46
mannen en vrouwen om de vechtenden, die verwoed op elkander insloegen. Ik hoorde het lawaai en het geschreeuw der omstanders en ik stak het goud bij me en ging eens kijken. Juist op dat oogenblik trok Lefty een mes, hetzelfde, waarmee hij ons in de tent dien bewusten nacht bedreigd had.
Maar je vader had het gauw gezien... hij beet Lefty in de hand, die het mes vasthield, en toen moest deze het wapen wel laten vallen. Harry schopte het in een hoek en bracht Lefty een geweldigen vuistslag tegen zijn onderkaak toe, die den kerel met een geloei als een os in elkaar deed zakken. Toen ging je vader bedaard naar de bar terug en dronk zijn glas bier leeg.
De muziek werd hervat en een oogenblik later zwierden de dansers weer lustig
rond. Lefty verdween door een zijdeur.
Harry en ik gingen naar onze kamer terug en meenden, dat men ons nu wel met rust zou laten. We gingen slapen en Harry bewaarde zijn goudkorrels onder zijn hoofdkussen. Toen zei hij: ‘ Wel te rusten, maat, ’ en dat is het laatste, wat ik van hem gehoord of gezien heb. Den volgenden morgen was hij verdwenen. Eerst dacht ik, dat Harry wat vroeger opgestaan was en ik hem straks wel weer zien zou, maar de hotelhouder vertelde mij, dat hij vroeg al vertrokken was en orders gegeven had, om mij niet te wekken. Ik wachtte en wachtte... maar wie er ook verscheen... geen Harry. Toen begon ik ongerust te worden en ging naar het gebouw van de Bank, waar hij van plan was, ons goud te deponeeren. Maar niemand had hem daar gezien, geen mensch die hem kende. Ik wist in het eerst niet, wat ik doen moest... als een wanhopige doorliep ik de heele stad, zoekend en vragend naar mijn besten vriend, maar alles was tevergeefs. Drie dagen bleef ik op hem wachten in het hotel, het was gelukkig, dat ik een gedeelte van
Chr. van Abkoude, Kruimeltje