117
Wilkes' raad op te volgen en een nette jongen te worden.
Dienzelfden dag ging Wilkes met den jongen naar een barbier, die hem een fatsoenlijk voorkomen gaf. Toen naar een kleedingmagazijn, waar hij een paar pakken voor hem uitzocht en toen naar een schoenenwinkel. Ook kocht hij nog eenige stellen ondergoed voor zijn beschermeling, zoodat Kruimeltje er nu een heele garderobe op na hield.
En wat was hij als met tooverslag veranderd.
Toen hij zich in den spiegel bekeek, was hij toch nog wel even bedroefd en kwamen de tranen hem in de oogen, maar hij dacht aan zijn belofte en aan zijn vader en dat gaf hem sterkte om de verandering te dragen. Wilkes was trotsch op hem en zei hem dat herhaaldelijk.
Ook Moor werd niet vergeten. Die wend thuis eens degelijk onderhanden genomen, gewasschen en gekamd en toen kreeg-ie een mooien halsband. Meer en meer wende Kruimeltje aan de nieuwe kleeren en de nieuwe omgeving, maar het was toch een heele toer voor hem, om stil te zijn en niet meer de straat op te hollen en eens naar hartelust te mogen gillen: ‘ Holiaadiéééé! ’
Een week lang ging alles prachtig, totdat de school weer haar deuren opende. En toen begon de pret.
Chr. van Abkoude, Kruimeltje