Hoofdstuk 58
..
Sarah belde Grace zaterdagmiddag om te vragen hoe het met haar was, maar ze begon op een kille toon. Ze noemde Grace altijd ‘ma’. Dat schiep een afstand tussen hen die Grace gedurende de jaren had geprobeerd te dichten. Dat was haar helaas niet gelukt, en het leek een bijzonder kil woord op een moment zoals dit. Van al haar kinderen had Sarah de meeste aandacht, speelgoed en tolerantie gekregen. Maar zij was de koudste van de drie en had net als haar vader het vermogen om haar emoties te onderdrukken.
Paul en Laura hadden hun zus verteld wat ze wisten, en waren niet verrast geweest over haar koele reactie. Volgens Sarah was haar vader ziek en had Grace hem dwarsgezeten. Gordons genen waren sterk in haar verankerd.
‘Ik heb het ziekenhuis gebeld, maar ze weten niet wanneer papa thuiskomt,’ zei Sarah. ‘Ben je al bij hem geweest?’
‘Nee, Sarah,’ antwoordde Grace. ‘En dat ga ik ook niet doen, ik weet niet eens of ik hem mag zien.’
‘Heb je niet gebeld?’
‘Nee.’
Sarah lachte ongelovig. ‘Je kunt hem daar toch niet achterlaten?’ zei ze. ‘Hij is ziek – hij heeft hulp nodig.’
Ziek was inderdaad een geschikte omschrijving, bedacht Grace, maar ze hield haar mond omdat ze geen ruzie met haar dochter wilde.
‘Ik mag er niet bij betrokken raken, Sarah. De politie onderzoekt de zaak,’ zei Grace op een neutrale toon die de pijn maskeerde die werd veroorzaakt door Sarahs houding.
‘Wat is er in vredesnaam gebeurd? Wat heb je gezegd dat hij zo geflipt is?’ riep Sarah plotseling woedend.
‘Ik begrijp niet goed waarom hij heeft gedaan wat hij heeft gedaan,’ zei Grace. Ze had geprobeerd niet aan de details terug te denken.
‘Laura zei dat je het huis niet uit mocht!’ zei Sarah met een spottende toon in haar stem, alsof Gordon alleen had gezegd dat ze niet naar de winkel mocht en daarom al deze ellende moest doorstaan.
‘Het was wel iets meer dan dat,’ zei Grace terwijl haar nekharen overeind gingen staan. Ze wist dat Laura haar vader niet had gespaard. Laura had ervoor gezorgd dat Sarah precies wist wat haar vader had gedaan. Welk deel van het verhaal Sarah wilde geloven, was een heel andere zaak.
‘Wie gaat er voor hem zorgen als hij thuiskomt?’ vroeg Sarah. Er lag een zweem van paniek in haar stem waarin doorschemerde dat ze bang was dat zij, als het enige kind dat nog werd geaccepteerd door haar vader, zou opdraaien voor die taak.
‘Hij is niet bepaald dement, liefje.’
‘Ja, maar hij weet niet hoe hij moet wassen en strijken en dat soort dingen, of wel soms?’ snauwde Sarah, die zich er niet van bewust was hoe zielig ze haar vader maakte.
‘Ik weet het niet,’ zei Grace vermoeid. ‘Ik weet niet of de politie hem vasthoudt of vrijlaat. Ik weet niet of hij terecht moet staan of...’
‘Terechtstaan?’ schreeuwde Sarah. ‘Je kunt hem niet terecht laten staan! Hij is mijn vader!’
‘Dat is niet mijn beslissing, Sarah, ik kan niet bepalen wat er gebeurt.’ De gedachte aan een rechtszaak bezorgde Grace hoofdpijn. Ze kon hun vader niet afvallen, wat ze ook over hem dacht. Zij kon het aan om in de belangstelling te staan als Gordon voor de rechtbank moest verschijnen en in de kranten aan de schandpaal werd genageld, maar ze wilde niet dat hun kinderen en kleinkinderen nog meer gekwetst werden dan ze al waren. Ze wist dat advocaten alle details van hun huwelijk zouden fileren, alleen om zonder enig mededogen voor haar en haar kleinkinderen technische punten te kunnen bewijzen. En de waarheid kon vanaf zoveel lelijke hoeken bekeken worden.
‘Jullie moeten je vermannen,’ zei Sarah met een lange, ongeduldige zucht. ‘Jullie kunnen niet gaan scheiden op jullie leeftijd. Ik zal kijken of ik een goede huwelijksadviseur kan vinden.’
‘We zijn al uit elkaar!’ Grace begon boos te worden, waardoor haar stem krachtiger werd. ‘Er is geen huwelijksadviseur die dit kan repareren. En, Sarah, als die er wel was zou ik hem niet hoeven.’
‘Doe niet zo belachelijk,’ zei Sarah. ‘Jullie zijn al meer dan drieëntwintig jaar bij elkaar. Drieëntwintig jaar! Je kunt hem niet gewoon laten wegkwijnen!’
Grace haalde diep adem.
‘Sarah, ik ben definitief bij je vader weg,’ zei ze. ‘Ik ga niet naar hem terug. Ik heb een afspraak gemaakt met een advocaat en ik ga van hem scheiden. Ik ben bang dat je dat moet accepteren, liefje. Je vader en moeder zijn uit elkaar.’
‘Behalve dat jij mijn moeder niet bent,’ zei Sarah hatelijk voordat ze de verbinding verbrak en Grace zich verdrietig afvroeg of zij de uiteindelijke ondergang van de familie Beamish was geweest en niet de redding, zoals ze al die jaren geleden had gewild.