EEN GETUIGE

1
Hoewel die dag voor Suzanna goed was begonnen doordat ze aan Hobart was ontsnapt, ging het al weer snel bergafwaarts. In de nacht had ze zich in een coconnetje gewaand, maar de dag bracht weer naamloze zorgen met zich mee.
Sommige van die zorgen kon ze echter wel benoemen. In de eerste plaats het feit dat ze haar gids kwijt was. Ze had er niet meer dan een heel vaag idee van waar ze het Firmament zou kunnen vinden, dus besloot ze in de richting van de Kringvorming te gaan, die altijd heel duidelijk zichtbaar was, en dan onderweg maar verder te vragen. Haar tweede zorg: de vele tekenen die erop wezen dat de gebeurtenissen in de Fuga heel snel een erg slechte wending begonnen te nemen. Boven het dal hing een hele rookwolk en hoewel het die nacht had geregend, waren er nog vele branden. Onder het lopen kwam ze langs plaatsen waar duidelijk was gevochten. Ergens stond een volledig uitgebrande auto als een stalen vogel tegen een boom aan. Ze wist niet wat er de afgelopen nacht allemaal precies was gebeurd, noch welke wapens er waren gebruikt, maar dat er hard gevochten was, was zonneklaar. Shadwell had onenigheid gezaaid onder de bewoners van dit eens zo rustige land, waardoor broer tegen broer was opgezet. Traditiegetrouw waren dergelijke conflicten het bloedigst. Dus verbaasde het haar niet, overal lijken te zien liggen waar vossen en vogels opaf kwamen.
De enige troost die ze hieruit kon putten, was dat Shadwells invasie niet zonder weerstand had kunnen plaatsvinden. Het vernietigen van Capra's Huis was een grove misrekening van zijn kant geweest. Door dat ene tirannieke gebaar was voor hem de kans verkeken om de Fuga alleen met woorden in te nemen. Nu kon hij er niet meer op hopen deze territoria door list en verleidingskunsten in handen te krijgen. Dat zou slechts kunnen met gewapende onderdrukking.
Omdat ze met eigen ogen had gezien wat voor schade de betoveringen van de Zieners konden aanrichten, koesterde ze de vage hoop dat er verzet zou worden gepleegd tegen een dergelijke onderdrukking. Maar welke — wellicht onherstelbare — schade zou aan de Fuga worden toegebracht als de bewoners hun vrijheid bevochten? Het was niet de bedoeling dat dergelijke wandaden in deze bossen en weiden zouden worden begaan; juist het feit dat daar nog nooit sprake van was geweest, zorgde ervoor dat ze zo betoverend waren.
En op een zo'n plekje, dat nu helaas de dood maar al te goed kende, ontmoette ze die dag de eerste andere levende figuur. Op het plekje stond een van die architectonische mysteries die er in de Fuga wel meer te vinden waren; in dit geval een twaalftal zuilen om een ondiepe vijver heen. Boven op een van de zuilen zat een magere, gespierde man van middelbare leeftijd in een oude jas. Hij had een grote verrekijker om zijn nek hangen en men ze op hem afliep, keek hij op uit een notitieboekje waarin hij aantekeningen had zitten maken.
`Ben je naar iemand op zoek?' vroeg hij.
`Nee.'
`Ze zijn trouwens toch allemaal dood,' zei hij rustig. Het plaveisel rond de vijver was bedekt met bloed. Degenen van wie dat afkomstig was, lagen op de bodem van de vijver, op hun rug, hun wonden wit. `Heeft u dat gedaan?' vroeg ze.
`Ik? Mijn hemel, nee! Ik ben alleen een getuige. Bij welk leger hoor
jij?'
`Bij geen enkel. Ik ben alleen.'
Dat schreef hij op.
`Ik wil niet meteen zeggen dat ik je geloof,' zei hij onder het schrijven. `Maar een goede getuige noteert wat hij ziet en hoort, ook al heeft hij zijn twijfels.'
Wat heeft u gezien?' vroeg ze hem.
`Verwarring,' zei hij. `Overal. Niemand die zeker wist wie wie was. En een bloedvergieten dat ik hier voor onmogelijk zou hebben gehouden.' Hij keek haar onderzoekend aan. `Jij bent geen Ziener.'
`Da klopt.'
`Hier toevallig naar binnen gewandeld?'
`lets dergelijks.'
Dan zou ik als ik jou was maar weer wegwandelen. Een heleboel mensen hebben hun koffers gepakt en zijn naar het Koninkrijk gegaan omdat ze hier liever niet afgeslacht willen worden.'
`En wie vecht er dan nog?'
Wildemannen. Ik weet dat ik daar geen mening over moet uiten, maar zo denk ik erover. Als gekken rondrennende barbaren.' Terwijl hij sprak, hoorde ze iets verderop geschreeuw. De wildemannen hadden ontbeten en waren alweer aan de slag gegaan.
Vat kunt u daarvandaan zien?' vroeg ze.
`Veel ruïnes. En af en toe mensen.' Hij bracht de verrekijker naar zijn ogen en bekeek het terrein, melding makend van interessante details die hij zag. 'Het afgelopen uur is er een bataljon uit De Weergaloze vertrokken, en die kerels zien er behoorlijk gehavend uit. Bij de Trap rebellen, ten noordwesten van deze plaats een andere groep opstandelingen. De Profeet is enige tijd geleden weggegaan uit het Firmament. Ik weet niet precies wanneer, want mijn horloge is gestolen. En hij is voorafgegaan door groepen evangelisten die de weg voor hem vrij moeten maken.'
`De weg waarheen?'
`Naar de Kringvorming natuurlijk.'
`De Kringvorming?'
`Ik denk dat die van het begin af het belangrijkste doelwit van de Profeet is geweest.'
`Hij is geen Profeet,' zei Suzanna. 'Hij heet Shadwell.'
`Shadwell?'
`Schrijf dat maar op. Hij is een Koekoek en een verkoper.'
`Weet je dat zeker?' vroeg de man. 'Vertel me alles dan maar eens.' `Geen tijd,' zei Suzanna tot zijn grote verdriet. 'Ik moet naar hem toe.' Dus hij is een vriend van je?'
`Verre van dat,' zei ze, en keek weer even naar de lijken in de vijver. `Je zult hem nooit naar de keel kunnen vliegen, als je daarop soms hoopt,' vertelde de man haar. 'Hij wordt dag en nacht bewaakt.' `Ik vind wel een manier,' zei ze. weet niet waartoe hij allemaal in staat is.'
`Als hij een Koekoek is en probeert de Kringvorming binnen te gaan, zal dat het einde van ons betekenen. Dat weet ik wel zeker. Maar dan zou ik wel een goed laatste hoofdstuk hebben, nietwaar?'
`En wie zou dat dan nog kunnen lezen?'
2
Ze liet hem achter op zijn zuil, als een eenzame boeteling, om na te denken over die opmerking. Door het gesprek waren haar gedachten nog grimmiger geworden. Ondanks het feit dat ze het menstruüm had, wist ze nauwelijks hoe de krachten te werk gingen die de Weefwereld hadden gemaakt, maar je hoefde geen genie te zijn om te beseffen dat er een ramp zou gebeuren als Shadwell de Kringvorming betrad. Hij was alles wat door dat zeldzame terrein en de makers ervan werd veracht; hij was de gepersonifieerde Corruptie. Misschien dat de Kringvorming zichzelf nog eerder zou vernietigen dan zijn geheimen aan hem prijsgeven. En als de Kringvorming niet meer be
stond? Zou de Fuga, die bijeen werd gehouden door de kracht ervan, dan niet verloren gaan? Ze was bang dat de getuige met zijn uitspraken daarop had gedoeld. Ms Shadwell de Kringvorming betrad, zou er een einde aan deze wereld komen.
Sinds ze bij de vijver was weggegaan, had ze geen dier of vogel gezien. De bomen en struiken waren verlaten; in het lagere struikgewas was het stil. Ze riep het menstruüm op, tot dat bijna naar buiten kwam en meteen tot haar verdediging zou kunnen worden gebruikt als dat nodig was. Nu had ze geen tijd meer om aardig te zijn. Ze zou iedereen doden die het haar belette bij Shadwell te komen.
Een geluid vanachter een gedeeltelijk verwoeste muur trok haar aandacht. Ze bleef staan, de waarnemer uitdagend om te voorschijn te komen. Er kwam geen reactie.
`Wie is daar?' riep ze. 'En ik ben niet bereid die vraag nog eens te herhalen!'
Ze hoorde steentjes vallen en toen kwam een jochie van een jaar of vier, vijf te voorschijn, alleen gekleed in een paar sokken; hij klom over het puin naar haar toe.
`0, mijn god,' zei ze, vol medelijden. Zodra ze daardoor minder op haar hoede was, werd ze links en rechts omgeven door gewapende mannen in gehavende kleding.
De trieste gezichtsuitdrukking van het kind verdween toen een van de soldaten hem riep. De man streek met een vette hand door de haren van het joch en schonk hem een grimmig, waarderend glimlachje. `Hoe heet je?' vroeg iemand aan haar.
Ze had er geen idee van aan welke kant deze mannen stonden. Als ze deel uitmaakten van Shadwells leger, zou het noemen van haar naam onmiddellijk een doodvonnis betekenen. Maar hoe wanhopig ze zich ook voelde, ze kon het niet opbrengen het menstruüm los te laten op mannen en een kind van wie ze niet wist aan welke kant ze stonden.
`Neerschieten,' zei de jongen. 2e hoort bij hen!'
Vaag het niet,' zei een stem achter haar rug. 'Ik ken haar.'
Ze draaide zich om toen haar redder haar naam noemde . . . en zag Nimrod staan. De laatste keer dat ze elkaar hadden gezien, had hij zich aangesloten bij Shadwells troepen, en zijn mond vol gehad over een glorieuze toekomst. De tijd en de omstandigheden hadden hem nederiger gemaakt. Hij zag er beroerd uit, met aan flarden gescheurde kleren en een gezicht dat niets anders dan verdriet leek uit te drukken.
`Mij moet je er de schuld niet van geven,' zei hij, voordat zij iets had kunnen zeggen.
`Dat doe ik ook niet,' zei ze. Er waren momenten geweest waarop ze hem had vervloekt, maar dat was nu verleden tijd. Dat doe ik werkelijk niet.'
'Help me . . zei hij opeens, en liep op haar af. Ze omhelsde hem. Hij verborg zijn tranen door haar eveneens te omhelzen, tot de anderen weer teruggingen naar hun schuilplaats.
Toen pas vroeg hij: 'Heb je Jerichau gezien?'
`Hij is dood,' zei ze. zusters hebben hem vermoord.'
Hij liep bij haar vandaan en bedekte zijn gezicht met zijn handen. `Het was jouw schuld niet,' zei ze tegen hem.
'Ik wist het al...' zei hij rustig. `Toen alles mis ging, wist ik al dat er iets afschuwelijks met hem was gebeurd.'
`Het kan jou niet kwalijk worden genomen dat je de waarheid niet hebt gezien. Shadwell kan briljant toneelspelen. En hij zei wat de mensen graag wilden horen.'
'Wacht eens even,' zei Nimrod, en keek haar aan. je zeggen dat
Shadwell de Profeet is?'
'Inderdaad.'
Hij schudde even met zijn hoofd.
`Een Koekoek,' zei hij, nog half ongelovig. 'Een Koekoek.' betekent niet dat hij niet sterk is,' waarschuwde Suzanna hem. kan mensen op zijn manier betoveren.'
moet meegaan naar ons kamp,' zei Nimrod heel dringend. moet met onze bevelhebber praten voordat we naar de Kringvorming gaan.'
`Snel dan,' zei ze.
Hij liep al weg, nam haar mee naar het meer rotsachtige terrein waar de rebellen zich verborgen hielden.
'Van degenen die het eerst wakker zijn geworden, zijn alleen Apolline en ik nog in leven,' vertelde hij haar onderweg. 'De anderen zijn er niet meer. Mijn Lilia. Toen Freddy Cammell. Nu Jerichau.'
`En waar is Apolline nu?'
`Ik heb me laten vertellen dat zij naar het Koninkrijk is gegaan. En Cal? Is hij bij jou?'
'We hadden afgesproken bij het Firmament. Maar Shadwell is al onderweg naar de Kringvorming.'
`En verder zal hij niet komen,' zei Nimrod. 'HO mag dan betoveringen hebben gestolen, maar hij is nog altijd een man. Een mens. En mensen bloeden.'
Bloeden doen we allemaal, dacht ze, maar zei dat niet hardop.

Weefwereld
Section0001.xhtml
Section0122.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0121.xhtml