DE KOORDDANSERS
1
Cal en Suzanna liepen zo snel als hun nieuwsgierigheid dat
mogelijk maakte. Ondanks hun urgente missie was er veel waardoor ze
telkens toch weer even hun pas inhielden. Zoveel vruchtbaarheid in
de wereld om hen heen, welks schepping blijk gaf van zoveel
verstand en vernuft, dat ze vaak domweg wel stil moesten blijven
staan om te kijken. Tussen de bloemen en dieren zagen ze niet een
soort dat in het Koninkrijk van de Koekoeken totaal geen precedent
had, maar alles leek iets magisch te hebben, van kiezelsteentje tot
vogel, en alles wat het oog verder kon bewonderen.
Er kruisten wezens hun pad die verre familie moesten zijn van
de vos, de kat en de slang; maar niet meer dan verre familie. En
een van de meest opvallende trekjes van die dieren was een totaal
gebrek aan verlegenheid. Ze vluchtten niet voor de nieuwkomers. Ze
keken alleen even de kant van Cal en Suzanna op, om hun bestaan te
erkennen, en gingen dan weer verder met hun eigen bezigheden.
Het zou het Paradijs hebben kunnen zijn, of een door
opiumgebruik opgeroepen droom daarover, tot het geluid van een niet
goed afgestelde radio die illusie verstoorde. Fragmenten van muziek
en stemmen, doorbroken door statische geluiden, kwamen tussen de
berken vandaan. Ze hoorden ook gelach, maar dat werd opeens
vervangen door geschreeuw en dreigementen, die naarmate Cal en
Suzanna verder tussen de bomen doorliepen, steeds duidelijker
hoorbaar werden. Aan de andere kant zagen ze een veld met hoog
gras. En drie jonge jongens. Eentje balanceerde op een koord dat
losjes tussen twee palen gespannen was en keek naar de twee
anderen, die aan het vechten waren. Waar de ruzie over ging was
duidelijk: een radio. De kleinste van het tweetal, wiens haar zo
blond was dat het bijna wit leek, verdedigde zijn bezitting met
weinig succes tegen zijn grotere tegenstander. De aanvaller trok
het apparaat uit handen van de jonge jongen en smeet het weg. Het
kwam tegen een van de verweerde beelden aan, waarvan er daar
verscheidene half verloren in het gras stonden en het liedje hield
opeens op. De eigenaar van de radio stortte zich woedend op de
boosdoener en schreeuwde: 'Rotzak! Je hebt hem kapotgemaakt! Je
hebt hem verdomme kapotgemaakt.' `Koekoekentroep, De Bono,'
antwoordde de andere jongen, die klappen makkelijk kon afweren. 'En
met troep moet je je niet inlaten. Heeft je moeder je dat niet
geleerd?'
`Hij was van mij!' schreeuwde De Bono terug. Hij kon de radio
in h hoge gras niet ontdekken en werd daardoor nog woedender.
`Galin heeft gelijk,' zei de koorddanser.
De Bono had een brilletje met een ijzeren montuur uit het
borstzak van zijn hemd gehaald, en was op zijn hurken gaan zitten
om zij kostbare bezit te zoeken.
`Corrupt, iets anders is zo'n apparaat niet,' zei de jongen op
he koord, die nu aan het springen was. `Starbrook zou je ballen
ervoor laten afsnijden als hij het wist.'
`Starbrook zal het niet te horen krijgen,' snauwde De
Bono.
Vat zal hij wel,' zei Galin, en keek even naar de koorddanser.
'Om dat jij hem dat gaat vertellen, nietwaar, Toiler?'
`Misschien,' luidde het met een zelfvoldaan glimlachje gegeven
antwoord.
De Bono had de radio gevonden. Hij pakte hem op en schudde hem
heen en weer. Er kwam geen muziek.
`Rotzak!' zei hij tegen Galin. `Kijk nu eens wat je hebt
gedaan.' Hij zou waarschijnlijk opnieuw in de aanval zijn gegaan
als Toiler vanaf het koord de toeschouwers op dat moment niet had
gezien. Wie zijn jullie verdomme?' zei hij.
Ze staarden alle drie naar Suzanna en Cal.
Dit is Starbrooks Veld,' zei Galin dreigend. mogen hier
niet
zijn. Hij vindt het niet prettig als hier vrouwen
komen.'
`Hij is natuurlijk een idioot,' zei De Bono, die met zijn
vingers door zijn haar streek en naar Suzanna grijnsde. 'En dat
kunnen jullie ook tegen hem zeggen, als hij ooit nog eens
terugkomt.'
`Reken maar dat ik dat ook zal doen,' zei Toiler grimmig. Wie
is die Starbrook?' vroeg Cal.
Wie Starbrook is?' zei Galin. 'Da weet toch zeker iedereen . .
Hij maakte zijn zin niet af en leek her opeens te begrijpen. 'Julie
zijn Koekoeken!'
`Inderdaad.'
`Koekoeken,' herhaalde Toiler, zo geschrokken dat hij bijna
zijn evenwicht verloor. 'Op het Veld?'
De Bono glimlachte nog breder.
`Koekoeken,' zei hij. Dan kunnen jullie dat apparaat maken
.
Hij liep naar Suzanna en Cal, en wilde hun de radio
overhandigen. `Ik zal het proberen,' zei Cal.
Waag het niet,' zei Galin, ofwel tegen Cal ofwel tegen De Bono
of tegen beiden.
`Mijn hemel, het is alleen maar een radio,' protesteerde Cal.
`Het is Koekoekentroep,' zei Galin.
`Corrupt,' verklaarde Toiler nogmaals.
heb je hem gevonden?' vroeg Cal aan De Bono.
'War heb je niets mee te maken,' zei Galin en deed een stap in
de richting van de binnendringers. 'Ik heb jullie al gezegd dat
jullie hier niet welkom zijn.'
`Cal, hij is duidelijk geweest,' zei Suzanna. 'La= maar
zitten.' `Sorry,' zei Cal tegen De Bono. Je zult hem zelf moeten
maken.' `Ik weet niet hoe,' zei de jongeman triest.
`Wij hebben werk te doen,' zei Suzanna, en hield Galin met een
half oog in de gaten. 'We moeten verder.'
Ze trok aan Cals arm. 'Kom mee.'
`Verdomde Koekoeken,' zei Galin.
`Ik wil zijn neus breken,' zei Cal.
`We zijn hier niet om bloed te vergieten. We zijn hier juist
om te voorkomen dat dat gebeurt.'
Dat weet ik. Dat weet ik.'
Met een verontschuldigend schouderophalen richting De Bono
draaide Cal zich om, en liepen ze weer terug naar de berken. Opeens
hoorden ze voetstappen achter zich. Het was De Bono, die de radio
nog altijd vasthield.
`Ik ga met jullie mee,' kondigde hij onuitgenodigd aan.
'Onderweg kun je dan het apparaat maken.'
`En Starbrook dan?' vroeg Cal.
`Starbrook komt niet terug,' antwoordde De Bono. `Ze zullen op
hun rug in het gras op hem blijven liggen wachten, maar hij zal
niet terugkomen. Ik heb betere dingen te doen.'
Hij grinnikte.
`Ik heb gehoord wat het apparaat heeft gezegd,' zei hij tegen
hen. 'Het zal een mooie dag worden.'
2
De Bono kon hun veel vertellen. Er was geen onderwerp waarover
hij niet minstens wel iets te zeggen had en zijn enthousiasme
haalde Suzanna uit haar melancholische stemming, veroorzaakt door
de dood van Jerichau. Cal liet hen praten. Hij had zijn handen vol
met tijdens het lopen te proberen de radio te repareren. Hij
slaagde er echter wel in een al eerder door hem gestelde vraag
te herhalen, namelijk waar De Bono de radio vandaan had.
heb hem vanmorgen gekregen van een van de mensen van de
Profeet,' vertelde De Bono. 'Hij had er dozen vol van.'
`Werkelijk?' zei Cal.
`Om mensen mee om te kopen,' constateerde Suzanna.
Denk je dat ik dat niet weet?' zei De Bono. Je krijgt niets
voor niets. Maar ik geloof niet dat alles wat een Koekoek me geeft,
corrupt is. Dat zegt Starbrook alleen maar. We hebben al eerder te
midden van de Koekoeken gewoond en dat overleefd. . Hij maakte zijn
zin niet af, en keek naar Cal. 'Is het je al gelukt?'
`Nog niet. Ik ben niet zo goed met radio's.'
`Misschien dat ik iemand anders kan vinden die het wel kan,'
zei hij. In de stad. De Weergaloze.'
gaan naar Capra's Huis,' zei Suzanna.
`En ik ga met jullie mee, via de stad.'
Suzanna wilde protesteren.
`Een mens moet eten,' zei De Bono. `Mijn maag denkt dat mijn
keel is doorgesneden.'
`teen omwegen,' zei Suzanna.
`Het is helemaal geen omweg,' verklaarde De Bono stralend.
'Hij ligt op de route.' Hij keek haar eens van opzij aan. `Niet zo
achterdochtig zijn,' zei hij. Je bent nog erger dan Galin. Ik zal
jullie heus de goede weg wijzen. Vertrouw me nu maar.'
`We hebben geen tijd om bezienswaardigheden te bekijken. We
hebben iets belangrijks te doen.'
`En houdt dat verband met de Profeet?'
`En dat is nu Koekoekentroep,' zei Cal.
Wie? De Profeet? Een Koekoek?'
`Ik ben bang van wel,' zei Suzanna.
`Galin had het dus niet helemaal mis,' zei Cal. Die radio is
wel degelijk een blijk van corruptie.'
`Ik ben veilig,' zei De Bono. `Mij kan het ding niets doen.'
`0 nee?' vroeg Suzanna.
`Niet hier,' zei De Bono en tikte op zijn borst. '1k ben
verzegeld.' Moet het zo blijven?' vroeg Suzanna zuchtend. jullie,
vastgeroest in jullie vooronderstellingen, en wij in de
onze?'
Waarom niet?' zei De Bono. Wij hebben jullie niet
nodig.'
Je wilt anders wel de radio hebben,' bracht Suzanna hem in
herinnering.
Hij snoof. `Zo verschrikkelijk graag nu ook weer niet. Als ik
het apparaat kwijtraak, zal ik niet huilen. Het is waardeloos, net
als al het spul van de Koekoeken.'
`Zegt Starbrook dat?' vroeg Suzanna.
`Heel slim,' antwoordde hij een beetje zuur.
`Ik heb over deze plaats gedroomd,' zei Cal. 'En ik denk dat
veel Koekoeken dat doen.'
mogen dan over ons dromen,' zei De Bono onaardig, 'mar wij
dromen niet over jullie.'
`Da is niet waar,' zei Suzanna. `Mijn grootmoeder hield van
een van jullie en hij hield van haar. Als je van ons kunt houden,
kun je ook over ons dromen. Zoals wij over jullie dromen als we
daar de kans voor krijgen.'
Ze denkt aan Jerichau, besefte Cal. Ze praat in abstracte
termen, maar ze denkt aan hem.
`Is dat zo?' zei De Bono.
la, dat is zo,' antwoordde Suzanna opeens fel. 'Het is
allemaal een en hetzelfde verhaal.'
`Welk verhaal?' vroeg Cal.
`Wij leven het en zij leven het,' zei ze, naar De Bono
kijkend. 'Het gaat over geboren worden en bang zijn om dood te
gaan, en over de liefde die ons redden kan.' Dat zei ze heel zeker,
alsof het lang had geduurd voordat ze tot die conclusie was gekomen
en daar niet meer van kon worden afgebracht.
Daardoor werd de oppositie enige tijd tot zwijgen gebracht.
Een paar minuten lang liepen ze alle drie verder zonder jets te
zeggen. Toen merkte De Bono op: 'II( ben het met je eens.'
Ze keek hem aan.
`Werkelijk?' vroeg ze duidelijk verbaasd.
Hij knikte. 'Een verhaal?' zei hij. la, dat kan best kloppen.
Uiteindelijk is het allemaal hetzelfde voor jullie als voor ons,
betoveringen of geen betoveringen. Zoals je zegt: geboren worden en
sterven, en houden van daar tussenin.' Hij mompelde even waarderend
en voegde er toen aan toe: `Jij weet natuurlijk meer van dat
laatste af, als oudere •vrouw zijnde.' Hij kon het niet nalaten te
giechelen.
Ze lachte en alsof dat moest worden gevierd, deed de radio het
opeens weer, tot grote vreugde van de eigenaar en tot verbazing van
Cal.
`Prima!' juichte De Bono. `Geweldig!'
Hij pakte de radio uit Cals handen en begon hem af te stellen,
zodat ze de merkwaardige stad De Weergaloze onder muzikale
begeleiding binnengingen.