op vakantie moeten gaan,' stelde Geraldine een
week na de begrafenis voor. 'Je slaapt niet goed.'
Hij zat bij het raam van de eetkamer naar de tuin te
kijken.
`We moeten eens wat aan het huis doen,' zei hij. `Ik word er
depressief van.'
`We kunnen het altijd verkopen,' antwoordde ze.
Dat was een eenvoudige oplossing, waaraan hij zelf nog niet
had gedacht. 'Uitstekend, verdomd goed idee,' zei hij. 'Dan gaan we
een ander huis zoeken zonder een spoorbaan bij de
achtertuin.'
Ze gingen meteen op zoek naar een ander huis, voordat mooier
weer de prijzen zou opdrijven. Geraldine was in haar element, nam
hem mee naar diverse huizen, kwam met allerlei opmerkingen en
ideeën. Ze vonden een bescheiden huis in Wavertree dat ze beiden
leuk vonden, en deden er een bod op dat werd aangenomen. Maar ze
bleken het huis aan Chariot Street niet zo makkelijk kwijt te
kunnen raken. Twee kopers ondertekenden bijna een contract, maar
trokken zich op het allerlaatste moment toch weer terug. Naarmate
de weken verstreken, werd zelfs Geraldine iets minder
vrolijk.
In het begin van de maand maart was hun optie op het huis in
Waver-tree verlopen en moesten ze opnieuw op zoek gaan. Dat
gebeurde echter met veel minder enthousiasme, en ze vonden niets
dat hun aanstond.
En in Cals dromen spraken de vogels nog altijd. En nog altijd
kon hij hun wijze opmerkingen niet begrijpen.