Hoofdstuk 8

..

Precies een jaar geleden had Vladimir Darcescu, Vladimir Darq zoals hij in de couturewereld werd genoemd, Londen verbijsterd door zijn Engelse basis in een huis in Barnsley te vestigen. Jarenlang had zijn zakelijk manager stukken bouwland opgekocht bij wijze van investering, plus een heel duur, groot stuk grond in een dorp dat Higher Hoppleton heette en dat aan de rand lag van Barnsley, volgens internet een voormalig mijnwerkersstadje midden in Yorkshire.

Twee jaar geleden had Vladimir besloten om de omvang van de krankzinnigheid van zijn zakelijk manager te gaan bekijken, maar was in plaats daarvan plezierig verrast toen hij het terrein zag dat aan de rand lag van een klein maar kapitaalkrachtig stadje met een overvloed aan oude stenen cottages en winkels.

Hij logeerde drie dagen in de plaatselijke herberg, de Lord Spencer. De plaatselijke bevolking begroette hem vriendelijk als hij langs de winkels liep of theedronk in de theesalon in de erg mooie Hoppleton Hall, een oud juweel dat midden in het prachtige, nabijgelegen park lag. Hij vond het een erg prettig dorp en voelde zich er thuis. De mensen deden hem denken aan de bevolking van Tiresti, de Roemeense stad waar hij geboren was. Hij luisterde graag naar hun grappen en genoot van hun vriendelijkheid.

Hij hield vooral van de sfeer van de Lord Spencer. De waardin was een aantrekkelijke oudere vrouw, die jammer genoeg hangende borsten en schouders had. Vladimir Darq wist dat ze met de juiste lingerie jaren jonger zou lijken en er prachtig uit zou zien. In die pub had hij, in het bijzijn van de waardin, op de derde avond een goddelijke openbaring gekregen.

Binnen een week had Vladimir Darq een ontwerp laten maken voor een huis op zijn land, en binnen een jaar was het gotische gebouw – Darq House – klaar. Daarna verbijsterde hij de modewereld opnieuw door aan te kondigen dat hij zich zou gaan richten op lingerie met prijzen die betaalbaar waren voor alle vrouwen. Hij wilde elke vrouw een fantastisch en comfortabel gevoel geven en hij wist dat dat mogelijk was met de juiste lingerie.

Toen Corona Productions dat hoorde, belden ze hem in een poging hem over te halen om mee te doen aan hun paradepaardje, de televisieshow Janes Dames, waarin een vrouw werd getransformeerd zonder dat daar plastische chirurgie aan te pas kwam.

Vladimir stond erop dat hij de vrouw mocht kiezen, maar de show zou over vier weken opgenomen worden en hij had haar nog steeds niet gevonden, hoewel hij in supermarkten en winkels naar haar had gezocht. Uiteindelijk kwam hij op het idee om zijn ongepolijste juweel te zoeken op een plek waar ze zich naar huis haastte na een week hard werken. Daarom stond hij op de tweede vrijdag in april op een perron van het treinstation in Barnsley.

..

Anna realiseerde zich dat ze een trein eerder naar huis kon nemen, nu ze net na vijven van haar werk was vertrokken. Ze was waarschijnlijk de enige vrouw ter wereld die dat niet als een cadeautje beschouwde. Het maakte de avond alleen maar langer. De idioot die had gezegd dat dat de enige manier naar de top was, leidde haar leven niet. Elke dag ontdekte ze een nieuwe recordlaagte om zich in te storten: een andere afgrond waarin haar krachten verdwenen.

Het hoofdkantoor van White Rose Stores lag een paar minuten van het station. Vijf minuten later stond ze op het station van Barnsley en van daar was het twee haltes naar Dartley, het dorp waar ze woonde. Ze reisde liever met de trein dan dat ze in de file stond, vooral in haar weinig betrouwbare auto die dringend aan vervanging toe was. Maar ze wilde niet zo vroeg naar huis, waar ze opnieuw een lange, ellendige avond moest vullen, dus sloeg ze links af en daarna rechts af en keek een uur lang etalages om de tijd te doden.

Ze keek naar zichzelf in een etalageruit en zag de lelijkste vrouw ter wereld: vermoeid, met doffe ogen en ziekelijke kringen eronder, droge, gebarsten lippen en een huidskleur die het midden hield tussen die van een lijk en een oude vaatdoek. Het was het gezicht van een vrouw die door niemand werd gewaardeerd, ook niet door zichzelf. Geen wonder dat haar verloofde Tony ervandoor was gegaan met de jonge Lynette Bottom met haar ronde wangen en een glimlach die haar gezicht niet rimpelde als een reliëfkaart van de Mount Everest.

Ze kon net zo goed een vormeloze jas en platte schoenen kopen en zich aansluiten bij de jonge-omaclub waar sommige klasgenoten van haar toe behoorden. Zodra ze veertig waren, kleedden ze zich als gepensioneerden en maakten zich niet meer op, terwijl ze steeds dikker werden en puften en kortademig in goedkope kleren de kinderen van hun tienerdochters over de markt reden. Niet dat Anna dat plezier ooit zou kennen; zij hoefde geen kleinkinderen rond te rijden omdat ze nooit kinderen zou krijgen. Aan de andere kant zouden die kinderen zich ook niet hoeven te schamen voor een moeder met een groot, lelijk gezicht als dat van haar. Haar lippen deden pijn, maar het had geen zin om daar iets aan te doen. Ze wist zeker dat niemand die lippen ooit nog zou kussen. Over een paar dagen werd ze veertig en dan was haar leven voorbij. Ze had niets om naar uit te kijken, alleen meer ellende.

Ze stond met haar handen diep in haar jaszakken in de kille voorjaarslucht op het perron te wachten terwijl de wind ondeugend met haar haar speelde.

Op het tegenoverliggende perron wachtten de passagiers op de trein naar Sheffield. Een man stond een eind bij hen vandaan. Hij was lang en droeg een lange, ruime capeachtige zwarte jas en een zwarte hoed met een brede rand waardoor zijn gezicht in de schaduw lag. Anna zag dat hij naar haar staarde. Ze keek weg, keek even later weer terug en merkte dat zijn ogen nog steeds op haar gericht waren. Ze sloeg haar armen beschermend over elkaar terwijl ze zich afvroeg waarom hij naar haar staarde. Ze leek niet bepaald op Gwyneth Paltrow. Er klonk een alarmbel om te waarschuwen dat de slagbomen naar beneden gingen op de nabijgelegen weg omdat de trein kwam. Hij staat absoluut naar me te kijken, dacht Anna. Hij was niet gekleed als een normale forens uit Barnsley en hij had geen aktetas of laptoptas bij zich. Het was alsof hij een beetje rondhing op het perron, als een krankzinnige. Kom op, trein, dacht Anna, die zich steeds ongemakkelijker begon te voelen. Ze probeerde niet meer naar de man te kijken, maar de verleiding om te zien of hij nog steeds naar haar keek was te groot. Hij keek inderdaad.

De trein stopte en blokkeerde het zicht. Anna stapte in, liet zich op een stoel vallen en pakte een achtergelaten Sun om die tijdens de korte rit te lezen. Terwijl de trein optrok, keek Anna een laatste keer vanaf haar veilige positie naar de man die nog steeds naar haar keek. Hij tilde zijn hoed voor haar op met een ouderwets, galant gebaar en glimlachte breed. Ze durfde te zweren dat ze enorme hoektanden zag terwijl hij dat deed.

Zomervlinders
9789049952310.xhtml
9789049952310-1.xhtml
9789049952310-2.xhtml
9789049952310-3.xhtml
9789049952310-4.xhtml
9789049952310-5.xhtml
9789049952310-6.xhtml
9789049952310-7.xhtml
9789049952310-8.xhtml
9789049952310-9.xhtml
9789049952310-10.xhtml
9789049952310-11.xhtml
9789049952310-12.xhtml
9789049952310-13.xhtml
9789049952310-14.xhtml
9789049952310-15.xhtml
9789049952310-16.xhtml
9789049952310-17.xhtml
9789049952310-18.xhtml
9789049952310-19.xhtml
9789049952310-20.xhtml
9789049952310-21.xhtml
9789049952310-22.xhtml
9789049952310-23.xhtml
9789049952310-24.xhtml
9789049952310-25.xhtml
9789049952310-26.xhtml
9789049952310-27.xhtml
9789049952310-28.xhtml
9789049952310-29.xhtml
9789049952310-30.xhtml
9789049952310-31.xhtml
9789049952310-32.xhtml
9789049952310-33.xhtml
9789049952310-34.xhtml
9789049952310-35.xhtml
9789049952310-36.xhtml
9789049952310-37.xhtml
9789049952310-38.xhtml
9789049952310-39.xhtml
9789049952310-40.xhtml
9789049952310-41.xhtml
9789049952310-42.xhtml
9789049952310-43.xhtml
9789049952310-44.xhtml
9789049952310-45.xhtml
9789049952310-46.xhtml
9789049952310-47.xhtml
9789049952310-48.xhtml
9789049952310-49.xhtml
9789049952310-50.xhtml
9789049952310-51.xhtml
9789049952310-52.xhtml
9789049952310-53.xhtml
9789049952310-54.xhtml
9789049952310-55.xhtml
9789049952310-56.xhtml
9789049952310-57.xhtml
9789049952310-58.xhtml
9789049952310-59.xhtml
9789049952310-60.xhtml
9789049952310-61.xhtml
9789049952310-62.xhtml
9789049952310-63.xhtml
9789049952310-64.xhtml
9789049952310-65.xhtml
9789049952310-66.xhtml
9789049952310-67.xhtml
9789049952310-68.xhtml
9789049952310-69.xhtml
9789049952310-70.xhtml
9789049952310-71.xhtml
9789049952310-72.xhtml
9789049952310-73.xhtml
9789049952310-74.xhtml
9789049952310-75.xhtml
9789049952310-76.xhtml
9789049952310-77.xhtml
9789049952310-78.xhtml
9789049952310-79.xhtml
9789049952310-80.xhtml
9789049952310-81.xhtml
9789049952310-82.xhtml
9789049952310-83.xhtml
9789049952310-84.xhtml
9789049952310-85.xhtml
9789049952310-86.xhtml
9789049952310-87.xhtml
9789049952310-88.xhtml
9789049952310-89.xhtml
9789049952310-90.xhtml
9789049952310-91.xhtml
9789049952310-92.xhtml