Hoofdstuk 60

..

Zondagochtend vroeg maakte Grace de nieuwe voordeur van Powderham Crescent 32 open. Paul had de deur laten vervangen omdat de stormram van de politie de oude onherstelbaar had vernield. De sleutel draaide in het slot als boter, ze hoefde hem geen stukje naar buiten te trekken om hem te kunnen omdraaien, wat een vreemd gevoel was. Opnieuw iets wat verandering verkondigde, het eind van een leven met al zijn verstikkende routine. Paul en Laura hadden schoongemaakt om alles zo neutraal mogelijk te maken voor hun moeders tijdelijke terugkeer. Er hing een sterke bleekmiddellucht. Ze hadden geprobeerd alle sporen van het weekend te verwijderen, maar zelfs zij konden niets doen aan het grote spijkergat in de tafelpoot.

‘Mam, pak wat je nodig hebt en dan gaan we weer,’ zei Paul, die een troostende arm om haar schouder sloeg.

Grace vond de koffer die ze had ingepakt en daarna onder het bed had verstopt. Hij was stuk, alsof iemand erop had getrapt. Blijkbaar had Gordon hem gevonden, wat veel verklaarde. Het maakte niet uit, ze had andere koffers en Paul en Laura hadden ook koffers meegenomen.

Grace pakte haar paspoort, stopte haar kleren in een koffer en pakte haar make-uptas. Ze haalde haar schatkist tevoorschijn: een doos vol foto’s en eigengemaakte kaarten van de kinderen die ze al die jaren had bewaard. Haar dagboek en adresboekje, reservebril en föhn, de oplader van haar telefoon: veel meer had ze niet nodig. Het was verbazingwekkend hoe minimalistisch je kon leven als je gelukkig was. Laura controleerde alle laden en kasten op spullen die haar moeder was vergeten.

Grace deed de keukenkastjes open en zag de borden waar ze nooit meer van zou eten, het bestek dat ze nooit meer zou gebruiken, de pannen waarin ze nooit meer zou koken. Het zou haar een fortuin kosten om opnieuw te beginnen, maar ze wilde niets meenemen, alleen het hoogstnoodzakelijke. Als ze in haar eigen huis ging wonen, moest alles nieuw zijn. Dingen die Gordon niet had aangeraakt. Dingen die Gordon nooit zou hebben gekozen.

Nu ze objectief naar het huis keek, zag ze hoe zijn keuzes alles hadden gedicteerd, van de bank waarop ze zaten tot de tafel waarvan ze aten, van het behang waarnaar ze keken tot de kleur van het tapijt waarop ze liepen.

Gordon. Ze vroeg zich af of hij het in zijn eentje zou redden nadat hij een leven lang het alfamannetje had gespeeld. Er stond een mand vol ondergoed van hem. Haar instinct vertelde haar dat ze het netjes moest opvouwen en in zijn laden leggen, maar ze vermande zich. Het leek erop dat de geesten van drieëntwintig jaar huwelijk veel moeilijker uit te bannen waren dan haar gevoelens.

Gordon werd een maand in het ziekenhuis geobserveerd. Ze wist niet of de officier van justitie hem wilde vervolgen. Voor zover zij het had begrepen, zouden ze de bevindingen van het ziekenhuis mee laten wegen. Ze wist diep in haar hart dat Gordon niet gek was. Hij was gewoon een bullebak van de ergste soort. Ze was te meegaand geweest en was nooit tegen hem in gegaan, om de vrede te bewaren. Ze had een rode bank willen hebben, hij wilde een bruine dus hadden ze een bruine gekocht. Zo was het met alles gegaan. En hij was er niet op voorbereid geweest dat zijn kinderen op een dag volwassen zouden zijn en dingen zouden doen waarover hij geen controle meer had. Waarom had ze dit alles niet eerder gezien? Ze was niet bepaald blind van liefde geweest. In het begin had ze gehoopt dat ze naar elkaar toe zouden groeien en een echt huwelijk zouden hebben, maar hij had die hoop in de kiem gesmoord omdat hij niet eens hun problemen in de slaapkamer wilde bespreken. Ook dat had ze geaccepteerd. Hij had hulp kunnen zoeken. Hij had een heel andere man kunnen zijn. Misschien had ze veel eerder in opstand moeten komen. Misschien was alles heel anders gelopen als ze dat had gedaan.

Pauls liefhebbende stem klonk in haar oor.

‘Ik weet wat je denkt, mama, maar je had niets kunnen doen om hem te veranderen. Dit is jouw schuld niet.’

‘O, Paul,’ zei Grace terwijl ze haar hoofd tegen haar zoons sterke schouder liet vallen. ‘Ik wil gewoon weg.’

Grace hoopte dat ze op een dag in staat zou zijn om de slechte herinneringen te vergeten en aan de goede dingen terug te denken: haar kinderen, die aan de keukentafel zaten te tekenen of uit de tuin naar binnen kwamen rennen; hun kleine kleren die aan de waslijn hingen. Het enige waaraan ze nu kon denken was de geur van bleekmiddel en het spijkergat in de tafelpoot. Dit was bijna vierentwintig jaar lang haar huis geweest, een huis waarin ze als een gevangene had geleefd. Toch wogen de herinneringen aan afgelopen maandag veel zwaarder dan aan de vrolijke, zonnige dagen waarin ze haar lieve kinderen had opgevoed.

Zomervlinders
9789049952310.xhtml
9789049952310-1.xhtml
9789049952310-2.xhtml
9789049952310-3.xhtml
9789049952310-4.xhtml
9789049952310-5.xhtml
9789049952310-6.xhtml
9789049952310-7.xhtml
9789049952310-8.xhtml
9789049952310-9.xhtml
9789049952310-10.xhtml
9789049952310-11.xhtml
9789049952310-12.xhtml
9789049952310-13.xhtml
9789049952310-14.xhtml
9789049952310-15.xhtml
9789049952310-16.xhtml
9789049952310-17.xhtml
9789049952310-18.xhtml
9789049952310-19.xhtml
9789049952310-20.xhtml
9789049952310-21.xhtml
9789049952310-22.xhtml
9789049952310-23.xhtml
9789049952310-24.xhtml
9789049952310-25.xhtml
9789049952310-26.xhtml
9789049952310-27.xhtml
9789049952310-28.xhtml
9789049952310-29.xhtml
9789049952310-30.xhtml
9789049952310-31.xhtml
9789049952310-32.xhtml
9789049952310-33.xhtml
9789049952310-34.xhtml
9789049952310-35.xhtml
9789049952310-36.xhtml
9789049952310-37.xhtml
9789049952310-38.xhtml
9789049952310-39.xhtml
9789049952310-40.xhtml
9789049952310-41.xhtml
9789049952310-42.xhtml
9789049952310-43.xhtml
9789049952310-44.xhtml
9789049952310-45.xhtml
9789049952310-46.xhtml
9789049952310-47.xhtml
9789049952310-48.xhtml
9789049952310-49.xhtml
9789049952310-50.xhtml
9789049952310-51.xhtml
9789049952310-52.xhtml
9789049952310-53.xhtml
9789049952310-54.xhtml
9789049952310-55.xhtml
9789049952310-56.xhtml
9789049952310-57.xhtml
9789049952310-58.xhtml
9789049952310-59.xhtml
9789049952310-60.xhtml
9789049952310-61.xhtml
9789049952310-62.xhtml
9789049952310-63.xhtml
9789049952310-64.xhtml
9789049952310-65.xhtml
9789049952310-66.xhtml
9789049952310-67.xhtml
9789049952310-68.xhtml
9789049952310-69.xhtml
9789049952310-70.xhtml
9789049952310-71.xhtml
9789049952310-72.xhtml
9789049952310-73.xhtml
9789049952310-74.xhtml
9789049952310-75.xhtml
9789049952310-76.xhtml
9789049952310-77.xhtml
9789049952310-78.xhtml
9789049952310-79.xhtml
9789049952310-80.xhtml
9789049952310-81.xhtml
9789049952310-82.xhtml
9789049952310-83.xhtml
9789049952310-84.xhtml
9789049952310-85.xhtml
9789049952310-86.xhtml
9789049952310-87.xhtml
9789049952310-88.xhtml
9789049952310-89.xhtml
9789049952310-90.xhtml
9789049952310-91.xhtml
9789049952310-92.xhtml