STRATEGIE
Shadwells bevrijdingsleger bestond uit drie bataljons.
Het eerste en verreweg het grootste was samengesteld uit de
volgelingen van de Profeet, de bekeerlingen wier enthousiasme hij
tot fanatieke proporties had opgezweept en wier toewijding aan hem
en zijn belofte geen grenzen kende. Hij had gewaarschuwd dat er
bloed vergoten zou worden en bloed zou er vergoten worden, voor een
groot deel van henzelf. Maar ze waren op een dergelijk offer
voorbereid; de wilderen onder hen, voornamelijk Ye-me, de meest
heetgebakerde van de Families, verlangden er verschrikkelijk naar
eens een paar botten te breken.
Het was een enthousiasme waar Shadwell al gebruik van had
gemaakt, zij het discreet, wanneer iemand af en toe eens een
vraagteken had gezet achter hetgeen hij predikte. En hij zou er
opnieuw gebruik van maken als er tekenen van zwakte in de gelederen
te bespeuren zouden zijn. Hij zou natuurlijk proberen de Fuga door
retorisch gepraat te onderwerpen, maar hij dacht niet dat de kans
groot was dat hem dat zou lukken. Zijn volgelingen hadden zich
makkelijk een rad voor ogen laten draaien; door hun leven in het
Koninkrijk waren ze zo gewend aan halve waarheden dat ze bereid
waren iedere fictie te geloven, mits die maar op een juiste manier
werd opgedist. Maar de Zieners die in de Fuga waren gebleven,
zouden zich niet zo gemakkelijk laten misleiden. En dan zouden de
knuppels en pistolen moeten worden gebruikt.
Het tweede bataljon bestond uit Hobarts makkers, leden van de
divisie die Hobart ijverig had voorbereid op het uitbreken van een
revolutie die nooit was uitgebroken. Shadwell had hen kennis laten
maken met de genoegens van zijn jasje en ze hadden in de plooien
allemaal wel iets gevonden dat de moeite waard was om hun ziel voor
te verkopen. Nu waren ze zijn Elitekorps, bereid om hem te
verdedigen met hun eigen leven als dat nodig mocht zijn.
Het derde en laatste bataljon was minder zichtbaar dan de
andere twee, maar niet minder machtig. De soldaten waren de
buitenbeentjes, de zonen en dochters van de Magdalena; een
onordelijk stelletje licht of zwaar krankzinnigen. Shadwell
had ervoor gezorgd dat de zusters de kinderen goed verborgen hadden
gehouden, omdat zij bewijzen waren voor een corruptie waarmee een
Profeet niet in verband mocht worden gebracht, maar ze wachtten,
trokken aan de sluiers die Immacolata over hen heen had geworpen
tot ze als de nood aan de man kwam, konden worden losgelaten.
Hij had zijn invasie voorbereid met een Napoleontische
precisie. De eerste fase, een uur na het ochtendgloren, betrof het
vertrek naar Capra's Huis, waar hij de Raad van de Families onder
ogen zou komen voordat ze tijd hadden gehad over de situatie te
confereren. De rit erheen was net een triomftocht en werd gemaakt
in de auto van de Profeet, waarvan de donkere ramen de passagiers
voor de ogen van nieuwsgierigen verborgen hielden, gevolgd door een
konvooi van twaalf andere voertuigen. Shadwell zat op de
achterbank, met Immacolata naast zich. Hij condoleerde haar met de
dood van de Magdalena.
`Heel erg . . . ' zei hij zacht. . . we hebben een waardevolle
bondgenoot verloren.'
Immacolata zei niets.
Shadwell haalde een gekreukeld pakje sigaretten te voorschijn
uit de zak van zijn jasje, en stak een sigaret op. Die sigaret en
de hebberige manier waarop hij eraan trok, alsof deze hem ieder
moment zou kunnen worden afgepakt, pasten helemaal niet bij het
masker dat hij droeg. denk dat we beiden weten hoe hierdoor dingen
zijn veranderd,' zei hij met een kleurloze stem.
Vat is veranderd?' zei ze. Wat genoot hij van de onrust die
hij op haar gezicht zag!
Je bent kwetsbaar,' bracht hij haar in herinnering. 'Nu meer
dan ooit. En daar maak ik me zorgen over.'
`Er zal niets met me gebeuren,' hield ze vol.
`Er zou best wel wat met je kunnen gebeuren,' zei hij zacht.
'We weten niet op hoeveel verzet we zullen stuiten. Het zou
misschien verstandig zijn als je je helemaal uit de Fuga
terugtrok.'
`Nee! Ik wil hen zien branden!'
`Begrijpelijk,' zei Shadwell. 'Maar je zult een doelwit zijn
en als we jou verliezen, hebben we ook niets meer aan de kinderen
van de Magdalena.'
Immacolata keek naar Shadwell. `Gaat het daarom? Wil je de
buitenbeentjes hebben?'
`Tsja, ik denk dat zij in tactisch opzicht . . '
Je mag hen hebben,' zei ze. 'Ik geef hen je cadeau. Ik wil
niet aan hen herinnerd worden. Haar smaak en behoeften heb ik
altijd al walgelijk gevonden.'
Shadwell glimlachte magertjes.
'Dank je,' zei hij.
`Ik geef hen je met alle soorten van genoegen cadeau. Ik wil
aIleen naar het vuur mogen kijken.'
Natuurlijk mag je dat!'
'En ik wil dat die vrouw gevonden wordt. Suzanna. Ik wil dat
ze wordt gevonden en aan mij overgedragen.'
mag haar hebben,' zei Shadwell, alsof er niets eenvoudigers
was dan dat. 'Maar nog een vraag. Moet ik een bepaald woord
gebruiken om de kinderen te roepen?'
'Inderdaad.'
Hij nam een trek van zijn sigaret. Dan moet je me dat
vertellen,' zei hij, `gezien het feit dat ze nu van mij
zijn.'
'Je poet hen roepen bij de namen die zij hun gegeven heeft.
Dan komen ze meteen.'
`En wat zijn hun namen dan wel?' zei hij, terwijl hij een pen
uit zijn zak pakte.
Hij schreef die namen achter op het pakje sigaretten, om die
niet te vergeten. Toen dat was geregeld, reden ze zwijgend
verder.