WAT ZE VERTELDE

`We zijn niet altijd verloren geweest,' begon ze. Tens woonden we in een tuin.'
Twee zinnen en Apolline onderbrak haar al.
Dat is alleen maar een verhaaltje,' zei ze tegen Cal en Suzanna.
haar het dan vertellen, verdomme!' snauwde Jerichau.
`Niets geloven,' raadde Apolline aan. Deze vrouw zou de waarheid nog niet kennen als ze ermee naar bed ging.'
Als reactie streek Lilia alleen met haar tong over haar lippen en ging verder.
`Het was een tuin,' zei ze. Die is de oorsprong van de Families.' `Welke Families?' zei Cal.
`De Vier Wortels van de Zieners. De Lo; de Ye-me; de Aia en Babu. De Families waarvan we allemaal afstammen. Sommigen van ons natuurlijk langs hobbeliger wegen dan anderen' — ze keek even vol venijn naar Apolline — 'maar we stammen allemaal van hen af. Ik en Nimrod zijn Ye-me. Onze Wortel heeft het tapijt geweven.'
`En kijk eens wat we daar wijzer van zijn geworden,' gromde Cammell. `Stom dat we de Wevers hebben vertrouwd. Handige handen en stomme geesten. Wij, de Aia — dat is mijn Wortel — zijn kundig met onze handen en met onze geest.'
`En jij?' zei Cal tegen Apolline en pakte zijn fles weer uit haar handen. Er zaten op zijn hoogst nog twee slokken in.
`Ma van mijn moeders kant,' antwoordde de vrouw. Daardoor kan ik zingen. En niemand weet helemaal zeker waarvan mijn vader afstamde. Hij kon geweldig dansen, mijn vader . .
`Als hij nuchter was,' zei Freddy.
`Hoe kun jij dat nu weten?' Apolline trok een grimas. `Je hebt mijn vader nooit ontmoet.'
Eenmaal was genoeg voor jouw moeder,' zei Freddy meteen. De baby brulde het uit van de lach, hoewel dat gezien zijn leeftijd eigenlijk helemaal niet kon.
`In ieder geval kon hij dansen,' zei Apolline, `hetgeen betekent dat hij ergens Lo-bloed in zich moest hebben.'
`En Babu-bloed, gezien de manier waarop jij praat,' zei Lilia. Toen zei Jerichau lets. 'Ik ben Balm,' zei hij. 'En neem maar van mij aan dat adem te kostbaar is om te verspillen.'
Adem. Dansen. Muziek. Tapijten. Cal probeerde die vaardigheden en de Families waarbij ze hoorden bij te houden, maar het was net zoiets als proberen alle namen van de Kellaway-clan te onthouden. `Punt is,' zei Lilia, `dat alle Families talenten hadden die de Mensheid vreemd zijn. Krachten die jullie wonderbaarlijk zouden noemen. Voor ons zijn ze net zo min opmerkelijk als het gegeven dat brooddeeg rijst. We hebben die talenten van het begin of gehad en die niet bijzonder gevonden. In ieder geval niet totdat we het Koninkrijk betraden. Toen beseften we dat jullie Soort graag wetten maakt. Graag vaststelt wat wat is en of dat goed is of niet. En omdat de wereld liefhebbend is en jullie niet wil teleurstellen of verdrietig maken, is die jullie ter wille. Gedraagt zich alsof jullie leerstellingen in zekere zin absoluut zijn.'
'War kun je over twisten,' mompelde Freddy.
`De wetten van het Koninkrijk zijn de wetten van de Koekoeken,' zei Lilia. 'Dat is een van de leerstellingen van Capra.'
Dan had Capra het mis,' antwoordde Freddy.
Die heeft het zelden mis,' zei Lilia. 'En zeker niet ten aanzien hiervan. De wereld gedraagt zich zoals de Koekoeken hem wensen te beschrijven. Uit hoffelijkheid. Dat is bewezen. Tot iemand met een beter idee op de proppen komt . .
`Wacht eens even,' zei Suzanna. je zeggen dat de aarde op de een
of andere manier naar ons luistert?'
Dat meende Capra.'
`En wie is Capra?'
Een groot man . .
`Of vrouw,' zei Apolline.
Die wel of niet geleefd heeft,' ging Freddy verder.
'Maar zelfs als ze niet heeft geleefd, had ze heel wat te zeggen,' zei Apolline.
`Hetgeen mijn vraag niet beantwoordt,' constateerde Suzanna. `Zo is Capra,' zei Cammell.
`Ga door, Lilia,' zei Cal. 'Vertel ons de rest van het verhaal.'
Ze begon weer: Dus heb je jullie, de Mensheid, met al jullie wetten en grenzen en bodemloze jaloezie; en ons, de Families van de Zieners. Even verschillend van jullie als de dag van de nacht.'
`Niet zoveel verschillend,' zei Jerichau. 'Vergeet niet dat we eens te midden van hen hebben geleefd.'
`En toen werden we behandeld als oud vuil,' zei Lilia met enig gevoel.
`Klopt,' zei Jerichau.
`De talenten die we hadden,' ging ze verder, `noemden jullie Koekoeken magic. Sommigen wilden die ook hebben. Sommigen waren er bang voor. Maar slechts weinigen hielden daarom van ons. Je moet weten dat de steden toen klein waren. Het was moeilijk je daarin verborgen te houden. Dus hebben we ons teruggetrokken. Naar de bossen en de heuvels, waar we dachten veilig te zijn.'
`Velen van ons hebben zich nooit onder de Koekoeken gewaagd,' zei Freddy. `Vooral de Aia. Niets te verkopen, weet je; en het had geen zin de nabijheid van de Koekoeken te verdragen als je niets te verkopen had. Dan kon je beter in het grote groen vertoeven.'
`Onzin,' zei Jerichau. `Jij houdt evenveel van steden als ieder van ons.' `Inderdaad,' zei Freddy. 'Ik houd van bakstenen en metselkalk. Maar ik benijd de schaapherder . . '
'Diens eenzaamheid of zijn schapen?'
`Zijn pastorale genoegens, jij idioot!' zei Freddy. Toen, tegen Suzanna: `Mevrouw, u moet begrijpen dat ik niet bij deze mensen hoor. Werkelijk niet. Hij (hij wees met een vinger op Jerichau) — is een veroordeelde dief. Zij —' (nu was Apolline aan de beurt) — had een bordeel. En deze —' (nu Lilia) — zij en haar broertje hebben zoveel verdriet veroorzaakt . . . '
Een kind?' zei Lilia, en keek naar de baby. 'Hoe kun je een onschuldig . .
`Bespaar ons alsjeblieft dat huichelachtige gedoe,' zei Freddy. `Je broer kan er als een baby uitzien, maar wij weten wel beter. Jullie zijn alle twee Gemaskerden. Waarom zouden jullie anders in de Rand zitten?'
'Ik zou jou dezelfde vraag kunnen stellen,' reageerde Lilia.
`Er is tegen mij samengezworen,' protesteerde hij. `Mijn handen zijn schoon.'
'Ik heb nooit een man met schone handen vertrouwd,' mompelde Apolline.
`Hoer!' zei Freddy.
`Koper!' zei de ander, waardoor er een einde kwam aan de uitbarsting.
Cal keek Suzanna even vol ongeloof aan. Het was duidelijk dat die twee elkaar niet graag mochten.
`Dus . . ' zei Suzanna. `Je was aan het vertellen dat jullie je in de heuvels verborgen hadden.'
`We hadden ons niet verborgen,' zei Jerichau. 'We waren gewoon onzichtbaar.'
`Is dat iets anders?' zei Cal.
`Inderdaad. We hebben heilige plaatsen die de meeste Koekoeken nog niet zouden kunnen zien als ze er een paar meter vandaan stonden . . . '
`En we hadden talenten,' zei Lilia, 'om onze sporen te verbergen als de Mensheid te dicht in de buurt kwam.'
`Hetgeen of en toe gebeurde,' zei Jerichau. `Sommigen werden nieuwsgierig. Begonnen in de bossen te zoeken naar sporen van ons.' Wisten ze dan wie jullie waren?' vroeg Suzanna.
`Nee,' zei Apolline. Ze had een stapel kleren van een van de stoelen afgesmeten en was er schrijlings op gaan zitten. 'Nee, ze konden alleen afgaan op geruchten. Ze noemden ons van alles en nog wat. Schaduwen en feeën. Allerlei geouwehoer. Maar een paar van hen kwamen echt heel dicht bij ons in de buurt, al was dat dan wel alleen omdat wij dat toelieten.'
`Bovendien waren we niet met zovelen,' zei Lilia. 'We zijn nooit bijzonder vruchtbaar geweest. Hebben nooit zoveel zin in copuleren gehad.'
Dan spreek je alleen namens jezelf,' zei Apolline en gaf Cal een knipoog.
`Punt is dat we meestal werden genegeerd en zoals Apolline al zei, legden we alleen contacten als we daar zelf behoefte aan hadden. Misschien dat iemand van jullie Soort een talent had waarvan wij konden profiteren. Paardenfokkers, wijnverkopers . . . maar feit is dat jullie naarmate de eeuwen verstreken, een dodelijk ras werden.'
Inderdaad,' zei Jerichau.
`Het weinige contact dat we met jullie hadden, verdween vrijwel vol-
ledig. We lieten jullie over aan jullie bloedbaden, en aan jullie jaloezie .
Waarom kom je telkens weer terug op die jaloezie?' vroeg Cal. `Daar is jullie Soort berucht om,' zei Freddy. `Altijd willen hebben wat jullie niet hebben, alleen omwille van het hebben.'
`En jullie zijn verdomme zeker perfect?' zei Cal. Hij werd die eindeloze opmerkingen over de Koekoeken moe.
`Als we perfect zouden zijn, waren we onzichtbaar, nietwaar?' zei Jerichau. Cal begreep niets van die opmerking. 'Nee, we zijn van vlees en bloed, net als jullie,' ging Freddy verder. 'En dus zijn we niet perfect. We maken er alleen niet zoveel herrie over. Jullie moeten het gevoel hebben dat er jets tragisch is in jullie leven, omdat je anders maar half leeft.'
Waarom moest mijn grootmoeder dan op het tapijt passen?' zei Suzanna. `Zij was uiteindelijk toch een Koekoek?'
'Dat woord moet je niet gebruiken,' zei Cal. `Ze was een mens.'
`Ze had gemengd bloed,' corrigeerde Apolline hem. 'Ziener van moederskant en Koekoek van vaderskant. Ik heb een paar maal met haar gesproken. We hadden iets gemeen, weet je. Beiden gemengde huwelijken. Haar eerste man was een Ziener, mijn echtgenoten waren allemaal Koekoeken.
Maar zij was slechts een van verschillende Conservators. De enige vrouw; de enige met enig menselijk bloed ook, als ik het me goed herinner.
We moesten minstens een Conservator hebben die het Koninkrijk kende en er absoluut onopvallend uitzag. Op die manier hoopten we te worden genegeerd en uiteindelijk vergeten.'
`En dat alles . . . alleen om jullie voor de Mensheid te verbergen?' zei Suzanna.
`0 nee,' zei Freddy. 'We hadden wellicht kunnen blijven leven zoals we leefden, aan de rand van het Koningrijk . . maar dingen veranderden.'
'Ik kan me het jaar niet meer herinneren waarin het begonnen is,' zei Apolline.
`1896,' zei Lilia. '1896 was het jaar van de eerste fatale rampen.' Wat is er toen gebeurd?' vroeg Cal.
Daar is niemand tot op heden zeker van. Maar vanuit het niets verscheen lets, een wezen dat slechts een ding wilde: ons vernietigen.' Wat voor een wezen?'
Lilia haalde haar schouders op. 'Niemand die zijn gezicht heeft gezien, is in leven gebleven.'
`Menselijk?' vroeg Cal.
`Nee. Het was niet blind, zoals Koekoeken blind zijn. Het kon ons ruiken. En onze meest ingewikkelde trucs konden het niet lang een rad voor ogen draaien. En als het voorbij was, leek het of diegenen naar wie het had gekeken, nooit hadden bestaan.'
`We zaten gevangen,' zei Jerichau. `Aan de ene kant de Mensheid, die iedere dag meer territorium wilde hebben, tot we nauwelijks een plekje meer hadden om ons te verbergen; en aan de andere kant de Gesel, zoals we hem noemden, en die alleen zijn eigen ras leek te willen vermoorden. We wisten dat het slechts een kwestie van tijd zou zijn voordat wij waren uitgeroeid.'
`Hetgeen jammer zou zijn geweest,' zei Freddy droog.
`Het was niet allemaal even somber,' zei Apolline. 'Het klinkt misschien gek, maar ik heb die laatste jaren een fijne tijd gehad. Wanhoop, weet je, is de beste liefdesdrank.' Ze grinnikte. 'En we hebben een paar plaatsen gevonden waar we tijdelijk veilig waren en de Gesel ons niet kon vinden.'
`Ik kan me niet herinneren gelukkig te zijn geweest,' zei Lilia. 'Ik herinner me alleen de nachtmerries.'
`En de heuvel?' zei Apolline. 'Hoe heette die ook alweer? De heuvel waar we die laatste zomer waren. 1k kan me die herinneren als de dag van gisteren . . '
`De Raymentheuvel.'
'Inderdaad. De Raymentheuvel. Daar was ik gelukkig.'
'Maar hoelang zou dat hebben geduurd?' zei Jerichau. `Vroeg of laat zou de Gesel ons gevonden hebben.'
`Misschien,' zei Apolline.
'We hadden geen keus,' zei Lilia. 'We hadden een schuilplaats nodig. Een plaats waar de Gesel ons nooit zou zoeken. Waar we een tijdje konden slapen, totdat we vergeten waren.'
`Het tapijt,' zei Cal.
zei Lilia. 'Dat was de schuilplaats die de Raad uitkoos.'
een eindeloze discussie,' zei Freddy. 'En in die tijd zijn er nog honderden gestorven. Dat laatste jaar, toen het Weefgetouw aan het werk was, was er iedere week sprake van een nieuwe massamoord. Afschuwelijke verhalen. Afschuwelijk.'
`We waren natuurlijk kwetsbaar,' zei Lilia. 'Omdat er van alle kanten vluchtelingen kwamen van wie sommigen fragmenten van hun territoria meenamen . . . dingen die het moorden hadden overleefd . . . Ze kwamen allemaal hierheen, hopend in het tapijt een plaatsje te vinden voor hun bezittingen.'
'Bezittingen?'
`Ja. Huizen. Stukken grond. Gewoonlijk namen ze een goede Babu in de arm die het land of het huis of wat het ook was, in een teken kon onderbrengen. Op die manier kon het gedragen worden, begrijp je .
`Nee, ik begrijp het niet,' zei Cal. leg het me eens uit.'
`Het is jouw Familie,' zei Lilia tegen Jerichau. 'Leg jij het maar uit.' 'Wij Babus kunnen hiërogliefen maken,' zei Jerichau, 'en die in ons hoofd met ons meedragen. Een groot technicus, zoals mijn meester Quekett . . . die kon een teken maken waarin een kleine stad was gevat, dat zweer ik, en die vervolgens weer perfect reproduceren, tot en met de laatste dakpan.' Toen hij dat zei, klaarde zijn lange gezicht op. Toen maakte een andere herinnering hem weer triest. `Mijn meester was in de Lage Landen toen de Gesel hem vond,' zei hij. 'En toen was hij weg. Zomaar opeens weg.'
Waarom zijn jullie allemaal naar Engeland gegaan?' wilde Suzanna weten.
'Dat was het veiligste land ter wereld. En de Koekoeken hadden het natuurlijk druk met het Rijk. We konden in de menigte opgaan terwijl de Fuga in het tapijt werd geweven.'
Wat is de Fuga?' vroeg Cal.
'Dat is alles wat we voor de vernietiging konden behoeden. Delen van het Koninkrijk die de Koekoeken nooit werkelijk hadden gezien en dus ook niet zouden missen als ze er niet meer waren. Een bos, een paar meren, een bocht van een rivier, een delta van een andere. Sommige huizen; een paar pleinen, zelfs enige straten. Die hebben we gerangschikt tot een soort van stad.'
`De Weergaloze noemden ze die,' zei Apolline. `Stomme naam.' `Aanvankelijk werd er geprobeerd at die bezittingen enigermate ordelijk op te bergen,' zei Freddy. 'Maar dat ging al snel niet meer toen er steeds meer vluchtelingen kwamen met dingen die in het tapijt geweven moesten worden. ledere dag meer. Mensen stonden nachten lang voor Capra's huis te wachten, met iets kleins dat ze uit handen van de Gesel wilden houden.'
Daarom duurde het zo lang,' zei Lilia.
`Maar niemand werd weggestuurd,' zei Jerichau. 'Dat was van het begin of aan afgesproken. Iedereen die een plaats in het Weefsel wilde hebben, kreeg die ook.'
`Ook wij,' zei Apolline, 'hoewel we niet direct brandschoon zijn. Ook wij kregen een plaatsje.'
`Maar waarom een tapijt?' zei Suzanna.
`Wat wordt makkelijker over het hoofd gezien dan iets waarop je staat?' zei Lilia. 'Bovendien konden we weven.'
'Alles heeft een bepaald patroon,' zei Freddy. 'Als je dat vindt, kan het kleine in het grote worden gepast.'
Natuurlijk wilde niet iedereen het Weefsel in,' zei Lilia. `Sommigen besloten het erop te wagen en te midden van de Koekoeken te blijven. Maar de meesten vertrokken.'
`En hoe was het?'
`Net alsof je sliep. Een droomloze slaap. We werden niet ouder. We hadden geen honger. We wachtten domweg tot de Conservators het veilig achtten ons weer te wekken.'
`En de vogels?' zei Cal.
`0, er komt geen einde aan de bloemen en vogels die geweven zijn .
'Ik bedoel niet de Fuga zelf. Ik vraag naar mijn duiven.' Wat hebben jouw duiven hiermee te maken?' vroeg Apolline.
Cal vertelde in het kort hoe hij het tapijt voor het eerst had gezien. Dat is de invloed van de Kringvorming,' zei Jerichau.
Kringvorming?'
`Kun je je de wolken in her hart van het tapijt nog herinneren?' zei Apolline. 'Dat is de Kringvorming. Daarin is het Weefgetouw gehuisvest.'
`Hoe kan een tapijt nu het Weefgetouw herbergen waarop het geweven is?' vroeg Suzanna.
`Het Weefgetouw is geen apparaat,' zei Jerichau. 'Het is een staat van wording. Hij heeft de elementen van de Fuga verenigd tot iets dat eruitziet als een doodgewoon tapijt. Maar dat is voor mensen moeilijk te begrijpen, en hoe dichter je in de buurt van de Kringvorming komt hoe vreemder alles wordt. Daar zijn plaatsen waar de geesten van de toekomst en het verleden spelen en . .
Daar moeten we niet over praten,' zei Lilia. brengt ongeluk.'
`Hoeveel ongelukkiger kunnen we nog worden?' zei Freddy. `Zo weinigen van ons...'
`We zullen de Familie wakker maken zodra we het tapijt weer gevonden hebben,' zei Jerichau. 'De Kringvorming moet rusteloos worden, want anders zou deze man her tapijt niet hebben gezien. Het Weefsel kan niet altijd standhouden '
`Hij heeft gelijk,' zei Apolline. 'Ik veronderstel dat we er iets aan moeten doen.'
`Maar het is niet zei Suzanna.
`Veilig voor wat?'
'Ik bedoel bier in de wereld, in Engeland, is het niet veilig.'
`De Gesel moet het na al deze jaren hebben opgegeven,' zei Freddy. Waarom heeft Mimi jullie dan niet gewekt?'
Freddy trok een grimas. `Misschien was ze ons vergeten.' `Vergeten zei Cal. 'Onmogelijk.'
`Makkelijk om zoiets te zeggen,' antwoordde Apolline. 'Maar je moet sterk zijn om je tegen het Koninkrijk te verzetten. Als je er te diep in verzeild raakt, kun je je binnen de kortste keren niet eens je eigen naam meer herinneren.'
'Ik geloof niet dat ze jullie vergeten was,' zei Cal.
`Onze eerste prioriteit,' zei Jerichau, Cals protest negerend, 'is het terugvinden van het tapijt. Dan gaan we deze stad uit, op zoek naar een plaats waar Immacolata ons nooit zal komen zoeken.'
`En wij dan?' zei Cal.
`Hoezo?'
`Krijgen wij het niet te zien?'
Wat?'
De Fuga, verdomme!' zei Cal, woedend over het gebrek aan iets van hoffelijkheid of dankbaarheid van deze mensen.
`Dan hebben jullie nu niets meer mee te maken,' zei Freddy.
'Wel waar!' zei Cal. 'II( heb hem gezien! 1k ben er bijna voor vermoord.'
`Dan kun je beter uit de buurt blijven,' zei Jerichau. 'Als je zo bezorgd bent voor je adem.'
bedoelde ik niet.'
`Cal,' zei Suzanna en legde een hand op zijn arm.
Haar poging hem tot rust te brengen maakte hem alleen bozer. `Kies geen partij voor hen,' zei hij.
`Het is geen kwestie van partij kiezen,' begon ze, maar hij was niet van plan zich te laten kalmeren.
`Kun jij makkelijk zeggen,' zei hij. hebt connecties.'
Dat is niet eerlijk!'
`En het menstruüm:
`Wat?' zei Apolline, en haar stem bracht Cal tot zwijgen. `Jij?' `Kennelijk,' zei Suzanna.
`En je hebt nog steeds vlees op je botten?'
Natuurlijk. Waarom zou dat dan niet zo moeten zijn?'
`Niet waar hij bij is,' zei Lilia, en keek naar Cal.
Dat was de limiet.
`Oke,' zei hij. 'Als jullie niet willen praten waar ik bij ben, is dat best. Jullie kunnen allemaal een hoge boom in.'
Hij liep naar de deur, negeerde Suzanna's pogingen hem terug te roepen. Achter hem was Nimrod geluidjes aan het maken.
`En houd jij je bek,' zei hij tegen het kind, en liet de kamer over aan de binnendringers.

Weefwereld
Section0001.xhtml
Section0122.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0121.xhtml