79
Elfde hoofdstuk.
In het Gesticht voor Onverzorgde kinderen. Waar is Moor?
P olitieagent de Boer liep met breede, zware stappen door de hooge sneeuw. Handen in de diepe zakken van zijn warme dienstjas, kraag hoog op, helm wat dieper over de oogen getrokken, stapte hij door den sneeuwstorm en wenschte zichzelf thuis bij vrouw en kinderen, die nu om den Kerstboom zaten en liederen zongen. Hij keek met een glimlach op naar de verlichte ramen der huizen waar hij schitterend versierde kerstboomen pronken zag, en vanwaar kindergezang tot hem door klonk. De wind werd er niet minder op, hij joeg de sneeuw op in witte wolken, deed ze opstuiven en wierp ze neer in hoopen. Brrrr... deksels koud was het, zelfs veel te koud voor dieven en inbrekers... Maar politie moest er nu eenmaal zijn en hij was gehard tegen wind en weer.
Ondertusschen was het toch maar alles behalve aangenaam, zoo in dien
sneeuwstorm te loopen, die je adem afsneed en het kon in elk geval geen kwaad eens even bij de kerk op adem te komen. Er
Chr. van Abkoude, Kruimeltje