Hoofdstuk 84
..
‘Lieve hemel, het is hier net de wachtruimte van de Jerry Springer Show,’ zei Anna terwijl ze aan de bruidskant in de kerk zaten. Er zat nog een oude vrouw helemaal achterin, die bleef hoesten; waarschijnlijk een van de verre tantes die volgens Dawn misschien zouden komen.
Dat was echter niet zo. De oude vrouw was Mavis Marple, een regelmatige bezoekster van plechtigheden in de kerk. Met haar grijze, onopvallende verschijning werd ze geaccepteerd in rouwende en feestende groepen. Mavis hield ervan om gast te zijn op feesten. Ze vond altijd wel een lift naar de locatie waar de receptie werd gegeven, waar ze zich met een ijzeren zelfbeheersing op het buffet stortte. Ze had zelfs een enorm servet bij zich om wat van de buit mee naar huis te kunnen nemen.
De vier vrouwen keken allemaal verbaasd naar de kant van de bruidegom. De kerkbanken begonnen vol te stromen met dikke vrouwen in opzichtige jurken en slungelige tieners, een paar in nette broeken, maar de meesten in spijkerbroek en sportschoenen en sommigen zelfs met capuchonshirts.
‘Sst, Anna,’ zei Christie. ‘Geluid draagt verder op dit soort plekken.’
‘Stel je voor dat Anna Malcolm hier een knietje had gegeven,’ zei Raychel. ‘Dan had je de echo in Aberdeen kunnen horen.’
‘Heb je eraan gedacht het geld mee te nemen, Christie?’ vroeg Raychel. Ze hadden geld bij elkaar gelegd in plaats van een cadeau voor Dawn te kopen.
‘Het zit in mijn tas,’ zei Christie, die op haar felgele tas klopte. Ze was van top tot teen in limoen gekleed en leek op een wandelende zon. Zo zagen de anderen haar toevallig ook: als een warme, fantastische kracht. Een centrum.
Grace keek in de kerk rond. Het was een mooi gebouw. Ze zou hier binnen een jaar weer zitten, als Charles en Laura naar hetzelfde altaar zouden lopen. Ze waren donderdag met Paul langsgekomen om het fijne nieuws te vertellen. Christie had een fles champagne geopend en de vrouwen hadden op het terras zitten kijken naar Charles, Paul en Niki, die voetbalden met Joe. Net als bij Christie stroomde er warmte uit Niki’s ziel. Het was een van de vrolijkste avonden geweest die ze zich kon herinneren, en hij werd zelfs niet aangetast door het verdrietige nieuws dat Sarah de kant van haar vader koos en niets meer met hen te maken wilde hebben. Maar ze had hen natuurlijk ook niet meer nodig om te babysitten, omdat Hugo een au pair uit het Oostblok had aangenomen. Erg jong, goedkoop en knap. Paul zei dat hij de moeilijkheden al zag opdoemen. Grace hoopte dat Sarah van gedachten zou veranderen en had haar een brief geschreven. Misschien was de nieuwe baby in staat om de kloof te dichten. Paul had haar voorzichtig verteld dat Gordon binnen een week uit het ziekenhuis zou komen, maar Grace merkte dat ze daar minder zenuwachtig van werd dan ze had gedacht. Ze voelde zich heel veilig bij de solide, vriendelijke Nikita Koslov en zijn fantastische zus.
‘Denk jij wat ik denk?’ Christie stootte Grace aan toen er van een van de achterste banken een luidkeels ‘godverdomme, hou je kop’ door de kerk galmde. Van een vrouw nog wel.
‘Waarschijnlijk,’ zei Grace met een zucht.
‘Lieve hemel,’ zei Anna toen een vrouw die niemand anders dan de moeder van de bruidegom kon zijn, naar de voorste rij marcheerde in een enorme roze broek, een jasje in een andere kleur roze en een zwarte hoed die beter bij een begrafenis paste. Ze had geprobeerd er een geheel van te maken met zwarte schoenen en een zwarte handtas, maar was daar niet in geslaagd. Ze droeg een roze lippenstift waardoor het leek of ze derdegraads brandwonden op haar lippen had. Samen met haar spray-tan leek het of ze te dicht bij een barbecue had gestaan. Ze leek op een figurant in Shameless die was weggestuurd omdat ze te asociaal was.
De bruidegom was makkelijk te herkennen aan zijn ene wenkbrauw. Hij droeg een mooie smoking met een perzikkleurige stropdas. Hij was knap, met zijn modern slordige kapsel, maar heel anders dan ze zich de partner van Dawn hadden voorgesteld.
‘Dat is Calum toch niet?’ vroeg Anna met opgetrokken wenkbrauwen.
‘Ik denk het wel,’ fluisterde Grace.
‘Ik ga Dawn bij de deur ontvoeren en zet het met haar op een lopen,’ zei Anna. Die lieve, gekke, mooie, etherische Dawn paste helemaal niet bij dit stel.
‘Misschien hebben we het allemaal mis en is ze dolgelukkig met hem,’ zei Grace.
‘Ja, en de maan is gemaakt van Red Leicester-kaas,’ zei Anna.
Iedereen nam plaats. De bruid was inmiddels vijf minuten te laat. Plotseling klonk er een blikkerig ‘daar komt de bruid’, waardoor iedereen op scherp stond, maar het was de mobiel van de getuige. Die stond op en draaide zich om terwijl hij zijn broodmagere armen verontschuldigend omhoogstak. ‘Sorry, mensen,’ zei hij, waarna hij zijn mobiel uitzette.
‘Killer, je bent een klootzak,’ schreeuwde iemand in het midden van de kerk, wat veel gelach veroorzaakte.
Raychel wist niet of ze moest bidden dat Dawn haar verstand terugkreeg en ervandoor ging met de Canadese gitarist, maar ze deed het toch maar.
Plotseling begon de orgelmuziek voluit te spelen en de vier vriendinnen stonden met gemengde gevoelens op en draaiden zich om om naar de gesluierde Dawn te kunnen kijken. Ze zag er prachtig uit in een adembenemende jurk met een traanvormig boeket met perzikkleurige bloemen. Terwijl ze langzaam naar het altaar liep, sprongen de tranen in hun ogen. Ze probeerden niet te kijken naar de twee bruidsmeisje in mandarijnoranje jurken, die achter Dawn liepen. Een van hen had haar decolleté zover omhoog en naar voren geduwd dat haar borsten het altaar bijna nog eerder bereikten dan de bruid.
Ze zagen dat Dawn achter de sluier naar hen glimlachte. Het was een glimlach die zei: bedankt dat jullie zijn gekomen, in plaats van: dit is de gelukkigste dag van mijn leven.
..
Bij het altaar glimlachte Dawn naar Calum, maar vanbinnen schreeuwde ze het uit. Ze wilde dat ze dapper genoeg was geweest om de waarheid aan haar vriendinnen op te biechten toen ze gisteravond die huilbui had gekregen. Waarom had ze hen niet gesmeekt om haar te helpen toen ze de kans nog had? Nu kon ze alleen nog trouwen. Als ze niet dapper genoeg was geweest om tijdens de voorbereidingen te stoppen, kon ze dat in dit stadium helemaal niet meer. Deed iemand anders het maar voor haar. Alsjeblieft!
‘Alsjs er hier iemand aanwezig isjs die een reden heeft waarom deze man en vrouw niet in de echt verbonden mogen worden, sjspreek dan nu of sjzwijg voor altijd,’ sliste de dominee.
Aan de kant van de bruidegom werd samenzweerderig gekucht. De dominee fronste zijn voorhoofd toen Calum zich omdraaide en een V-teken maakte, waarna hij zich realiseerde waar hij was en zich verontschuldigde.
Als Dawns vier vriendinnen naar beneden hadden gekeken, hadden ze gezien dat ze allemaal hun vingers gekruist hielden. Ze wensten of baden of riepen de kosmische krachten aan om dit huwelijk te stoppen als Dawn niet gelukkig zou worden.
In de stilte die op de vraag van de dominee volgde, hoopte Dawn dat Al Holly de deur zou opengooien, over het middenpad naar haar toe zou lopen, haar zou oppakken en met haar naar buiten zou rennen, maar dat gebeurde niet. De dominee begon weer te praten. Calum en Dawn knielden voor het altaar. Iemand had ‘SH’ op de linkerschoen van Calum geschreven en ‘IT’ op de rechter, waardoor er opnieuw werd gelachen. Dawn lachte niet. Ze was overgeschakeld op de automatische piloot, zei haar geloften die niets meer voor haar betekenden, en was ver voorbij het punt dat het haar iets kon schelen dat ze daarvoor gestraft zou worden. Haar jurk bleek toch niet magisch te zijn. Waarom had ze de onzin geloofd die Freya had uitgekraamd?
De bruid en bruidegom wisselden de ringen uit die ze in de Argos-catalogus hadden uitgezocht, en de kerk barstte uit zijn voegen toen Calum en Dawn tot man en vrouw werden verklaard. De vier vriendinnen wisselden onbewogen blikken uit. Dat was het dan: Dawn was getrouwd. In voor- en tegenspoed. Het was achter de rug. Terwijl de bruid en de bruidegom het register gingen tekenen en het oranjekleurige stel achter hen aan sjokte, werd de hymne ‘Guide Me, Oh Thou Great Redeemer’ ingezet.
Grace’ prachtige stem klonk zuiver als een nachtegaal boven de valse kakofonie van geluiden uit. Het was haar favoriete hymne. Grace was gelovig, ze bad elke avond en twijfelde niet. Ze hoopte dat haar god Dawn net als haar door de donkerste uren zou loodsen. Anna’s keel zat dicht van de tranen en ze kon onmogelijk meezingen. Het hielp niet dat Dawn lijkbleek uit de sacristie kwam toen de hymne eindigde in een jankende uithaal van een paar aanmatigende Crookes. Ze had geen grotere namaakglimlach op haar gezicht kunnen toveren.
De Crookes stroomden de kerk uit voor de foto’s, en heel veel gasten staken een sigaret op zodra ze buiten waren. Anna zag dat de dikke moeder in babyroze de bruid een harde duw gaf en tegen haar zei: ‘Doe eens wat vrolijker, het is verdomme je trouwdag!’ Niemand stelde voor om een foto van Dawn en haar vriendinnen te maken. Blijkbaar bepaalden de bruidsmeisjes wie er gefotografeerd werden.
Christie reed in konvooi mee naar de receptie. Het parkeerterrein van de pub was vol en ze moest op straat parkeren, maar dan kon ze in elk geval gemakkelijker wegkomen.
‘Ik denk dat hier meer mensen zijn dan bij het huwelijk van prinses Diana,’ merkte Grace op.
‘Ik denk dat hier meer mensen zijn dan bij de begrafenis van prinses Diana,’ zei Anna.
‘Ja, en ik vraag me af hoeveel gasten Dawn echt kent,’ antwoordde Christie, die een glaasje sherry kreeg van een serveerster maar de lunch aan zich voorbij liet gaan: uitgebakken zwoerd, saucijzenbroodjes, broodjes met paté en gloeiendhete gebakken aardappelen die je huid verbrandden als je ze vastpakte.
De gasten zaten tegen elkaar aan geperst aan de tafels. Grace gaf geen commentaar op het eten, maar Christie zag dat ze een stuk vlees aan haar vork prikte en het weer neerlegde. Anna zag wolken stof op de plinten achter haar; het was hier niet bepaald schoon. Ze keek naar Dawn en zag dat ze de lunch nauwelijks had aangeraakt. Calum pakte een stuk vlees van haar bord en ze zei dat hij zijn gang mocht gaan. Ze zag er volkomen misplaatst uit: als een Degas-danseres op een schilderij van Lowry.
Na de lunch werd er teerzwarte koffie geserveerd. Calum ging staan en zei dat hij alleen een toost op de bruid wilde uitbrengen omdat hij niet geschikt was om speeches te houden. De getuige maakte dat meer dan goed met gênante, seksueel getinte verhalen over Calums liefdesleven. Het was bedoeld om de bruid ervan te verzekeren dat Calum niet vreemd zou gaan, maar de speech had het tegenovergestelde effect, tot groot plezier van de luidruchtige Crookes en hun gevolg.
De gasten begonnen naar de hoofdbar te lopen en Dawn liep achter hen aan. Ze had frisse lucht nodig.
‘Waar ga jij naartoe,’ vroeg Muriel. ‘Ik heb een paar tantes en ooms die je willen ontmoeten.’
‘Ik ga naar het toilet,’ zei Dawn. ‘Ik ben zo terug.’
‘Oké,’ zei Muriel die haar glas hief zodat Ronnie het kon bijvullen. Ze telde de minuten af tot het tijd was voor de karaoke.
..
Aan de muur voor het toilet hing een grote spiegel. Dawn liep erlangs, bedacht zich, ging ervoor staan en staarde naar zichzelf. De vrouw die terugkeek was de meest verdrietige bruid ter wereld, een heel ongelukkige vrouw. Er zouden geen mooie herinneringen aan deze jurk kleven. Ze kon hem morgen inpakken en terugbrengen naar Freya en dan zou ze er nooit meer aan denken. En ze wist zeker dat Freya verkeerd had gemeten, omdat ze er nauwelijks in kon ademen, hij zat veel te strak rond haar lichaam. Wees dapper, had Freya gezegd. Ze was helemaal niet dapper geweest: ze was stom en belachelijk zwak geweest. Zoals in de woorden van de laatste hymne: ‘I am weak but Thou art mighty’. Ze had die zin net zo goed tegen de hele Crooke-clan kunnen zeggen. Ze hadden haar allemaal geduwd en geschoven en overbluft en onderdrukt omdat ze hun liefde en acceptatie zo graag wilde dat ze erbij was gaan liggen als een offerlam. En het enige dat ze had bereikt was dat ze haar haatten omdat ze zo slap was. Ze keek opnieuw in de spiegel, sperde haar ogen open en dacht dat ze gek was geworden: haar spiegelbeeld droeg een witte, ballerina-achtige jurk met cowboylaarzen, een Stetson en een vestje met bergkristallen. De witte kleur maakte haar helemaal niet bleek omdat ze er gebruind en gezond uitzag. Achter haar stond Al Holly, ook in het wit. Ze glimlachten breed omdat ze stapelverliefd waren. Een vrouw moest geen trouwjurk dragen voor een man van wie ze niet hield, en ze wist dat haar gevoelens voor Calum Crooke in het niet vielen bij wat ze voor Al Holly voelde. Waar ben ik mee bezig? vroeg Dawn zich ineens af.
O, Dee Dee, waar ben je mee bezig?
Dawns ogen werden wazig van de tranen en toen ze ze weg had geveegd, was het beeld verdwenen en was ze Dawn in een lange ivoorkleurige jurk, die alleen was en huilde.
Dawn hoefde niet naar het toilet, ze had alleen willen ontsnappen aan de lange rij Crooke-familieleden. Ze had een wanhopige behoefte aan frisse lucht. Ze had het gevoel dat alle zuurstof uit het gebouw was gezogen en was vervangen door iets wat zwaar en stroperig was.
Wie is die man? De man met de hoed?
De woorden van tante Charlotte dreunden in haar hoofd en plotseling begreep Dawn wie ze op de foto had gezien.
We willen dat je gelukkig wordt.
‘O god, kan ik dat? Durf ik dat?’ vroeg ze aan haar spiegelbeeld. De bruid knikte.
Dawn liep via de branduitgang naast de toiletruimte naar buiten, de heldere zonneschijn in.
..
In het toilet bracht Denise nieuwe lippenstift aan voor de spiegel, terwijl Demi parfum in haar decolleté spoot.
‘Killer ziet er goed uit in zijn kostuum, vind je niet?’ vroeg ze. ‘Misschien probeer ik hem straks te versieren als Liam niet kijkt. Hoorde je hem kuchen toen de dominee vroeg of iemand een reden had waarom ze niet moesten trouwen?’
‘Ik verwachtte half dat Clampy op dat moment zou verschijnen.’
‘Ik had haar ervoor aangezien. Heeft Calum trouwens aan Dawn opgebiecht dat hij op zijn vrijgezellenavond met haar naar bed is geweest?’
‘Ik betwijfel het. Hij heeft het nog nooit opgebiecht, dus waarom nu dan wel?’
Ze verstijfden allebei toen ze hoorden dat in het laatste hokje de wc werd doorgetrokken. Ze hadden helemaal niet gemerkt dat die bezet was. Toen ze zich bukten om onder de deur door te kijken zagen ze witte stof die de grond raakte.
‘Shit!’ fluisterde Demi. ‘Het is Dawn. Wegwezen!’
Demi en Denise wankelden zenuwachtig giechelend naar buiten. Ondanks hun belofte om nuchter te blijven, hadden ze allebei al minstens een fles Lambrini gedronken.
Dawn was dolblij toen ze Anna, Grace, Rachel en Christie aan de andere kant van het parkeerterrein zag staan. Ze waren naar buiten gegaan omdat Christie een sigaret wilde roken. Ze probeerde te minderen en rookte niet veel meer, alleen als ze behoefte had aan een paar kalmerende trekjes in haar longen. Dit was zo’n moment.
‘Hallo, liefje,’ zei Grace terwijl de prachtige bruid naar hen toe liep. ‘Heb je een fijne dag?’
‘Nee,’ zei Dawn, die zich wanhopig vastklampte aan Grace’ handen. ‘Ik heb een verschrikkelijke vergissing gemaakt. Kunnen jullie me helpen?’
‘Meen je dat serieus?’ vroeg Christie.
‘Ik ben zo stom geweest, dat weet ik nu. Ik ben getrouwd met Calum omdat ik te bang was om terug te krabbelen, maar ik hou niet van hem. Ik hou van Al Holly en hij heeft me gevraagd om met hem mee te gaan naar Canada en ik heb nee gezegd, maar ik wil dat meer dan alles in de wereld en ik moet omdat hij degene is op de foto en ik heb mijn eigen gevoelens en wat tante Charlotte heeft gezegd en wat ze heeft gezien en wat mijn vader en moeder me probeerden te vertellen genegeerd. Ik weet dat het allemaal onlogisch klinkt maar voor mij is het wel logisch omdat ik mezelf in de spiegel heb gezien en ik weet waar ik hoor te zijn.’ Ze haalde diep adem. ‘Ik ben nog nooit zekerder van iets geweest. Help me alsjeblieft!’
Christie liet haar opgestoken sigaret op de grond vallen en doofde hem met haar gele pump.
‘Oké,’ zei ze. ‘Dan lijkt het me het beste dat we ervandoor gaan.’