67
veel van je houden, om je te willen missen... Beloof je het dan? ’
‘ Ja... Wilkes... maar laat assieblief niet zoo me gezicht glimme met zoo'n rooie
neus en rooie oore... ’
Wilkes glimlachte en zei:
‘ Dat komt, dat we een beetje veel groene zeep gebruikt en wat hard geboend hebben, maar dat zal morgen wel beter zijn. Laten we nu een kop kof fi e drinken en een boterham eten, en dan gaan we naar bed. ’
Zoo deden ze en Kruimeltje ging weer in z'n hangkast slapen. Maar even keek hij nog in den spiegel en het was alleen de herinnering aan zijn vader, die hem weerhield, opnieuw in huilen uit te barsten.
Wilkes had den eersten steen tot verbetering gelegd, maar het zou nog heel wat tijd en moeite kosten, eer het gebouw van Kruimeltjes opvoeding was voltooid.
Chr. van Abkoude, Kruimeltje