Hoofdstuk 65
..
Dawn stormde op maandagochtend de afdeling op met de drang van iemand die urenlang een toespraak heeft gerepeteerd en deze kwijt moet.
‘Luister,’ begon ze haar mededeling. ‘Ik krijg een vrijgezellenavond en dit mogen jullie niet verkeerd opvatten en ik wil niet onbeleefd lijken maar ik nodig jullie niet uit omdat ik weet dat het verschrikkelijk gaat worden en ik wilde dat ik niet hoefde te gaan, maar mijn toekomstige schoonzusjes organiseren het en zij hebben echt heel asociale vriendinnen en de dikke vrouw die de bruidsmeisjesjurken maakt komt ook en het wordt heel erg afschuwelijk en vernederend en ik wil niet...’
‘Rustig aan!’ zei Anna. ‘Je kunt beter een paar keer ademhalen, je lippen beginnen blauw te worden.’
Dawn liet zich met haar hoofd in haar handen op haar stoel vallen. ‘Het is aanstaande zaterdag. Zeg alsjeblieft dat jullie allemaal iets anders hebben. Als ik een vrijgezellenavond met jullie ga vieren, wil ik dat het net zo wordt als Anna’s verjaardag. Dan wil ik met jullie gaan eten in de Setting Sun.’
‘Dan doen we dat. Het is bij deze afgesproken, dus daar hoef je je niet druk om te maken,’ zei Christie terwijl ze zich afvroeg hoe ze Dawn kon opvrolijken. ‘Hoe is het passen van de jurken voor de bruidsmeisjes gegaan?’
Dawn barstte in tranen uit en haar collega’s kwamen onmiddellijk om haar heen staan, waardoor ze nog verdrietiger werd.
‘Het spijt me zo,’ zei ze terwijl ze zich voorbereidde op een leugen en Raychel de kantoordoos met zakdoekjes onder haar neus duwde. ‘Ik weet niet waarom ik huil. Ze waren mooi; ze heeft het goed gedaan.’
‘Dat is fijn,’ zei Grace. Ze wisselden allemaal bezorgde blikken uit boven Dawns hoofd. ‘Je zult zien dat alles uiteindelijk goed komt.’ Wat zul jij je ouders missen in een periode zoals deze, dacht ze, maar ze zei niets omdat ze wist dat ze Dawn daarmee nog meer van streek zou maken. Dawn knikte en beet hard op haar bovenlip om haar tranen te bedwingen. Zij dacht ook aan haar ouders. Wat zouden ze hebben gezegd als ze haar in deze toestand zagen, terwijl het de gelukkigste dag van haar leven moest worden?
..
Ze was niet de enige met een somber maandagochtendgezicht. Anna was erg stil en zo in gedachten dat Grace haar drie keer moest vragen of ze koffie wilde.
‘Aarde aan Anna, kun je me horen?’ vroeg Grace.
‘Sorry, ja, eh, wat zei je?’
‘Wil je koffie? Het is mijn beurt om te halen.’
‘Ja, graag. Sorry.’
‘Wat is er vanochtend met je aan de hand, Anna?’ vroeg Christie. ‘Je ziet eruit alsof je mijlen ver weg bent.’
Ze zag dat Anna ergens mee worstelde, en plotseling stroomden de woorden naar buiten. ‘Ik wilde niets zeggen, maar ik ben zo in de war. Een paar weken geleden was het de relatieverjaardag van Tony en mij. Dat heb ik volgens mij verteld toen ik zo boos werd in de pub, nou ja, het is geen echte verjaardag omdat we niet getrouwd zijn, zoals ik al zei, maar toen ik thuiskwam van het werk vond ik een bord op mijn stoep. Zo’n wandbord met een foto erop, weten jullie wat ik bedoel? Met een foto van Tony en mij en daaronder stond maar één woord: Samen. En vorige week lag er een rode roos op de stoep en deze week een hartvormige doos Ferrero Rocher.’
Er viel een stilte terwijl ze wachtten tot ze verder zou gaan.
‘Dat is het,’ zei Anna. ‘Drie cadeautjes in drie weken en verder niets. Geen telefoontjes, geen bezoekjes, niets.’
‘Hemel, dat is net een van die Tsjecho-Slowaakse sprookjes die altijd op de televisie werden uitgezonden,’ zei Christie. ‘Drie cadeaus voor Assepoester, heette het geloof ik.’
‘Maar goed, deze Assepoester weet niet waar haar prins mee bezig is. Moet ik mijn muiltje voor de kapsalon laten vallen?’ mopperde Anna.
‘Wat wil hij van je?’ vroeg Raychel.
‘Zeg jij het maar. Afgelopen zaterdagochtend stond hij weer gewoon met haar in zijn kapsalon toen ik langsreed. Hij pakte haar bij haar billen. Ik weet niet wat ik ervan moet denken, echt niet.’
Dawn deed haar best om niet te zeggen dat ze de cadeaus moest pakken, ze naar zijn kapsalon moest brengen en tegen die andere vrouw moest zeggen dat ze Tony beter aan de lijn moest houden. Het was heel gemakkelijk om advies te geven over de relaties van anderen, maar niet zo gemakkelijk om dat advies te aanvaarden en op je eigen relatie toe te passen.
‘En hoe voel je je daaronder? Ben je van streek? Boos?’ vroeg Christie.
Anna deed een poging om haar gevoelens te analyseren.
‘Ik weet het niet. Ik denk dat ik in het begin opgewonden en vol verwachting was. Maar nu ben ik gewoon kwaad omdat ik niet weet wat er aan de hand is.’ Ze vertelde niet dat Vladimir Darqs hand op haar hart iets had veranderd, waardoor ze de roze bril waarmee ze naar de zogenaamd opwindende ontwikkeling in haar relatie met Tony had gekeken, had afgezet.
‘Het lijkt alsof hij probeert om zijn plek in je leven weer op te eisen,’ zei Christie. ‘Ik kan het mis hebben, maar het ziet ernaar uit dat hij je opwarmt voor zijn terugkeer.’
‘Denk je echt dat hij terugkomt?’ vroeg Anna. ‘Dat hij niet probeert me krankzinnig te maken?’
‘Je moet voorzichtig zijn,’ waarschuwde Christie. ‘Hij stuurt je vrij duidelijke liefdessymbolen. Hij is absoluut ergens mee bezig.’
‘Maar wil je hem terug hebben?’ vroeg Grace. ‘Na alles wat hij je heeft aangedaan.’
‘Je bent zo ver gekomen,’ zei Dawn voorzichtig. ‘Je bent een heel andere persoon dan toen je instortte op het toilet en overgaf op Christies rok. Wil je hem echt terug?’
‘Natuurlijk niet,’ zei Anna, maar er klonk absoluut een aarzeling in haar stem.
..
Tijdens haar lunchpauze ging Anna’s mobiel over. Het geluid onderbrak haar gedachten over Tony en zijn hand op de billen van Lynette Bottom terwijl ze in de kantine afwezig op een broodje met vlees en uien kauwde. Het was Vladimir Darq. Haar hand trilde toen ze opnam.
‘Anna, mijn auto komt je zaterdagavond om acht uur halen,’ zei hij. ‘Ik wil je iets geven; het duurt niet lang. En het is geen bord,’ voegde hij er venijnig aan toe. Hij hing op voordat ze iets terug kon zeggen.
Alsof dat niet genoeg geheimzinnigheid was, gedroeg Christie zich die middag eveneens vreemd.
‘Goed, dat komt voor elkaar,’ zei ze zachtjes in de telefoon. ‘Ik zeg niets.’ Toen ze Anna de afdeling op zag lopen, schakelde ze over op een heldere, luchtige toon: ‘Ja, natuurlijk, Beryl. We zullen er zijn,’ waarna ze snel ophing.
‘Fijne lunch gehad?’ vroeg Christie.
‘Eh... ja... ik denk het,’ antwoordde Anna.
‘Mooi zo.’ Christie leek ergens over na te denken. Anna kon de radertjes in haar hoofd zowat zien draaien. ‘Anna, zou je mij een plezier willen doen? Ik zou het niet vragen als ik het zelf niet zo druk had.’
‘Ja, natuurlijk, waarmee?’ Anna nam aan dat Christie haar zou vragen om koffie te halen.
‘Wil je vanavond op weg naar huis voor me naar Boots gaan en een... een folder halen? Ik wil... hun voedselassortiment bekijken. De broodjes. Je mag een uur eerder weg zodat je je trein niet mist.’
‘Ik hoef geen uur eerder weg...’
‘Dat is dan afgesproken. Een uur eerder. Ik sta erop,’ zei Christie vastbesloten.
‘Goed dan,’ antwoordde Anna verbaasd. Ze zei er verder niets over, maar ze had het gevoel dat Christie net zo graag een folder van Boots wilde als een oranje spray-tan à la Malcolm.
..
Dawn moest die avond om zeven uur haar trouwjurk passen. Ze trok de jurk aan en merkte dat ze het helemaal niet opwindend vond. Freya gaf haar een standje omdat Dawn behoorlijk was afgevallen.
‘Als je zo doorgaat, glijdt je jurk van je lichaam als je naar het altaar loopt,’ zei Freya terwijl ze veranderingen aanbracht. ‘Je moet rondingen hebben om dit design te kunnen dragen.’
‘Wil je een foto van me maken nu ik hem aanheb?’ vroeg Dawn. ‘Een oude tante van mijn verloofde zit in een bejaardentehuis en ik heb beloofd dat ik haar mijn jurk zal laten zien. Ze kan niet naar de bruiloft komen.’
‘O, dat is jammer,’ zei Freya.
‘Ik hoop dat ze nog weet wie ik ben. Ze schijnt de afgelopen paar weken erg achteruit te zijn gegaan. Ik wil haar niet in de war maken, ik heb haar tenslotte nog maar een keer gezien en misschien herkent ze me niet, maar ik heb beloofd haar een foto te laten zien.’
‘Zo’n belofte moet je altijd houden,’ zei Freya. ‘Lieve hemel, je bent centimeters kwijt!’
‘Wat jammer dat het geen magische jurken zijn, vind je niet? Dan zouden ze zich aanpassen aan je lichaam en jou kiezen in plaats van andersom.’
‘Al mijn jurken zijn magisch,’ zei Freya. ‘Ik garandeer je dat het dragen van deze jurk zal leiden tot een heel gelukkig leven.’
‘Ik wilde dat je dat echt kon garanderen,’ zei Dawn.
‘Dat kan ik,’ zei Freya ondubbelzinnig terwijl ze haar hand op haar hart legde en er een warme, vreemde glimlach op haar gezicht verscheen. ‘Ik kan de bruid een supergelukkige huwelijksdag beloven als ze een van mijn jurken draagt. Vooral deze.’
Dawn wilde Freya graag geloven. Ze keek naar haar spiegelbeeld. De jurk was op haar maat gespeld, zodat hij precies paste. Hij was echt heel mooi en ze wilde dat ze zich er fantastisch in zou voelen als ze naar het altaar liep. Iedereen zou haar prachtig vinden in deze jurk, en al het kibbelen en muggenziften van de afgelopen tijd zou voorbij zijn, en de Crookes en zij zouden een heel gelukkige familie worden. Iedereen zou het eten lekker vinden en de karaoke leuk, en over de afschuwelijke oranje jurken voor de bruidsmeisjes zouden ze op een dag lachen. Het belangrijkste was dat Calum en zij getrouwd waren en een stevige basis hadden voor hun toekomstige geluk. En Al Holly zou verdwenen zijn en niet langer in staat om haar gevoelens te beïnvloeden. Zijn beeltenis zou vervagen en ze zou alleen nog aan hem denken als een aardige man die ooit haar pad had gekruist, een plezierige herinnering.
Het werd iets moeilijker om positief te blijven toen ze ’s avonds thuiskwam en zag dat Calum alle afscheidscadeautjes van chocolade, die Dawn zo zorgvuldig had ingepakt, naast de radiator had gezet, waar ze waren gesmolten.
..
‘Het spijt me dat we laat zijn, ik ben opgehouden op het werk,’ verontschuldigde Raychel zich zodra de deur openging.
‘Het maakt niet uit, ik ben gewoon blij dat je er bent. Kom binnen, kom binnen.’
Elisabeth Silkstone begroette Raychel en Ben warm, trok hen naar binnen en nam hen mee naar de mooie tuin, waar John en een lange, forse man met een glimlach op zijn gezicht, vlees roosterden op een barbecue. John kwam meteen naar hen toe en omhelsde Raychel stevig.
‘Hallo Bloem,’ zei hij. ‘George, Janey,’ riep hij naar de lange man en een mollige, roodharige vrouw die vlakbij stonden. ‘Dit is Raychel.’
‘Ik vind het zo fijn om je te ontmoeten,’ zei Janey. Ze bukte zich om Raychel een kus op haar wang te geven. ‘Elisabeth, Dikkie en ik kennen elkaar al van school. We zaten bij elkaar met Latijn. Ik ben er nog steeds voor onder behandeling.’
‘Vergeet mij niet,’ zei een slanke, mooie blondine met een bolle buik, die tussen Janey en George in ging staan. ‘Ik ben Helen, of “Dikkie” zoals ze me ongetwijfeld hebben genoemd. Ik ben het derde lid van het Latijnse driemanschap.’
‘Ze is net getrouwd,’ zei Janey terwijl ze met een duim naar de bolle buik van haar vriendin wees. ‘Schaamteloze slet! Haar man is partner op een advocatenkantoor. Waar moet dat heen met de wereld?’
‘Komen jullie een drankje halen?’ vroeg Elisabeth. Ze stak haar arm door die van Raychel en nam haar mee. ‘We zijn zo blij dat je er bent.’ Ben stond met John en George bij de barbecue. ‘Ik wilde zo graag dat mijn vriendinnen je zouden ontmoeten.’
‘Weten ze het?’ vroeg Raychel.
‘Ze weten dat je de dochter van Bev bent,’ zei Elisabeth. ‘Ze zijn dolblij voor me dat ik je gevonden heb. Voel je je al een beetje thuis in dat prachtige appartement van jullie? Is het zoals jullie het willen hebben?’
‘Nee, dat gaat nog een tijdje duren,’ zei Raychel, waarna ze ter zake kwam. ‘Elisabeth, ik heb vanochtend een brief gekregen die is doorgestuurd vanaf mijn oude adres. Hij is van mijn moeder.’
‘Heb je hem bij je?’
‘Ja,’ zei Raychel, die in haar handtas zocht.
‘Laten we naar binnen gaan,’ zei Elisabeth. Ze was zich bewust van de ironie van de situatie. Zij had jarenlang tevergeefs naar haar zus gezocht, terwijl de brief van Bev Raychel vrij gemakkelijk had bereikt.
Ze liepen naar Johns kantoor en Raychel gaf Elisabeth de envelop.
..
Lieve Lorraine/Raychel,
..
Heb ik je gevonden? Laat het me alsjeblieft weten. Ik wil dolgraag weten of alles goed met je is. Ik wil je zien. Ik wil niets van je, maar ik moet je iets belangrijks vertellen. Kan ik langskomen? Of jij kunt bij mij langskomen.
..
Hartelijke groet,
Je moeder
..
Raychel had de brief met trillende handen gelezen. Hij fungeerde als een sleutel die toegang gaf tot een deur in haar hoofd die alle herinneringen uit haar jeugd tegenhield: het smerige huis, de vreemden die drugs kwamen kopen, Nathan Lunn en zijn wreedheid en haar moeder, die te ver heen was om hem tegen te houden als hij begon te slaan en te stompen tijdens zijn gewelddadige woede-uitbarstingen. Maar het feit dat ze Elisabeth nu had, gaf haar kracht. Ze had niet langer het gevoel dat Ben en zij alleen op de wereld waren. John zorgde als een vader voor Ben, en ze voelde dat de kracht en liefde van Elisabeth haar omringde. Ze voelde zich veiliger dan ooit, binnen de grenzen van haar nieuwe familiekring.
‘Ik wil niet naar haar toe, maar ik heb het gevoel dat ik moet. Dan kan ze me vertellen wat ze op haar hart heeft en daarna mag ze me met rust laten. Wat moet ik doen?’
Elisabeth pakte Raychels handen vast.
‘Zal ik voor je gaan?’
‘Dat kan ik niet van je vragen.’
‘Natuurlijk wel. Laat het maar aan mij over.’ Elisabeth haalde diep adem. ‘Ik regel het. Ik ga naar haar toe om te vragen wat ze wil.’
Het had langgeleden al moeten gebeuren. Elisabeth moest haar zus zien. Ze had zelf ook het een en ander met haar te bespreken.