Hoofdstuk 39

..

‘Hebben jullie dat programma gisteravond gezien?’ vroeg Dawn terwijl ze na het weekend de afdeling op kwam stormen. Haar volgende zin richtte ze tot Anna. ‘Als je dacht dat jouw liefdesleven slecht was, wacht dan tot je gebouwen wilt bespringen!’

‘Dank je wel, Dawn,’ zei Anna glimlachend. Dawn was verbaal de meest onhandige persoon die ze ooit had ontmoet. Maar ze was simpel en verfrissend en grappig, en ze bedoelde het absoluut niet kwaadaardig. Anna wist niet veel over haar, maar ze was er vrij zeker van dat Dawn heel erg van slag zou zijn als ze ooit zou denken dat ze iemand had gekwetst met haar onhandige gewoonte om te zeggen wat ze dacht.

‘Wat bedoel je met “gebouwen bespringen”?’ vroeg Grace.

‘Er bestaat een afwijking waarbij mensen zich seksueel aangetrokken voelen tot gebouwen.’

‘Ga weg,’ zei Anna.

‘Echt! Er was een vrouw getrouwd met de Eiffeltoren. Anderen hadden relaties met hekken en trapleuningen en zo.’

‘Dat is zo bedacht,’ zei Anna, die haar hoofd schudde. ‘Het moet een parodie zijn geweest.’

‘Nee, Dawn heeft gelijk,’ bemoeide Christie zich ermee. ‘Het wordt “objectum-seksualiteit” of “animisme” genoemd. Dat is het geloof dat dode voorwerpen gevoelens hebben.’

‘En hoe weet jij daar zoveel vanaf?’ grinnikte Dawn. ‘Je hebt het koffieapparaat toch geen beurt gegeven?’

‘Mijn vader was psycholoog,’ zei Christie. ‘Je zou er versteld van staan hoeveel vreemde en wonderlijke menselijke aandoeningen er zijn.’

‘Ik wilde dat hij op dit moment hier was,’ zei Anna. ‘Ik heb een terugkerende droom dat David Attenborough een zombie is, maar dat ik op hem val. Ik heb me altijd afgevraagd wat dat betekent.’

‘Het betekent dat je na negen uur ’s avonds geen overjarige cheddar meer moet eten. Dat zei mijn oma altijd,’ zei Grace lachend.

‘Ik snap niet dat iemand op een gebouw kan vallen,’ zei Raychel, die haar pen neerlegde en zich in het gesprek mengde.

‘Ik snap het ook niet, en ik heb ernaar gekeken!’ zei Dawn. ‘Ik dacht eerst dat het een grap was. Er waren zelfs vrouwen die verliefd waren op de Berlijnse muur en toen die, ik meen het, werd neergehaald, werden ze stapelgek.’

‘Dus de Berlijnse muur heeft meer dan één minnares?’ vroeg Anna met een ondeugende glans in haar ogen. ‘Ging hij vreemd? Er is geen enkele hoop meer voor ons als een stapel stenen hem niet eens in zijn broek kan houden.’

‘Dus, Anna,’ zei Dawn met een brutale uitdrukking op haar gezicht. ‘Als je niet snel iemand vindt, kun je altijd nog proberen om de Town Hall te versieren.’

‘Die is me veel te groot,’ snoof Anna. ‘Het bushokje aan het eind van mijn straat heeft mooie, slanke ramen. Dat is meer mijn type.’

‘Jullie moeten samen het podium op met een dubbele act,’ zei Grace grinnikend.

‘Goed, ik heb een vraag voor jullie. Met wie willen jullie liever zoenen – een tuinhek of Malcolm?’ vroeg Dawn ondeugend.

‘Het hek!’ zeiden ze allemaal in koor, waarna ze begonnen te lachen omdat de afgewezen Malcolm op dat moment op Christie afstevende.

Ze moesten allemaal hun best doen om niet te giechelen bij zijn eerste woorden. ‘Ik vind het meubilair prachtig. Meneer McAskill is niet bepaald zuinig geweest.’

Christie gaf geen antwoord maar glimlachte star en beleefd. Ze vermoedde (en daar had ze gelijk in) dat hij zich eindelijk begon te realiseren dat zijn pogingen om vriendschap met haar te sluiten nergens toe zouden leiden en dat hij zich daarvoor wilde wreken.

‘Ik kwam alleen langs om je te vertellen dat er om twee uur een vergadering voor afdelingsmanagers is, wist je dat?’

‘Ja, ik heb de e-mail gekregen,’ antwoordde Christie.

‘Prachtig bureau,’ zei Malcolm, die met zijn hand over het oppervlak gleed voor hij terugging naar zijn eigen afdeling.

‘Ik wed dat het bureau zou zeggen: “Zo wanhopig ben ik nu ook weer niet,”’ giechelde Dawn, waardoor ze allemaal in de lach schoten.

Malcolm hoorde hen lachen. Hij wist niet waarom, maar hij vermoedde dat hij het onderwerp van hun hilariteit was. Zijn rancune tegenover het lievelingetje van meneer McAskill werd nog een stukje groter. Het was overduidelijk dat de grote baas en zij een relatie hadden en hij zou die blonde del bij de eerste de beste gelegenheid ontmaskeren.

Zomervlinders
9789049952310.xhtml
9789049952310-1.xhtml
9789049952310-2.xhtml
9789049952310-3.xhtml
9789049952310-4.xhtml
9789049952310-5.xhtml
9789049952310-6.xhtml
9789049952310-7.xhtml
9789049952310-8.xhtml
9789049952310-9.xhtml
9789049952310-10.xhtml
9789049952310-11.xhtml
9789049952310-12.xhtml
9789049952310-13.xhtml
9789049952310-14.xhtml
9789049952310-15.xhtml
9789049952310-16.xhtml
9789049952310-17.xhtml
9789049952310-18.xhtml
9789049952310-19.xhtml
9789049952310-20.xhtml
9789049952310-21.xhtml
9789049952310-22.xhtml
9789049952310-23.xhtml
9789049952310-24.xhtml
9789049952310-25.xhtml
9789049952310-26.xhtml
9789049952310-27.xhtml
9789049952310-28.xhtml
9789049952310-29.xhtml
9789049952310-30.xhtml
9789049952310-31.xhtml
9789049952310-32.xhtml
9789049952310-33.xhtml
9789049952310-34.xhtml
9789049952310-35.xhtml
9789049952310-36.xhtml
9789049952310-37.xhtml
9789049952310-38.xhtml
9789049952310-39.xhtml
9789049952310-40.xhtml
9789049952310-41.xhtml
9789049952310-42.xhtml
9789049952310-43.xhtml
9789049952310-44.xhtml
9789049952310-45.xhtml
9789049952310-46.xhtml
9789049952310-47.xhtml
9789049952310-48.xhtml
9789049952310-49.xhtml
9789049952310-50.xhtml
9789049952310-51.xhtml
9789049952310-52.xhtml
9789049952310-53.xhtml
9789049952310-54.xhtml
9789049952310-55.xhtml
9789049952310-56.xhtml
9789049952310-57.xhtml
9789049952310-58.xhtml
9789049952310-59.xhtml
9789049952310-60.xhtml
9789049952310-61.xhtml
9789049952310-62.xhtml
9789049952310-63.xhtml
9789049952310-64.xhtml
9789049952310-65.xhtml
9789049952310-66.xhtml
9789049952310-67.xhtml
9789049952310-68.xhtml
9789049952310-69.xhtml
9789049952310-70.xhtml
9789049952310-71.xhtml
9789049952310-72.xhtml
9789049952310-73.xhtml
9789049952310-74.xhtml
9789049952310-75.xhtml
9789049952310-76.xhtml
9789049952310-77.xhtml
9789049952310-78.xhtml
9789049952310-79.xhtml
9789049952310-80.xhtml
9789049952310-81.xhtml
9789049952310-82.xhtml
9789049952310-83.xhtml
9789049952310-84.xhtml
9789049952310-85.xhtml
9789049952310-86.xhtml
9789049952310-87.xhtml
9789049952310-88.xhtml
9789049952310-89.xhtml
9789049952310-90.xhtml
9789049952310-91.xhtml
9789049952310-92.xhtml