Hoofdstuk 69
..
Dawn was blij dat niemand zondagmiddag met haar mee wilde naar het bejaardentehuis om tante Charlotte te bezoeken. Haar belofte om de oude vrouw de foto van haar trouwjurk te laten zien, gaf haar het perfecte excuus om niet met haar aanstaande schoonfamilie aan tafel te moeten zitten en de angstaanjagende toespelingen te moeten verdragen over wat haar te wachten stond tijdens de gevreesde vrijgezellenavond. Denise had de vorige dag een paar enorme opblaasbare piemels meegebracht, en Demi zou T-shirts laten bedrukken.
‘Ik krijg ze goedkoop van Empty Head,’ verklaarde ze trots. ‘Ze kosten je maar veertig pond, Dawn.’ Het viel Dawn op dat ze ‘je’ zei.
Dawn wilde geen veertig pond betalen voor T-shirts voor een stel vreemden waarop ongetwijfeld een vernederende tekst was gedrukt. Aan de andere kant kon ze zich Demi’s gezichtsuitdrukking voorstellen als ze dat zei – een uitdrukking die zich vervolgens razendsnel over de gezichten van Denise en Muriel zou verspreiden. Ze pakte haar portemonnee en gaf Demi twee biljetten van twintig pond.
‘Het is behoorlijk brutaal om Dawn geld te vragen voor iets wat jij hebt besteld,’ zei Denise.
‘Ze kan het toch betalen van het geld dat tante Charlotte haar heeft gegeven?’ antwoordde Demi vinnig alsof Dawn er niet bij was.
‘Vind je?’ vroeg Denise terwijl ze met opgetrokken wenkbrauwen naar Dawn keek.
‘Eh, ben ik jou nog iets schuldig, Denise? Voor de opblaasbare eh... dingen?’ vroeg ze. Ze haatte zichzelf, ze haatte haar zwakte, ze haatte het feit dat ze verder bij de Crookes vandaan dreef naarmate ze dichter bij het moment kwam er zelf een te worden.
‘Veertig pond is genoeg,’ zei Denise.
‘Mag ik je tien pond later geven? Er zit nog maar dertig in mijn portemonnee.’
‘Natuurlijk,’ zei Denise met de stralende glimlach van iemand die net een flinke winst heeft gemaakt.
..
Dawn liep naar de receptie van het bejaardentehuis en vroeg de vrouw achter de balie of ze Charlotte Sadler kon bezoeken. De vrouw glimlachte vriendelijk toen Dawn uitlegde wie ze was en wat ze kwam doen.
‘Op dit moment is ze erg verzwakt en in de war,’ zei ze. ‘Ik ben bang dat het eenrichtingsverkeer gaat worden.’
‘Maar de laatste keer dat ik hier was, was ze heel fit en gezond,’ zei Dawn.
‘Zo gaat het bij sommigen, liefje. Het kan ineens heel snel gaan.’ Ze kwam achter de balie vandaan en gebaarde dat Dawn met haar mee kon lopen naar de kamer van tante Charlotte.
‘Ik blijf niet lang,’ beloofde Dawn. ‘Maar ik heb haar beloofd dat ik zou komen.’
Tante Charlotte was enorm veranderd sinds Dawn de vorige keer bij haar op visite was geweest. Ze leunde tegen een stapel dikke kussens, haar lange haar hing in witte slierten over haar schouders en ze zag er doodziek uit. Haar botten leken net zo broos als die van een vogeltje en ze sliep met haar mond open en zonder tanden, waardoor haar wangen ingevallen waren.
‘Charlotte,’ zei de vrouw zachtjes terwijl ze over haar hand wreef. ‘Charlotte, je hebt bezoek.’
De ogen van de oude vrouw gingen open zonder een blijk van herkenning. Charlotte keek naar Dawn alsof ze een deel van het meubilair was.
‘Ga maar een tijdje bij haar zitten,’ zei de vrouw terwijl ze naar de deur liep. ‘Wil je misschien een kop koffie of thee?’
‘Koffie graag,’ zei Dawn. Ze ging op de stoel naast Charlottes bed zitten. ‘Met melk en een half suikerklontje als het niet te veel moeite is.’
‘Natuurlijk niet,’ zei de vrouw. ‘We hebben altijd koffie en thee klaarstaan.’
Dawn bestudeerde de oude vrouw. Ze leek moeizaam te ademen en ze zag er veel ouder uit dan de laatste keer dat Dawn haar had gezien.
‘Hallo, tante Charlotte,’ zei Dawn zachtjes. ‘Weet u nog wie ik ben? Ik ben Dawn. Ik ga trouwen met Calum, uw achterneef. We zijn een paar weken geleden langs geweest. U wilde een foto van mijn trouwjurk zien. Ik heb er een voor u laten maken tijdens mijn laatste pasbeurt, zodat u kunt zien hoe ik eruit zal zien.’
Charlotte keek weer naar Dawn en knikte nauwelijks merkbaar. Dawn maakte haar tas open en haalde de foto eruit.
‘Hij is prachtig,’ ging Dawn verder. ‘Hij is ivoor, met kleine perzikkleurige rozen langs de hals en een V-taille en een heel wijde rok. Wilt u hem zien?’ Ze hield de foto voor Charlottes ogen. Dawn was verrukt toen de oude vrouw naar de foto keek en haar hand uitstak om hem te pakken.
‘Ik wilde u niet teleurstellen nadat ik had beloofd...’
‘Je ziet er gelukkig uit,’ zei Charlotte met een hese stem. ‘Ik vind die laarzen mooi.’
Wat jammer, dacht Dawn. Charlotte zag de foto niet echt.
‘Wie is die man?’
‘Welke man, tante Charlotte?’ vroeg Dawn.
‘Die man met de hoed.’
‘O, eh...’ Er was natuurlijk geen man. Dawn verzon ter plekke iets om de oudere vrouw niet nog meer te verwarren. ‘Dat is de man van de bruidsjurkenwinkel,’ zei ze.
Tante Charlotte liet de foto vallen. Terwijl Dawn zich bukte om hem op te pakken, zei Charlotte met een stem die ineens heel duidelijk was, maar verstikt door de tranen: ‘O Dee Dee, waar ben je mee bezig? We willen dat je gelukkig wordt.’ De oude vrouw liet haar hand boven op die van Dawn vallen en kneep erin met een kracht die onmogelijk leek voor een vrouw die zo broos was. Daarna leek de helderheid uit haar ogen te verdwijnen en ze deed ze met een vermoeide zucht dicht. Ze sliep tegen de tijd dat de vrouw terugkwam met de koffie.
‘Is het gelukt om haar de foto te laten zien?’ vroeg ze.
‘Min of meer,’ zei Dawn terwijl de gedachten in haar hoofd rondtolden. Ik heb het niet goed gehoord. Noemde ze me Dee Dee? ‘Ze heeft tegen me gezegd dat ze wilde dat ik gelukkig werd.’
‘Heeft ze gepraat?’ vroeg de vrouw ongelovig. ‘Ze heeft al een tijdlang niets meer gezegd.’
‘Het was zo vreemd... ze noemde me Dee Dee’ – papa en mama noemden me altijd Dee Dee – ‘en daarna pakte ze mijn hand...’
Dawns stem stierf weg. Het was duidelijk dat de vrouw dacht dat ze niet goed bij haar hoofd was.
‘Maar dat is geweldig,’ zei ze meelevend. Sommige mensen zagen wat ze wilden zien, dat had ze al zo vaak meegemaakt, vooral op deze plek.
Dawn dronk haar kopje in twee slokken leeg. De koffie was lauw van alle melk die erin zat. Ze gaf tante Charlotte een voorzichtige kus op haar wang. Haar ademhaling was zo oppervlakkig dat Dawn zich afvroeg of ze haar nog levend zou terugzien. Ze was heel blij dat ze was gekomen, zoals ze had beloofd, maar wat Charlotte had gezegd maakte haar zo trillerig dat ze een paar keer diep moest inademen voordat ze naar huis durfde te rijden. Ze wilde de foto dolgraag zien zoals Charlotte hem had gezien. En Dee Dee? Het was allemaal heel vreemd.