Hoofdstuk 29
..
Calum had de volgende ochtend een kater en wilde niet uit bed komen om zijn smoking te passen, dus reed Dawn naar Meadowhall om tafeldecoraties voor de receptie uit te zoeken. Ze draaide de hele weg heen en terug countrymuziek en zong zo hard mogelijk mee met Tammy Wynette.
..
Paul had een prachtig appartement in een chique buitenwijk van Sheffield, waarvoor hij een schijntje had betaald. Als hij het verkocht, zou hij er drie keer zoveel voor krijgen. Het was allemaal geld dat naar Rose Manor zou gaan. Grace belde aan en Paul drukte op de zoemer en liet haar binnen. Hij begroette haar bij de voordeur, pakte alle tassen met verlate paaseieren van haar aan en omhelsde haar. Ze was blij verrast dat Joe bij zijn oom was.
‘Hallo, liefje,’ zei Grace. Ze gaf haar kleinzoon een kus op zijn hoofd. Hij zag er niet vrolijk uit.
‘Hij heeft kiespijn,’ fluisterde Paul. ‘Laura is net weggegaan om knoflookolie voor hem en melk voor mij te halen. Zijn grote oom Paul leidt hem af door een kaartspelletje met hem te doen. Nietwaar, Joe?’ Hij gaf de jongen een liefhebbend kneepje in zijn schouder.
‘Paul, waar zijn... o, hallo!’ Een lange, elegante, razend knappe zwarte man kwam uit de eetkamer de zitkamer in lopen.
‘Mam, dit is Charles, mijn zakenpartner. Charles, dit is mijn moeder.’
‘Hallo,’ zei Grace met een brede glimlach. ‘Wat leuk om je eindelijk te ontmoeten.’
‘Dat geldt voor mij ook, mevrouw Beamish,’ zei Charles.
‘Charles is een schatje,’ zei Paul. ‘En bovendien een verdomd goede architect.’
De bel ging en Pauls intercomcamera toonde Laura die een pak melk van twee liter bij zich had.
‘Ze heeft aangeboden om het te gaan halen,’ zei Paul. ‘We wilden zelf gaan, maar ze moest afkoelen. Ze is op zoek naar een tandarts voor Joe, maar ze kan niemand vinden.’
Toen Laura binnenkwam, gaf ze Grace een stevige omhelzing.
‘Ben je een beetje gekalmeerd, schat?’ vroeg Charles terwijl hij Laura naar zich toe trok en een kus gaf.
‘O, ik snap het al,’ zei Grace.
‘We hebben nog maar heel kort een relatie, mam. Ik wilde het je dolgraag vertellen maar ik wist niet of hij me nog wilde zien na ons eerste afspraakje,’ zei Laura.
‘Ik wist niet of jij míj nog wilde zien na ons eerste afspraakje,’ zei Charles. ‘Ik was zo zenuwachtig dat ik mijn glas wijn over haar rok heb gegooid.’
Charles en Laura keken elkaar glimlachend aan en Grace kon het niet helpen dat ze ook moest glimlachen. Wat een heerlijke man, dacht ze. Ze hoopte dat het blijvend was. Laura leek op liefdesgebied een beetje op die arme Anna; ze had altijd beroerde relaties en Joe’s vader was de kers op de taart geweest. Hij had Laura in de steek gelaten toen ze vijf maanden zwanger was, met het excuus dat hij van mening was veranderd en nog niet klaar was voor het vaderschap (op zijn vierenveertigste). Hij was uit het leven van de jongen verdwenen nog voordat het kind geboren was. Laura had dringend liefde en aandacht nodig.
Laura’s mobiel ging over. Ze trok een gezicht toen ze het nummer herkende en nam op.
‘Hallo, Sarah... nee, ik kan helaas niet. Ik ben een tandarts aan het zoeken voor Joe... nee, ik weet niet waar ze is... o, ze heeft opgehangen. Ik neem aan dat je niet wilde dat ik vertelde dat je hier bent, mam. Voor een keer sta ik erop dat je niet naar huis holt om haar te redden; je eet eerst een verlate paaslunch met ons.’
‘Vertel me niet dat ze iemand zocht om op dat kleine krengetje van haar te passen,’ zei Paul.
‘Paul, je hebt het over je nichtje!’ riep Grace.
‘Ik weet het, maar...’ Hij hoefde niets meer te zeggen. Sable was een nachtmerrie. Zelfs Joe vond het niet prettig om in haar gezelschap te zijn, en niemand was gemakkelijker dan Joe.
‘Als Sarah geen kind aankan, waarom is ze dan in vredesnaam opnieuw zwanger geworden?’ zei Paul. ‘Ik weet het, het is een retorische vraag, maar het is gewoon zo stom. Het weerhoudt Hugo er niet van om vreemd te gaan. In feite denk ik dat het zelfs andersom is, met twee schreeuwende, verwende krengen in huis.’
‘Drie, bedoel je. Miauw,’ zei Laura bitcherig, wat niets voor haar was.
‘Het is niet gemakkelijk voor haar,’ zei Grace, die het gevoel had dat ze het evenwicht moest herstellen. Ze haatte het dat er steeds meer ruzies voorkwamen in het gezin dat ze al die jaren zo zorgvuldig had gekoesterd. En ze was altijd heel zachtmoedig voor Sarah geweest, die te jong was geweest om zich haar echte moeder te herinneren, in tegenstelling tot de twee anderen die in elk geval iets hadden om aan terug te denken.
‘Ik hoop dat je niet van plan bent je baan op te geven om een toegewijde oma-babysitter te worden,’ zei Paul tegen Grace. ‘Je moet je poot stijf houden, mam. Je hebt meer dan genoeg voor ons gedaan.’
‘Doe niet zo gek, jullie zijn mijn familie en ik help zoveel als ik kan,’ zei Grace. Ze hield van Sarah, maar de gedachte om thuis opgesloten te zitten met een baby, haar kleindochter en Gordon gaf haar het gevoel dat ze kopje-onder ging en dat er waterplanten om haar voeten gewikkeld zaten die haar steeds verder naar beneden trokken en haar onder water hielden tot haar longen barstten. Hoe meer ze ertegen vocht, des te meer grip leken ze te krijgen.
Laura zette water op. Paul had gebakjes en broodjes gekocht en een picknick voorbereid omdat hij had besloten dat ze op zijn dakterras van een high tea zouden genieten. Het was een zomerparadijs. Een georganiseerde chaos van planten en latwerken en waterornamenten.
‘We gaan dus kampeervakanties in Blegthorpe houden?’ vroeg Paul terwijl hij een gebakje in zijn mond stopte en Grace een knipoog gaf.
‘Maak er alsjeblieft geen grapjes over,’ zei Grace vermoeid.
‘Jij en papa, dag in dag uit met z’n tweeën in een groot blik. Prachtig.’
‘Stop gewoon niet met werken, mevrouw Beamish,’ zei Charles. ‘Dat is de oplossing.’ Laura had hem blijkbaar het een en ander verteld.
‘Nu we het daar toch over hebben, hoe is je nieuwe bazin?’ vroeg Paul.
‘Ze is een erg aardige vrouw,’ antwoordde Grace, die meer van de vorige avond had genoten dan ze ooit voor mogelijk had gehouden. Het was alsof ze een stoffige deken van haar leven had gegooid en een beetje frisse lucht binnen had gelaten. ‘We zijn gisteren met de afdeling uit eten geweest. Ik had nog nooit Thais eten geprobeerd. Het was heerlijk.’
‘Goed van je, mam,’ zei Paul. ‘Ik neem aan dat papa geen bezwaar had?’
‘Hemel, Paul. Hij houdt me echt niet tegen als ik ergens naartoe wil gaan.’
‘Behalve hiernaartoe. Hij zou het niet prettig vinden als hij wist dat je bij mij op bezoek bent,’ zei Paul.
‘Hij moet vermoeden dat ik met je afspreek.’
‘Misschien niet. Misschien denkt hij dat je dat niet durft,’ zei Paul, waardoor Grace op het idee kwam dat haar zoon misschien gelijk had, al zou ze dat niet toegeven.
‘Dat is belachelijk.’
‘Je kunt niet meer op stap gaan met je nieuwe vriendinnen als je opgesloten zit in Blegthorpe!’ Paul zwaaide met zijn vinger naar zijn moeder.
‘Je moet nee leren zeggen,’ zei Laura. ‘Niemand heeft ooit nee tegen papa gezegd, dat is het probleem.’
‘Ik wel,’ zei Paul met een trotse grijns. ‘Dat is de reden waarom ik het huis uit ben gegooid. Hij denkt dat ik genezen zal zijn als ik de juiste vrouw ontmoet.’
Grace was verbaasd dat Paul zo afstandelijk over die dag kon praten. Ze wist hoe gekwetst hij was geweest toen hij zijn vader had verteld dat hij homoseksueel was, zonder hoop op aanmoediging, alleen op acceptatie, en dat Gordon had geweigerd te luisteren, het huis uit was gestormd en had gezegd dat Paul vertrokken moest zijn tegen de tijd dat hij terug was. In alle jaren dat ze getrouwd waren, had Grace Gordon nog nooit horen vloeken, maar op die dag maakte hij dat meer dan goed. Een woordenstroom van de smerigste taal kwam moeiteloos uit zijn mond, alsof hij was bezeten door een boze geest. Paul had haar niet tussenbeide laten komen. En eerlijk gezegd was ze daar blij om, omdat Gordon haar bang had gemaakt met zijn felheid.
Ze wilde dat ze die dag dapper genoeg was geweest om samen met Paul te vertrekken.
..
Na de heerlijke lunch met maar de helft van haar familie belandde Grace met een dreun weer met twee voeten op de aarde. Toen ze thuiskwam, ijsbeerde Gordon door de gang. Hij droeg Sable, die huilde en die hij in Grace’ armen duwde zodra ze binnen was.
‘Waar ben je geweest?’ vroeg hij.
‘Ik heb tegen je gezegd dat ik zou gaan winkelen,’ loog ze. Ze wilde hem niet boos maken door hem de waarheid te vertellen.
‘Sarah heeft geprobeerd je te bellen. Ze zei dat je mobiel telkens op voicemail overging.’
‘O, is dat zo?’ Grace zocht in haar tas naar haar mobiel. Ze trok een gezicht toen ze zag dat ze vierentwintig oproepen had gemist: tien van haar dochter en veertien van Gordon. ‘Ik dacht dat ik hem aan had staan.’
‘Tja, dat was blijkbaar niet zo, nietwaar? Wat heeft het voor nut om een mobiel te hebben als je hem uitzet als je weg bent? Sarah heeft weeën. Ze dacht erover om naar het ziekenhuis te gaan!’
‘Lieve hemel.’ Grace voelde paniek opkomen. ‘Ik heb niet... moeten we naar haar toe? Heb je gebeld?’
‘Ik moest naar hun huis om Sable op te halen. Sarah ging liggen en zei dat ze zou bellen als het erger werd.’
Grace belde Laura op haar mobiel. Laura bleef er merkwaardig koel onder en vertelde waarom.
‘Mam, ik zag haar net in haar auto. Ze zag er prima uit terwijl ze het parkeerterrein van het winkelcentrum op reed. Ze heeft net zoveel weeën als ik!’
‘Weet je zeker dat zij het was?’
‘Alsof ik me kan vergissen in die belachelijke kentekenplaat!’
Grace moest echt leren om nee te zeggen voordat de waterplanten haar nog verder naar beneden trokken en haar van haar laatste adem beroofden.