Hoofdstuk 62

..

‘Die gitarist kan zijn ogen niet van je afhouden,’ zei Anna terwijl ze Dawn aanstootte.

‘Natuurlijk wel,’ protesteerde Dawn.

‘Hij is erg knap,’ zei Grace.

‘Hij ziet er heel sexy uit met dat Elvis-haar,’ verkondigde Christie.

‘En die gitaar maakt hem nog sexyer, als dat mogelijk is,’ voegde Anna eraan toe. ‘Stel je voor dat hij jou zo bespeelt.’

‘Wauw!’ zei Dawn dromerig. Ze vergat even om nuchter te blijven.

‘Ik zei toch dat je verliefd op hem bent!’ klonk het in koor.

‘Ik ben niet verliefd op hem,’ zei Dawn lachend. ‘Ik vind hem aardig. Dat moet toch ook wel? We houden van dezelfde muziek.’

‘Dus jullie maken samen mooie muziek,’ zei Christie plagerig.

‘Dat heb ik niet gezegd,’ zei Dawn. ‘Maar hij is een heel leuke man. Als ik niet zou gaan trouwen, zou ik een poging wagen.’ Daarna voegde ze er voor Anna snel aan toe: ‘Maar ik trouw wel, dus het kan niet.’ Het zou niet goed zijn om op te biechten dat ze inderdaad een beetje verliefd op hem was terwijl Anna’s verloofde met een andere vrouw sekste. Ze herinnerde zich hoe ze tegen Christie was uitgevaren toen die iets had gezegd over een getrouwde minnaar. Ze wilde niet dat de anderen een verkeerd beeld van haar kregen.

‘Rustig maar, we nemen je gewoon een beetje in de maling,’ zei Anna, die hoopte dat Dawn eerlijk was geweest over de gitarist en dat ze haar niet had afgeschrikt met haar eerdere uitval over minnaressen.

‘Wat gaan jullie dit weekend doen?’ vroeg Christie. ‘Anna, hoe gaat het filmen?’

‘Ik raak eraan gewend,’ zei Anna met een knipoog. ‘Hoewel ik de helft van de tijd denk dat ik stapelgek moet zijn. Ik heb straks geen enkele zeggenschap over het filmmateriaal dat ze gaan gebruiken. En het is heel anders om een ervaren filmcrew mijn slechte ondergoed te laten zien dan de rest van Engeland – met inbegrip van alle perverselingen, zoals Malcolm.’

‘Ik wed dat hij het opneemt zodat hij het voortdurend kan afspelen,’ grinnikte Dawn.

‘Hou op, anders ga ik over mijn nek!’

Ze vertelde hen bijna over Tony en zijn cadeaus, maar perste haar lippen net voordat de eerste woorden naar buiten kwamen, op elkaar. Ze had op dit moment niets te vertellen en ze wilde niets verpesten door er voortijdig over te kletsen.

‘Morgen gaan mijn bruidsmeisjes hun jurken passen,’ vertelde Dawn.

‘Wat voor kleur worden ze ook alweer?’ vroeg Raychel.

‘Perzik,’ antwoordde ze. ‘Dezelfde kleur van het lintje op de uitnodigingen. Ik moet alle afscheidscadeautjes nog inpakken in die kleur vloeipapier en ik moet bellen over de taart en de bloemen, dus het wordt een druk regelweekend.’

‘Ik vind je iets vrolijker dan je de hele week bent geweest,’ zei Anna.

‘Ik word langzamerhand minder gestrest en meer opgewonden,’ loog Dawn.

‘Misschien vrolijkt je gitarist je op,’ zei Raychel.

‘Begin nou niet weer!’ zei Dawn. Ze ontkende het echter niet, omdat Al Holly haar van binnenuit verwarmde waardoor ze niet kon stoppen met glimlachen. Ze zonnebaadde letterlijk in zijn aanwezigheid.

Ze bleven allemaal voor een extra drankje zodat Dawn de pauze van Al miste. Ze wilde dolgraag naar hem toe maar kon haar collega’s niet in de steek laten dus bleef ze, nadat de anderen waren vertrokken, tot het eind van de avond. Dat was niet moeilijk. Ze zat aan de bar en keek naar hem. Ze stelde zich voor dat hij haar bespeelde alsof ze zijn gitaar was, zoals Anna had gezegd, en moest die gedachten daarna verpletteren met een mentale moker.

‘Aha, Dawny Sole,’ zei Al, die naar haar toe kwam nadat hij zijn gitaar op de standaard had gezet. ‘Hoe is het vanavond met je?’

‘Goed, en met jou?’

‘Ook goed. Wil je iets drinken?’

‘Eh... graag. Wat neem jij?’

‘Ik ben klaar met werken, dus ik neem een biertje.’

‘Ik neem een cola light. Een kleine.’

Al betaalde voor de drankjes.

‘De tijd vliegt voorbij. We spelen hier nog maar drie vrijdagavonden.’

‘Nog maar drie?’ vroeg Dawn. Natuurlijk waren het er nog maar drie, maar het leek zo weinig als hij het hardop uitsprak. Het deprimeerde haar ongelooflijk.

‘Laten we buiten gaan zitten,’ zei Al, die hun drankjes oppakte en haar meenam naar de achterkant van de pub waar een biertuin was. Er was een vrije tafel in de hoek bij de heg en daar liep Al Holly naartoe. Ze gingen tegenover elkaar zitten, hun drankjes en een windlicht tussen hen in, en hun handen gevaarlijk dicht bij elkaar op het tafelblad.

‘Wat een heerlijke avond,’ zei Dawn terwijl ze niet naar Al Holly’s starende ogen probeerde te kijken omdat het kaarslicht erin danste. ‘Hoe is het weer ’s zomers waar jij woont?’

‘Aha, opnieuw de weervraag!’ zei hij plagerig.

‘Hou je kop en geef gewoon antwoord.’

‘Goed, vergeleken bij onze zomers is dit de Noordpool.’

‘Echt?’

Hij knikte. ‘Oké, ik overdrijf een beetje, maar het is heerlijk warm in de zomer en zacht in de winter. Precies zoals ik het prettig vind.’

‘Dat vind ik ook,’ zei Dawn. ‘Dit is de eerste goede zomer die we in tijden hebben gehad. Het is de afgelopen paar jaar ontzettend nat geweest.’

‘We hebben ook bergen om te skiën. We hebben eigenlijk zo’n beetje alles. Behalve de kiss me quick-hoeden.’ Hij grinnikte, waardoor hij lachrimpeltjes rond zijn ogen kreeg. Dawn keek er ademloos naar. Ze mocht zulke gevoelens niet hebben als ze naar Al keek. Hij was constant aanwezig in haar hoofd en als ze hem op vrijdag zag, was het alsof de batterij in haar hart werd opgeladen. Hij verdrong elke gedachte aan Calum en daar had hij het recht niet toe. Morgen gingen haar bruidsmeisjes hun jurken passen en zondag pakte ze bonbons in perzikkleurig vloeipapier en linten ter voorbereiding van haar bruiloft. Ze nam een grote slok van haar drankje waardoor haar keel afkoelde, maar haar hartkloppingen verdwenen niet.

‘Ga je meteen naar huis als je hier weggaat?’

‘We blijven een paar dagen in Londen, daarna gaan we naar huis,’ vertelde Al. ‘Ik ga een maand ontspannen vissen in de zon, daarna gaan we op tournee door Amerika. Ben je daar weleens geweest?’

‘Ik? Nee,’ zei Dawn. ‘Mijn buitenlandse ervaring is beperkt tot een Grieks eiland en Frankrijk toen ik op school zat. Ik weet niet waarom ik een paspoort heb.’ Ze had het laten verlengen voor haar huwelijksreis. Waarom eigenlijk?

Al nam een slok bier en Dawn keek naar zijn keel. Hij had een sterke nek die overging in brede schouders. Ze vroeg zich af hoe hij eruit zou zien zonder zijn overhemd. Zijn been kwam onder de tafel per ongeluk tegen haar been toen ze ging verzitten. Hemel, zo meteen zou ze hem bespringen en de kleren van zijn lijf rukken.

‘Was dit je eerste keer in Engeland?’ vroeg ze in plaats daarvan.

Hij schudde zijn hoofd. ‘Nee, ik ben hier eerder geweest, maar niet in Yorkshire. Het was leuk. Ik heb fijne, gelukkige herinneringen om mee naar huis te nemen.’

Hij zei niet welke herinneringen dat waren. Alsof hij zich bewust was van het intense gevoel dat tussen hen in hing, lieten zijn ogen haar los en keek hij naar de hemel waar een vliegtuig een wit spoor achterliet.

Dawn bestudeerde Als profiel ongezien en plotseling wilde ze met haar handen door zijn haar woelen. Hij was mooi. Te mooi om te verdragen.

‘Al, ik moet gaan,’ zei Dawn, die in paniek raakte door de vloedgolf aan gevoelens.

Hij protesteerde niet en zei niet dat ze haar drankje nauwelijks had aangeraakt.

‘Ik begrijp het,’ zei hij terwijl hij nadenkend naar zijn bier staarde.

Hoe kan dat? dacht Dawn. Hoe kun je begrijpen dat mijn hele leven op de achtergrond in elkaar lijkt te storten als ik naar je kijk?

Ze stond op en hing haar tas over haar schouder. Al Holly krabde op zijn hoofd en zuchtte.

‘Luister naar me, Dawny. Ik maak er geen gewoonte van om de vrouwen van andere mannen te versieren, maar ik heb het gevoel dat ik dit tegen je moet zeggen. Ik geef heel veel om je. Ik denk dat we verwante geesten zijn en ik kijk er echt heel erg naar uit om je elke vrijdagavond even te zien. Maar ik probeer de situatie niet ingewikkelder voor je te maken en als ik dat wel heb gedaan, dan spijt me dat echt. Ik hoop dat je vrijdag weer komt en dat je niet wegblijft.’

‘Eh...’ Ze moest nee zeggen. Ze moest haar collega’s vertellen dat ze de komende weken niet mee naar de pub zou gaan, zodat ze niet meer naar deze man werd getrokken als een mot naar een vlam. Het kon alleen maar eindigen met derdegraads brandwonden op haar vleugels. Nee, zeg nee tegen hem, stop er nu mee.

‘Ja, ik kom,’ zei ze.

..

Toen Anna de hoek omsloeg, zag ze opnieuw een pakket, dat uitstak achter haar vuilnisbak. Ze kon niet wachten om het open te maken. Ze scheurde het papier eraf en vond een hartvormige doos Ferrero Rocher. Ze keek om zich heen om te zien of Tony ergens stond om haar reactie af te wachten. Hij zou binnenkort toch iets moeten doen? Eerst een bord met een foto, daarna een roos en nu dit: de derde week met cadeaus zonder dat er iets op volgde. Anna zag een glimp van Vlinder, die door het hek van de weduwe glipte alsof hij haar ook pestte met een zweem van zijn aanwezigheid, in plaats van naar haar toe te komen.

Tony Parker, waar ben je in vredesnaam mee bezig?

Zomervlinders
9789049952310.xhtml
9789049952310-1.xhtml
9789049952310-2.xhtml
9789049952310-3.xhtml
9789049952310-4.xhtml
9789049952310-5.xhtml
9789049952310-6.xhtml
9789049952310-7.xhtml
9789049952310-8.xhtml
9789049952310-9.xhtml
9789049952310-10.xhtml
9789049952310-11.xhtml
9789049952310-12.xhtml
9789049952310-13.xhtml
9789049952310-14.xhtml
9789049952310-15.xhtml
9789049952310-16.xhtml
9789049952310-17.xhtml
9789049952310-18.xhtml
9789049952310-19.xhtml
9789049952310-20.xhtml
9789049952310-21.xhtml
9789049952310-22.xhtml
9789049952310-23.xhtml
9789049952310-24.xhtml
9789049952310-25.xhtml
9789049952310-26.xhtml
9789049952310-27.xhtml
9789049952310-28.xhtml
9789049952310-29.xhtml
9789049952310-30.xhtml
9789049952310-31.xhtml
9789049952310-32.xhtml
9789049952310-33.xhtml
9789049952310-34.xhtml
9789049952310-35.xhtml
9789049952310-36.xhtml
9789049952310-37.xhtml
9789049952310-38.xhtml
9789049952310-39.xhtml
9789049952310-40.xhtml
9789049952310-41.xhtml
9789049952310-42.xhtml
9789049952310-43.xhtml
9789049952310-44.xhtml
9789049952310-45.xhtml
9789049952310-46.xhtml
9789049952310-47.xhtml
9789049952310-48.xhtml
9789049952310-49.xhtml
9789049952310-50.xhtml
9789049952310-51.xhtml
9789049952310-52.xhtml
9789049952310-53.xhtml
9789049952310-54.xhtml
9789049952310-55.xhtml
9789049952310-56.xhtml
9789049952310-57.xhtml
9789049952310-58.xhtml
9789049952310-59.xhtml
9789049952310-60.xhtml
9789049952310-61.xhtml
9789049952310-62.xhtml
9789049952310-63.xhtml
9789049952310-64.xhtml
9789049952310-65.xhtml
9789049952310-66.xhtml
9789049952310-67.xhtml
9789049952310-68.xhtml
9789049952310-69.xhtml
9789049952310-70.xhtml
9789049952310-71.xhtml
9789049952310-72.xhtml
9789049952310-73.xhtml
9789049952310-74.xhtml
9789049952310-75.xhtml
9789049952310-76.xhtml
9789049952310-77.xhtml
9789049952310-78.xhtml
9789049952310-79.xhtml
9789049952310-80.xhtml
9789049952310-81.xhtml
9789049952310-82.xhtml
9789049952310-83.xhtml
9789049952310-84.xhtml
9789049952310-85.xhtml
9789049952310-86.xhtml
9789049952310-87.xhtml
9789049952310-88.xhtml
9789049952310-89.xhtml
9789049952310-90.xhtml
9789049952310-91.xhtml
9789049952310-92.xhtml