NIEUWE OGEN VOOR OUDE DINGEN

Het water van de Mersey stond deze avond hoog en stroomde snel, het had een smerig bruine kleur en de schuimkoppen waren grijs. Cal leunde op de reling van de promenade en staarde naar de verlaten werven op de oever aan de overkant. Eens hadden hier vele schepen gevaren, zwaar beladen aankomend, licht vertrekkend naar verre oorden. Nu was er geen schip te zien. De dokken vol zoutaanslag, de werven en pakhuizen leeg. Spookstad; alleen geschikt voor geesten.
Hij had de indruk dat hij zelf ook een geest was. Een niet substantiële zwerver. En koud, zoals de doden koud moesten zijn. Hij stopte zijn handen in de zakken van zijn jas om ze te verwarmen en zijn vingers vonden daar een zestal zachte voorwerpen, die hij te voorschijn haalde en in het licht van een lantaren bekeek.
Ze zagen eruit als verdroogde pruimen, alleen was het velletje veel taaier, als oud schoenleer. Het was duidelijk fruit, maar een soort die hij niet kende. Waar en hoe was hij hieraan gekomen? Hij rook eraan. lets gegist, als koppige wijn. En verlokkelijk. Het herinnerde hem eraan dat hij na de lunch niets meer had gegeten.
Hij bracht het fruit naar zijn lippen en zijn tanden kwamen makkelijk door het verschrompelde velletje heen. De geur had hem niet bedrogen, het vruchtvlees smaakte een beetje naar alcohol en het sap brandde als cognac in zijn keel. Hij kauwde, en had alweer een hap genomen voordat hij de eerste had doorgeslikt. Snel at hij alles op, inclusief de zaadjes.
Meteen pakte hij een volgende vrucht; hij leek plotseling uitgehongerd. Hij stond onder de door de wind gebeukte lantaren, welks lichtcirkel om hem heen danste, en at alsof hij in geen week gegeten had.
Toen hij aan de op een na laatste vrucht begon, werd het hem duidelijk dat het wiegen van de lamp niet alleen door de wind veroorzaakt kon worden. Hij keek naar het fruit in zijn hand, maar kon dat niet helemaal scherp zien. Mijn hemel, had hij vergif ingenomen? Hij liet de vrucht vallen, en net toen hij op het punt stond zijn vinger in zijn keel te stoppen om over te geven, kreeg hij een heel merkwaardig gevoel.
Hij ging omhoog; of in ieder geval gebeurde dat met een deel van hem.
Zijn voeten stonden nog op het beton, dat hij onder zijn schoenzolen kon voelen, maar toch zweefde hij omhoog. Nu scheen de lamp onder hem, strekte de promenade zich links en rechts van hem uit en beukte de rivier woest en donker tegen de oevers op.
Je bent aangeschoten, de vruchten hebben je dronken gemaakt, zei de rationele dwaas in hem.
Maar hij voelde zich niet misselijk of wankel; hij kon scherper zien. Hij kon nog altijd kijken met de ogen in zijn hoofd, maar ook vanuit een uitkijkpost boven zich. En dat was niet alles wat hij kon zien. Een deel van hem was deel gaan uitmaken van de rommel die door de wind over de promenade werd gezwiept, een ander deel van hem bevond zich in de Mersey en staarde naar de oever.
Die vele gezichtspunten brachten hem niet in verwarring; alles wat hij zag leek zich in zijn hoofd samen te voegen, een patroon van stijgen en dalen, ver weg kijken en dichtbij.
Hij was niet een, maar vele personen.
Hij, Cal; hij, zijn vaders zoon; hij, zijn moeders zoon; hij, het kind, weggestopt in een man, en een man die droomde een vogel te zijn. Een vogel!
En opeens herinnerde hij zich alles weer; alle wonderen die hij vergeten was, kwamen opeens volkomen duidelijk terug. Een duizendtal momenten en blikken en woorden.
Een vogel, een achtervolging, een huis, een tuin, een tapijt, een vlucht (en hij de vogel; ja! ja!); toen vijanden en vrienden; Shadwell, Immacolata; de monsters; en Suzanna, zijn mooie Suzanna, die nu opeens een duidelijk plaatsje had gekregen in het verhaal dat zijn geest hem vertelde.
Hij herinnerde zich alles. Het ongedaan maken van her Weefsel, het huis dat in een puinhoop veranderde; toen de tocht de Fuga in, en de glorie die die nacht had gebracht.
Hij moest al zijn pas ontdekte zintuigen gebruiken om die herinneringen vast te houden, maar ze overweldigden hem niet. Het leek alsof hij, tegelijkertijd alles droomde in een moment dat zoeter was dan woorden, een hereniging van zijn eigen persoon en zijn geheime persoon, als een heroïsch herinneringsmoment.
En toen de tranen, alsof hij voor het eerst in aanraking kwam met het diep verborgen verdriet om het verlies van de man, die hem het gedicht had geleerd dat hij in de boomgaard van Lo had gedeclameerd; zijn vader, die had geleefd en was gestorven zonder ooit te weten wat Cal nu wist.
Even werd hij door verdriet en het zout van zijn tranen teruggetrokken naar zichzelf, kon hij slechts op een manier zien, in het onzekere licht staand, beroofd...
Toen ging zijn ziel de lucht weer in, hoger en hoger, en ditmaal bereikte hij een grote snelheid.
Opeens was hij hoog in de lucht, boven Engeland.
Onder hem bescheen het maanlicht grote wolkencontinenten, waarvan de schaduwen over heuvels en voorsteden gleden. Hij werd door dezelfde winden meegenomen. Over stukken land waarin hoogspanningsmasten zoemden; en straten waarin op dit uur aIleen boeven en wilde honden rondliepen.
En deze vlucht, met de sterren in zijn rug en het eiland onder hem, leek op die andere, over het tapijt, over de Fuga.
Zodra hij aan de Weefwereld dacht, leek hij die te ruiken, leek hij te weten waar die zich onder hem bevond. Zijn ogen konden die plaats niet zien, maar hij wist dat hij hem zou kunnen vinden als hij ervoor zorgde dat al zijn nieuwe zintuigen bleven functioneren zodra hij was teruggekeerd naar het lichaam onder zich.
Het tapijt was ten noordnoordoosten van de stad, daar was hij zeker van; vele kilometers weg en nog altijd verder weggaand. Had Suzanna het bij zich? Vluchtte ze naar de een of andere afgelegen plaats waar ze hoopte dat hun vijanden niet zouden komen? Nee, het was erger dan dat, voelde hij. De Weefwereld en de vrouw waren heel ernstig in gevaar, ergens onder hem .. .
Bij die gedachte eiste zijn lichaam hem weer op en daar had hij geen enkel bezwaar tegen. Vliegende gedachten waren allemaal best, maar wat waren ze waard zonder spieren en botten die je in staat stelden tot handelen over te gaan?
Even later stond hij weer in het licht van de straatlantaren; de rivier raasde nog steeds en de wolken die hij van bovenaf had gezien, werden als zwijgende vloten door de wind voortgedreven naar de zee. Het zout dat hij proefde was geen zeezout; het kwam van de tranen die hij had vergoten om de dood van zijn vader en om het feit dat hij alles vergeten was, en om zijn moeder misschien ook, want hij had de indruk dat alles wat hij had verloren, werd samengevoegd, net als alles wat hij was vergeten.
Vanuit de hoogte had hij een nieuwe wijsheid mee terug genomen. Hij wist nu dat je dingen die je vergeten was, wel degelijk weer kon oproepen, dat dingen die je had verloren, konden worden teruggevonden.
Dat was het enige dat op deze wereld belangrijk was: zoeken en vinden.
Hij keek naar het noordnoordoosten. Hoewel hij alles nu maar weer op ken manier kon bekijken, wist hij dat hij het tapijt nog altijd zou kunnen vinden.
Hij zag het met zijn hart. En toen hij het zag, ging hij er meteen achteraan .

Weefwereld
Section0001.xhtml
Section0122.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0121.xhtml