VERTEL ME GEEN LEUGENS
De cel waarin ze Suzanna hadden geplaatst, was koud en zonder
charme, maar voor de man die tegenover haar had plaatsgenomen, gold
dat nog meer. Hij behandelde haar met een ironische hoffelijkheid
die zijn doordrammerigheid niet geheel kon verbergen. Niet eenmaal
had hij in het afgelopen uur zijn stem verheven, of ongeduld laten
blijken bij het telkens opnieuw stellen van dezelfde vragen.
`Hoe beet uw organisatie?'
'Ik heb geen organisatie,' zei ze voor de honderdste
keer.
`U bent heel ernstig in de problemen gekomen,' zei hij.
'Begrijpt u dat?'
`lk wil een advocaat spreken.'
`Er komt geen advocaat.'
`lk heb bepaalde rechten.'
Die rechten heeft u in Lord Street verspeeld,' zei hij. 'En nu
wil ik de namen van uw kameraden horen.'
'lk heb verdomme geen kameraden.'
Ze hield zichzelf voor dat ze kalm moest blijven, maar er werd
steeds meer adrenaline aangemaakt. Hij bleef haar voortdurend
loerend aankijken, als een hagedis. Bleef kijken, en stelde
dezelfde vragen, tot ze op het punt stond te gaan gillen.
`En die nikker,' zei hij, 'die hoort bij dezelfde
organisatie.' `Nee, nee, hij weet niets.'
Dus u geeft toe dat de organisatie bestaat.'
Dat heb ik niet gezegd.'
`U hebt het net vrijwel toegegeven.'
U legt me woorden in mijn mond.'
Weer die zure hoffelijkheid. 'Praat u dan alstublieft uit
uzelf.' `1k heb niets te zeggen.'
`We hebben getuigen die zullen bevestigen dat u en de nikker
`Noem hem niet zo!'
Dat u en de nikker het middelpunt van de rel vormden. Wie
verstrekt u uw chemische wapenen?'
`Doe niet zo belachelijk,' zei ze. 'dat bent u. U bent
belachelijk.'
Ze voelde dat ze bloosde en er blonken tranen in haar ogen.
Verdorie, ze zou deze man niet de voldoening geven haar te zien
huilen! Hij moest haar vastberadenheid hebben aangevoeld, want hij
schakelde over op een andere ondervragingstactiek.
'Vertel me over de code,' zei hij.
Ze begreep niets van die vraag. 'Welke code?'
Hij haalde Mimi's bock uit zijn jaszak en legde dat op de
tafel tussen hen in, met zijn brede, bleke hand er bezitterig
bovenop.
Wat betekent dit?' vroeg hij.
`Het is een bock .
'Probeer niet me in de maling te nemen.'
Dat doe ik niet, dacht ze. Jij bent gevaarlijk en je maakt me
bang. Maar ze zei: 'Het is echt niets anders dan een
sprookjesboek.'
Hij sloeg het open, bladerde het door.
'Leest u Duits?'
'Een beetje. Ik heb het bock van mijn grootmoeder cadeau
gekregen.' Hij bekeek hier en daar een illustratie, een ervan wat
langer — een draak met een glanzende staart in een middernachtelijk
bos.
'Ik hoop dat u beseft dat het er steeds beroerder voor u gaat
uitzien naarmate u meer tegen me liegt.'
Ze keurde dat dreigement geen antwoord waardig.
'Ik zal dit boekje binnenstebuiten keren,' zei hij.
'Met u dat alstublieft niet.'
Ze wist dat hij die opmerking als een bevestiging van haar
schuld beschouwde, maar ze had de woorden niet binnen kunnen
houden. `Bladzijde voor bladzijde en woord voor woord als dat
moet,' zei hij. 'Er staat niets in,' hield ze vol. 'Het is niets
anders dan een bock en het is van mij.'
`Het is bewijsmateriaal,' corrigeerde hij haar. 'En het
betekent iets.' .. sprookjes.
'Ik wil weten wat.'
Ze liet haar hoofd hangen om hem niet te laten genieten van
haar verdriet.
Hij stond op.
'Wacht op me,' zei hij, alsof ze de keus had. 'Ik ga eens
praten met dat nikkervriendje van u. Twee van de beste agenten van
deze stad hebben hem gezelschap gehouden en ik ben er zeker van dat
hij me nu alles zal willen vertellen. Zo meteen kom ik
terug.'
Ze sloeg haar hand voor haar mond om te voorkomen dat ze hem
zou smeken haar te geloven. Dat zou toch zinloos zijn.
Hij klopte op de deur. Die werd van de grendel gehaald en hij
stapte de gang op. Achter hem werd de grendel er weer
opgeschoven.
Enige minuten lang bleef ze aan de tafel zitten, en probeerde
een zinnige verklaring te vinden voor het gevoel dat haar keel
dichtkneep en haar gezichtsvermogen deed afnemen, waardoor ze
ademloos was en blind voor alles, behalve voor de herinnering aan
zijn ogen. Nog nooit in haar leven had ze dit gevoel
gekend.
Het duurde even voordat het tot haar doordrong dat het haat
was.