207
... Op een middag, hoorde ze van een vrouw, die kleine kindertjes verpleegde tegen betaling...
Hongerig en koud bereikte zij de woning van die vrouw, en gaf haar het kleine
jongske... en ook een pakje...
Kruimeltje keek met groote, gróóte oogen de vertelster aan, wier oogen met een tranen fl oers bedekt waren... hij sloeg zijn arm om haar hals, terwijl ze haar vertelling voortzette.
Lize beloofde, elke week naar den kleine te komen zien en de vrouw geld te komen brengen, dat ze met naaien verdienen zou. Daarna is Lize weggegaan, wetend, dat ze niets had om de vrouw te brengen, omdat ze te ziek en te zwak was... en niemand haar werk wilde geven...
De arme Lize zwierf eenzaam door de straten, ze was toch zoo hongerig en zoo koud... en ten slotte was ze zoo uitgeput, dat ze op de stoep van een groot heerenhuis in onmacht viel.
Het duurde niet lang, of de bewoners van het huis vonden haar. Zij legden haar te bed en gaven haar voedsel. Gekoesterd door de warmte en versterkt door het voedsel kwam Lize spoedig bij. De menschen waren zoo vriendelijk en goed voor haar en bemerkten al spoedig, dat zij een zeer beschaafd meisje was. Toen, vent, hadden ze Lize gevraagd, of ze niet juffrouw van gezelschap wou worden bij de dame van dat groote huis. Je begrijpt, hoe gaarne zij dat voorstel aannam. Een paar weken later ging de familie op reis naar Zwitserland en Lize ging mee. Zij las de dame voor en hielp haar in alles, zij speelde op de piano en gaf kleine concerten voor de familieleden.
De oude dame stierf en liet Lize eenig geld na, dat ze gebruikte, om te gaan
studeeren. Maar
Chr. van Abkoude, Kruimeltje