Hoofdstuk 3
..
Grace stond de volgende ochtend om halfzes op en keek samen met de vier jaar oude Sable een halfuur lang naar de afstompende Teletubbies, Bob de Bouwer en Thomas de Stoomlocomotief. De combinatie van de energie van een jong kind en het vroege opstaan na een rusteloze nacht zorgde ervoor dat ze zich veel ouder voelde dan haar vijfenvijftig jaar. Gordon lag natuurlijk nog in bed. Het was vrouwenwerk om voor de kinderen te zorgen. Dat was ze ook altijd gewend geweest, eerst thuis bij haar vader en moeder, daarna toen ze was getrouwd met de weduwnaar met de vier kinderen: Laura van zes jaar, Paul van vijf, Sarah van drie en Rose van vierenvijftig. Het was grappig om te bedenken dat zij nu ouder was dan haar schoonmoeder was geweest toen ze stierf. Rose had een oude, heel oude vrouw geleken.
Sarah kwam om elf uur met haar gebruikelijke excuses: ‘Het spijt me dat ik laat ben. Bedankt dat ze hier vannacht mocht slapen. Ik weet dat het op het laatste moment was.’
‘Dat is geen enkel probleem, liefje,’ zei Gordon, die inmiddels uit bed was en zijn tuinkleren droeg. Zijn dikke, staalgrijze haar was nog nat van de ontspannen douche die hij had genomen.
‘Denk je dat jullie nog een uurtje op haar kunnen letten?’ vroeg Sarah met haar liefste, vleierige kleinemeisjesstemmetje. ‘Zodat ik naar de supermarkt kan?’
‘Natuurlijk kan ze hier blijven,’ zei Gordon. Hij overstemde alles wat Grace eventueel had willen zeggen en kietelde Sable onder haar kin. ‘Ze mag mee naar buiten om te kijken hoe haar opa zaadjes plant.’
‘Het is veel te koud voor haar om naar buiten te gaan,’ zei Sarah terwijl ze haar met bont gevoerde zwangerschapsjas een beetje dichter om zich heen trok.
‘Goed, dan blijft ze binnen bij haar oma,’ zei Gordon. Oma. Het woord kraste over Grace’ zenuwen als een vingernagel over een schoolbord. Ze werd liever ‘Nana’ genoemd en dat wist Gordon. Het was alsof hij het woord expres gebruikte, als een langzaam druppelende Chinese watermarteling: je wordt oud.
‘Ik beloof dat ik niet langer dan twee uur wegblijf,’ zei Sarah stralend, dolblij dat haar vrijheid nog even zou duren. ‘Op zijn hoogst drie uur.’
Ze probeerde te negeren hoe moe haar moeder eruitzag en concentreerde zich op de joviale uitdrukking op haar vaders gezicht. Gordon verdween naar zijn tuintje en Grace worstelde met de was en haalde de bedden af terwijl ze de drukke Sable probeerde bezig te houden. Ze moest zelf ook boodschappen doen, maar ze was te uitgeput. Gordon was altijd bijzonder gul met de tijd van andere mensen.
Sarah kwam na de lunch terug, toen Sable net in slaap was gevallen. Op hetzelfde moment deed de postbode twee catalogi over caravanterreinen in Blegthorpe-on-Sea in de bus.
..
Dawn werd wakker van het luidruchtige, dronken gesnurk van Calum. Ze ging naar beneden en probeerde op de bank verder te slapen, maar wat ze won aan rust verloor ze aan comfort. De bank was oud en versleten en ze moesten eigenlijk een nieuwe kopen, maar al het geld dat ze overhielden zetten ze opzij voor de bruiloft. Nu ja, al het geld dat zij overhield. Gelukkig had Calum op dit moment een baan, hoewel hij niet veel verdiende. Terwijl zij zoveel mogelijk spaarde, droeg Calum niets bij. Als het op deze manier verder ging, zou ze geld moeten lenen voor de huwelijksreis, maar ze zou haar sprookje krijgen. Ook al moest ze de rest van haar leven haar huwelijksdag afbetalen, ze zou de jurk, de bloemen en de taart krijgen. Ze wist dat haar trouwdag het begin was van het huwelijk dat haar moeder en vader voor haar gewild zouden hebben. En als de schuld voor haar bruiloft was afbetaald, konden ze op zoek gaan naar een betere woning dan het krot waarin ze nu woonden. Dawn was acht maanden geleden bij Calum ingetrokken en had hem nog niet zover gekregen dat hij iets aan het huis deed. Er hingen nog steeds draden uit het plafond, de gepleisterde muren waren niet geschilderd en het meubilair zag eruit alsof het uit een vuilcontainer was gehaald. Hij was vijf jaar jonger dan zij en Dawn gebruikte dat als excuus voor zijn studentikoze bestaan.
Calum lag nog steeds in bed toen ze parkeerde voor de rijtjeswoning van haar toekomstige schoonmoeder aan het andere eind van de stad. Ze drukte op de claxon van haar antieke maar betrouwbare Fiesta, en even later kwam Muriel naar buiten in een afgedragen legging, een groezelige fleece trui en slippers. Toch schaamde Dawn zich niet om met haar gezien te worden. Muriel was Muriel, en Dawn hield verschrikkelijk veel van haar, precies zoals ze was.
‘Goedemorgen, liefje,’ zei Muriel met een opgewonden, half tandeloze glimlach. De Crookes waren een primitief gezin, maar ze hadden Dawn in hun hart gesloten. Dat was heel belangrijk voor Dawn, omdat haar eigen ouders zestien jaar geleden waren omgekomen bij een auto-ongeluk en een gapend gat in haar hart hadden achtergelaten. Ze miste hen verschrikkelijk. Ze wilde dat haar eigen moeder naast haar in de auto zat om haar te helpen bij het uitzoeken van haar bruidsjurk. Maar Muriel Crooke was een goede vervangster.
Ze reden eerst naar Alles voor de Bruid in een buitenwijk bij de nieuwe Tesco-supermarkt. Het aanbod in de etalage was verschrikkelijk en dat bleek een uitstekende indicatie van wat hen binnen te wachten stond. Een gebarsten paspop zonder hoofd en zonder borsten droeg een jurk die de kleur had van een oude, vergrijsde onderbroek. De bruidsmeisjespaspop die ernaast stond, had een hoofd met een gezicht dat erop was geschilderd door iemand zonder enig artistiek talent en met een erg beverige hand: ze had de gepijnigde gezichtsuitdrukking van een kind dat geplaagd werd doordat haar onderbroek in haar bilnaad werd getrokken. Ze leek niet op haar gemak in de lila satijnen jurk die lang geleden was verbleekt door de zon, en de vergeelde confetti die rond haar voeten was gestrooid leek net vogelpoep.
Dawn ging naar binnen, maar wist onmiddellijk dat ze haar jurk hier niet zou vinden. Er was niet veel keus omdat de eigenaar met trouwjurken was gestopt en was overgegaan op galajurken. De jurken leken allemaal op elkaar, ze hadden alleen een andere kleur; alsof er een standaardpatroon voor alle jurken was gebruikt – een wijde rok en pofmouwen – met kleine variaties aan de halslijn en details zoals linten of lovertjes. Ze werden niet lastiggevallen door de verkoopster, die de telefoon aan haar oor vastgeplakt leek te hebben.
‘... hij kan niet te kort zijn, je was erbij toen we je gemeten hebben. Ik heb gevraagd of de lengte goed was en jij hebt ja gezegd. Misschien had je de schoenen moeten aantrekken die je tijdens je bruiloft gaat dragen. Als je hier binnenkomt met platte schoenen om je te laten meten, en je draagt hakken op je trouwdag, dan is dat toch niet onze fout?’
Dawn vermoedde dat ze hier niet hoog scoorden op het gebied van klantvriendelijkheid.
Muriel trok een gezicht en Dawn giechelde. Ze liepen de winkel uit en Dawn haalde diep adem.
‘Als ik dat was geweest aan de andere kant van de lijn, had ik de telefoon neergesmeten, een taxi genomen en haar in haar arrogante smoel geslagen,’ zei Muriel.
Dawn moest zo hard lachen dat ze vier pogingen moest doen om het portier open te krijgen. Ze wist dat Muriel thuis zou vertellen hoe de dag was verlopen en daar grappige verfraaiingen aan zou toevoegen. Dawn hoopte dat ze ermee zou wachten tot de zondagse lunch, zodat ze erbij was en het kon horen.
Ze reden door Penistone naar de tweede winkel, Love and Marriage, een veel chiquere zaak in Holmfirth Road. De etalage zag er fantastisch uit: een ivoorkleurige jurk hing over een frame van staaldraad dat was gevormd tot een overdreven zandloper. De jurk werd omringd door handtassen en schoenen met dure designernamen. Afgaand op de namen – Choo, Prada, Chloe, Louboutin – bediende deze winkel duidelijk de andere kant van de markt.
Ze hadden nauwelijks een voet over de drempel gezet toen er een verkoopster op hen af stevende om haar hulp aan te bieden.
‘Bedankt, maar ik kijk liever even rond,’ zei Dawn.
‘Zoek je iets speciaals?’ drong de verkoopster aan terwijl ze Muriel van top tot teen opnam. Muriel zag het en krulde haar lip instinctief over haar tanden.
‘Ik weet het niet,’ zei Dawn, die niet lastiggevallen wilde worden en rond wilde lopen.
‘Deze is mooi, Dawn,’ zei Muriel terwijl ze een lange, crèmekleurige jurk pakte. ‘Ik kan het prijskaartje alleen niet vinden.’
‘Negenduizend,’ zei de arrogante verkoopster.
‘Pond?’ hijgde Muriel. ‘Je neemt me in de maling.’
‘Nee, het is een jurk van Vladimir Darq. Hij is zo goedkoop omdat hij vintage is.’
Muriels mond viel open. Goedkoop was het laatste dat in haar was opgekomen. Ze was sprakeloos van verbijstering dat iemand zoveel geld zou willen betalen voor een jurk.
‘Vladimir is een beroemde designer,’ zei de verkoopster. ‘Jullie moeten van hem gehoord hebben.’
‘Hij kan niet zo beroemd zijn als ik nooit van hem heb gehoord,’ snoof Muriel. Ze genoot ervan die snobistische heks op haar nummer te zetten.
‘Ik wel,’ knikte Dawn. ‘Ik heb me alleen nooit gerealiseerd dat hij trouwjurken ontwierp.’
‘Hij maakt geen trouwjurken meer,’ zei de verkoopster. ‘Deze is afkomstig uit zijn allerlaatste collectie en daarom erg gewild.’
‘Door mensen met meer geld dan verstand.’ Muriel klakte luid met haar tong.
‘Ik zoek een jurk die niet zo... chic is,’ zei Dawn. De verkoopster wist natuurlijk dat ze ‘duur’ in plaats van ‘chic’ bedoelde. Ze had één blik op hen geworpen en wist meteen dat ze niets zouden kopen. Ze nam aan dat de moeder dacht dat Vera Wang iets was wat je kreeg bij gebakken rijst en kroepoek.
‘Onze collectie begint bij vijfduizend voor deze,’ zei de verkoopster terwijl ze een eenvoudige witte satijnen jurk in een stevige plastic hoes omhooghield.
‘O,’ zei Dawn. Ze deed bewonderend over de jurk om beleefd te zijn. Daarna zei ze dat ze misschien beter naar huis kon gaan om wat tijdschriften te bekijken, zodat ze de winkel met een laatste restje waardigheid kon verlaten. Twee minuten later ademde ze opgelucht uit terwijl ze naar de uitgang liepen.
‘Die denkt dat ze in Parijs is in plaats van in Barnsley.’ Muriel lachte hardop op de drempel. ‘Tweeëntwintig pond voor een panty! Een panty, heb je dat gezien?’
Ze reden naar Barnsley terug via het mooie dorp Maltstone, en plotseling remde Dawn zo hard dat Muriel bijna door de voorruit schoot.
‘Wist jij dat hier een bruidsjurkenwinkel is, Muriel?’
‘Nee, natuurlijk niet,’ zei Muriel, waarna ze snoof. ‘Ik heb geen enkele reden om in Maltstone te komen. Ik heb hier niets te zoeken.’ Ze was inderdaad geen vrouw voor tuincentra en landelijke theesalons.
Dawn parkeerde voor de winkel met een erker vol met de mooiste bruidskleding. Boven de deur hing een bord waarop in romantische, krullende letters White Wedding stond.
De winkelbel rinkelde elegant toen Dawn en Muriel binnenkwamen.
‘Jezus, wat een pijpenla,’ zei Muriel te hard toen ze zag dat de smalle winkel eeuwig door leek te lopen. Rekken met jurken stonden langs de muren, en vitrines met tiara’s en schoenen liepen van de vloer tot het lage plafond. Dawns mond viel open in een ronde o van verrukking. Dit leek er meer op.
Een erg slanke en knappe verkoopster begroette hen met een brede glimlach. Op haar eenvoudige, zwarte maatjurk droeg ze een naambordje waarop freya stond. Ze was waarschijnlijk van dezelfde leeftijd als Muriel, hoewel ze er vijftien jaar jonger uitzag met haar keurige kapsel en onberispelijke nagels.
‘Kan ik je helpen?’ vroeg Freya beleefd aan Dawn.
‘Ik ga trouwen en ik heb... eh... een jurk nodig,’ antwoordde Dawn timide.
‘Kijk rustig rond,’ zei Freya. ‘Ik wil je alleen waarschuwen dat je de jurk niet moet beoordelen voordat je hem hebt gepast. Het is verbazingwekkend hoeveel bruiden op zoek gaan naar een bepaalde stijl en ontdekken dat die helemaal niet bij hen past.’
‘Dank je voor de tip,’ zei Dawn. Ze voelde zich heel erg op haar gemak in deze winkel. Muriel en zij keken rond, maar Dawn realiseerde zich al snel dat ze deskundige hulp nodig had.
‘Ik weet niet waar ik moet beginnen, het zijn er zoveel,’ zei ze. Ze wilde het goed doen, want stel je voor dat ze een jurk kocht en er daarna een zag die mooier was? Die gedachte had haar al een paar keer gekweld.
‘Goed, laten we beginnen met de kleur,’ zei de verkoopster. Ze bestudeerde Dawns bleke huid met sproeten en haar schouderlange, koperkleurige haar. ‘Mag ik ivoor voorstellen in plaats van wit? Wit is niet altijd flatteus, vooral niet voor mensen met een bleke huid zoals die van jou. Maatje achtendertig, denk ik?’
‘Inderdaad,’ antwoordde Dawn. Freya liep naar het rek met maat achtendertig terwijl Muriel jurken in maat tweeënvijftig van de kleerhangers haalde en voor zich hield.
‘Word je een zomerbruid of een winterbruid?’ vroeg Freya.
‘Ik trouw in juni,’ zei Dawn.
‘Misschien pas ik deze aan,’ zei Muriel. ‘Dan laat ik Ronnie zijn huwelijksgeloften opnieuw afleggen. Tenslotte ben ik nu veel slanker dan toen ik met hem trouwde.’
Freya vertrok geen spier, hoewel Muriel minstens honderdvijftig kilo woog.
‘We kunnen er een dubbele bruiloft van maken,’ zei Dawn lachend.
Freya haalde een lange, taps uitlopende jurk tevoorschijn en schudde die uit.
‘Deze is van zijde, ivoorkleurig zoals je ziet, met een strik op de rug en kralen op de voorkant. Erg flatteus voor een vrouw met bescheiden borsten.’
‘Dat is dan niets voor mij,’ snoof Muriel, waarna ze zo hard begon te lachen dat haar enorme borsten in de weinig steun gevende beha schommelden als twee enorme puddingen. De beha die haar borsten in bedwang kon houden moest nog gemaakt worden.
‘Hij is prachtig,’ zei Dawn, waarna ze haar hoofd schudde. ‘Maar hij springt er voor mij niet uit.’
‘Goed,’ zei Freya terwijl ze de plastic hoes er weer overheen hing. ‘Wat denk je van deze?’ Ze liet een jurk met allemaal ruches zien.
‘Ooo,’ piepte Muriel.
‘Te druk,’ zei Dawn zachtjes. ‘Sorry, maar dat past helemaal niet bij me.’
‘Je hoeft je niet te verontschuldigen,’ zei Freya. ‘Ontdekken wat je niet wilt is de meest effectieve manier om te achterhalen wat je wel wilt. Minder tierlantijnen dus... eens even zien.’
Ze pakte een eenvoudig model in satijn.
‘Nee, die is te eenvoudig. Hemel, ik ben geloof ik niet snel tevreden.’ Dawn verwachte half dat Freya zou zuchten van ergernis, zoals Denise, de zus van Calum, altijd deed.
‘Maak je geen zorgen,’ zei Freya echter. ‘Ik heb hier bruiden gehad die veertig jurken hebben afgewezen.’
‘Hoeveel kost deze?’ riep Muriel terwijl ze een witte satijnen jurk omhooghield. Er zat genoeg stof in om er de zeilen voor het jacht van een miljonair van te maken.
‘Dat model kost drieduizend pond,’ zei Freya.
‘Jezus christus, jullie zijn niet bepaald goedkoop,’ zei Muriel. Ze hing de jurk scheef terug op het rek, maar Freya gaf geen blijk van afkeuring.
‘Deze misschien?’
‘De halslijn is te hoog.’ Dawn schudde haar hoofd. ‘Maar die is prachtig.’ Ze wees naar een witte jurk met een vrij wijde rok. Freya leek niet overtuigd dat Dawn en de jurk een goede combinatie vormden, maar ze hing hem toch in de paskamer. Een paar minuten later verscheen Dawn om de jurk te laten zien.
‘Jezus mina, je lijkt Holly Hobby wel,’ snoof Muriel.
Dawn verdronk in de jurk, en door de witte kleur leek haar huid op ongebakken deeg. Freya knikte alsof ze ‘ik heb het je toch gezegd’ wilde zeggen, maar op een vriendelijke manier. Ze hield een jurk omhoog waardoor Dawns ogen begonnen te stralen.
‘Deze is uit onze vintagecollectie,’ legde Freya uit. ‘Het is een zeer speciale jurk.’
De jurk was lang en soepel, met een prachtige lage halslijn die was afgezet met perzikkleurige rozenknopjes, een wijde rok en driekwart mouwen. Hij was gemaakt van heel zachte, ivoorkleurige zijde. Dawn pakte de hanger gretig aan. Ze deed het gordijn van de paskamer dicht en toen ze het weer openschoof en tevoorschijn kwam in de jurk, hapten zowel Muriel als Freya verrukt naar adem.
‘Prachtig,’ zei Freya. Het was alsof de jurk gemaakt was voor de lange, slanke Dawn. Het ivoor gaf haar bleke huid een beetje kleur, haar hals leek centimeters langer en het strakke lijfje gaf de illusie van meer rondingen dan ze eigenlijk had.
‘O mijn god, dit is hem, dat weet ik gewoon,’ zei Dawn. Ze was bijna in tranen toen ze zich voorstelde hoe de rok achter haar aan zou slepen als ze over het middenpad naar het altaar liep. ‘Weet je iets over de oorspronkelijke eigenares? Was ze gelukkig?’ Ze wilde geen jurk met een negatieve sfeer in de stof.
‘Heel erg gelukkig,’ zei Freya. ‘Uiteindelijk.’
‘Natuurlijk zeg je dat,’ zei Muriel, maar Dawn wilde Freya geloven. Ze was verkocht.
‘Maar hij is prachtig,’ zei Muriel. ‘Hoeveel kost hij?’
‘Vijftienhonderd pond. Maar eventuele veranderingen zijn gratis en dat is waarschijnlijk nodig, hoewel hij op dit moment bijna perfect zit. De meeste bruidjes verliezen gewicht en moeten hun jurk vlak voor de datum laten innemen.’
‘Vijftienhonderd pond voor een tweedehands jurk!’ Muriel produceerde een vreugdeloos lachje.
‘Hij is heel speciaal,’ zei Freya glimlachend. ‘Het lijkt alsof hij voor je gemaakt is.’
Dawn slikte. Het ging haar budget te boven, maar ze wist dat alle andere jurken minder mooi zouden zijn. Ze kon op iets anders bezuinigen, maar niet op de jurk. Ze zou bidden dat ze op miraculeuze wijze een loonsverhoging kreeg of een grote prijs won. Vanaf deze week zou ze een extra rijtje nemen.
‘Het kan me niet schelen, ik neem hem,’ hoorde ze zichzelf zeggen.
Een uur later had Dawn nog eens tweehonderd pond uitgegeven aan schoenen, een ivoorkleurige sluier van gemiddelde lengte, een tiara en bijpassende oorbellen. Ze betaalde met haar Visa-kaart en probeerde haar opwinding niet te laten bederven doordat ze zoveel geld had uitgegeven.
..
‘Kijk eens naar deze caravan,’ zei Gordon. ‘Dit is een achtpersoons.’
Grace kwam gehoorzaam bij het aanrecht vandaan, keek over zijn schouder naar de catalogus en liep terug om de pannen van de zondagse lunch schoon te boenen, wat heel wat interessanter was.
‘Voldoende ruimte voor Sarah en Hugo en Sable en de baby als die geboren is, en voor Laura en Joe.’
En Paul, voegde Grace er in gedachten aan toe, maar het had geen zin om dat hardop te zeggen. Gordon was een kei in het negeren van dingen die hij niet wilde horen, en Paul was voor zijn vader zo goed als dood.
‘Hij heeft centrale verwarming en een ingebouwde wasmachine en afwasmachine.’ Gordon keek naar Grace, die met een theedoek bij het aanrecht stond. ‘Dat is meer dan we hier hebben. Het zou ideaal voor ons zijn als jij met pensioen bent. Je had allang aan de beurt moeten zijn.’
‘Ik ben nog maar vijfenvijftig, Gordon.’
‘Nog maar?’ snoof hij. ‘Je wordt elke dag ouder. Je moet bij de volgende groep zitten die met vervroegd pensioen gaat. Ik snap niet dat ze je niet allang hebben gevraagd. Er zijn al zoveel anderen uitgegaan.’
Grace haalde haar schouders op, maar zei niets. Als Gordon een toverstokje had, zou hij dat beslist gebruiken om haar te verouderen en haar, gewikkeld in een mooie sjaal, in een rolstoel te zetten.
‘Ik snap het niet, ieder ander van jouw leeftijd zou ernaar uitkijken om het rustiger aan te doen. Stel je voor: lange zomers en wandelingen langs de zee. Volgens de brochure is er zelfs een gezelligheidsvereniging op het terrein en Skegness, Mablethorpe en Ingoldmells liggen vlakbij.’
‘Gordon, zou je het niet leuker vinden om regelmatig twee weken naar de zon in het buitenland te gaan? Italië, Spanje, Frankrijk?’
‘Ach, ik hoef niet zo nodig te reizen.’
‘Het is maar twee uur naar Spanje. Het zou niet veel meer tijd kosten dan met de auto naar Blegthorpe rijden.’
Gordon veranderde van tactiek. ‘Ik heb geen zin in die hitte.’
‘We hoeven niet in augustus te gaan.’
‘Maar we kunnen de kleinkinderen niet meenemen naar het buitenland. Dat zou Sarah niet goedvinden.’
Grace betwijfelde dat. Sarah was hebberig als het om babysitten ging. Het was niet zo dat Grace haar dochter niet wilde helpen, Sable was tenslotte haar kleindochter en ze hield zielsveel van haar, maar Sarah ging ervan uit dat ze vierentwintig uur per dag tot haar beschikking zou staan als ze niet meer werkte. Grace wist dat Sarah haar onder druk zette om vervroegd met pensioen te gaan zodat ze haar kon gebruiken als voortdurende kinderoppas en zelf naar haar werk kon ontsnappen.
‘We kunnen er een weekend naartoe gaan en een paar van deze caravans bekijken,’ stelde Gordon voor terwijl hij in de brochure van Clarks Caravans bladerde.
‘Gordon, we hebben het hier al over gehad en ik wil echt niet,’ zei Grace, die voor één keer op haar strepen stond. Ze wist niet meer hoe vaak ze deze discussie al hadden gevoerd en zoals gewoonlijk negeerde Gordon haar mening.
‘Je weet pas of het iets voor je is als je het hebt geprobeerd,’ zei hij, wat ironisch was met het oog op de woede-uitbarstingen die hij kreeg zodra hij iets probeerde wat buiten zijn comfortzone lag. ‘Je zult zien dat het heerlijk is om onze eigen caravan te hebben in plaats van die van iemand anders te huren,’ zei hij. Gordon Beamish wist het altijd beter.