Hoofdstuk 9
..
Grace duwde de deur van het tuincafé in het centrum open. Maltstone was een mooi stadje met een heerlijk café op de oever van een landelijke rivier. Mensen die hier niet vandaan kwamen, zouden niet hebben geloofd dat het op een steenworp van het centrum van Barnsley lag. Grace vond het hier heerlijk omdat dit de speciale plek was waar ze haar zoon ontmoette. Ze kreeg de forse jongeman in het oog die naar haar stond te zwaaien. Ze glimlachte en liep snel naar zijn tafeltje.
‘Hallo, lieverd,’ zei ze, waarna ze in haar zoons stevige en lange omhelzing verdween.
‘Hallo, mam.’ Ze legde haar handen rond zijn gezicht. Een sterk gezicht met een mooie kaaklijn. Hij had een paar vroegtijdige grijze sporen in zijn donkerbruine haar, die ze nog niet eerder had gezien. Hij liet haar los en even later zaten ze tegenover elkaar aan het raamtafeltje.
‘Het spijt me, het is te lang geleden,’ zei hij.
‘Ik weet dat je het druk hebt, lieverd,’ zei Grace met een glimlach die zo warm was als een brandende open haard.
‘Dat is geen excuus,’ zei hij. ‘Je bent te lief. Ik heb een standje van mijn grote zus Laura gekregen.’
‘Maar goed, je bent er nu,’ zei Grace terwijl ze zijn arm aanraakte. ‘Je ziet er goed uit.’
‘Jij ook. Maar dat doe je altijd. Ik heb al thee voor ons besteld,’ zei hij terwijl hij inschonk. ‘Hoe is het met papa?’
‘Ach, zoals altijd,’ zei Grace. Ze zei niet dat ze hem de groeten moest doen, want ze zouden allebei weten dat dat een leugen was, maar ze wilde dat ze ermee weg had kunnen komen. ‘Van harte gefeliciteerd nog.’ Grace gaf hem een stevige papieren tas. ‘De bon zit erin, voor als je het niet mooi vindt.’
‘Mam, je hebt een fantastische smaak en ik heb nog nooit iets geruild wat je me hebt gegeven.’ Hij kneep in haar hand en Grace hield zijn vingers een paar verdrietige momenten vast. Het was vreselijk om haar zoon stiekem te moeten zien. Hij had zijn achtentwintigste verjaardag bij hen thuis moeten vieren en de kaarsen op zijn verjaardagstaart moeten uitblazen, zelfs op zijn leeftijd. Ze had altijd veel werk gemaakt van hun verjaardagen, zoals zij vroeger had gehoopt dat haar verjaardag gevierd werd.
‘En, wat heb je me te vertellen?’ vroeg ze terwijl ze een dreigende huilbui probeerde tegen te houden. Ze wilde deze gezellige gelegenheid niet verpesten door te gaan janken.
‘Tja...’ Hij zocht het in zijn aktetas, die op de grond stond, en haalde er een map uit die hij opende. Hij gaf haar een paar foto’s. ‘Ik heb het gekocht, mam. Samen met mijn partner Charles.’
‘Het is niet waar!’ riep Grace. Haar mond viel open van enthousiasme. ‘Dit is het huis waarover je me hebt verteld, nietwaar?’
‘Yep. Dat is de grootste reden voor de radiostilte, mam. Ik heb het druk gehad.’
Grace keek naar het oude herenhuis op eigen grond, het gebouw dat haar getalenteerde, zorgzame zoon in een bejaardentehuis zou veranderen.
‘Het wordt prachtig, mam. Alle kamers zijn en suite – de architect denkt dat het er veertien worden, en er komt een ontbijtserre op het oosten, een bibliotheek, internet, webcams, een zwembad, een bioscoop...’
‘Rustig, vergeet niet adem te halen,’ zei Grace. Ze vond zijn enthousiasme heerlijk.
‘Het wordt de allermooiste residentie. Het gebouw is op dit moment een puinhoop, daarom heb ik het voor zo’n goede prijs gekregen, en natuurlijk heeft de recessie eraan meegeholpen. Maar je zou moeten zien hoeveel originele details het nog heeft. En de tuin wordt prachtig met een beetje... sorry, met veel werk. Ik kan het me niet veroorloven om de mist in te gaan, dat is zeker. Mam, we kunnen niet wachten om te beginnen. Alles is gisteren getekend, dus nu kunnen we van start gaan. Het is van mij, mam. Het is helemaal van mij. We zouden allebei een taxi moeten nemen en champagne drinken in plaats van thee.’
Zijn gezicht straalde van enthousiasme. Zolang ze hem kende, was ze ervan overtuigd geweest dat Paul een zorgend beroep zou kiezen en dat op grote schaal. Het was een doel waar hij jaren naartoe had gewerkt. Ze twijfelde er niet aan dat hij zou slagen. Hij was een vechter, hoewel een deel van zijn energie werd opgeslokt door te vechten tegen dingen waar hij niet tegen zou moeten vechten, en dat deed haar veel verdriet.
‘Ik ga het Rose Manor noemen, naar oma,’ zei hij stralend.
Grace knikte. ‘Dat is een fantastisch idee. Ze zou zo trots op je geweest zijn, Paul. En je moeder ook.’
‘Echt? Denk je dat zij net zoveel problemen zou hebben gehad met mijn seksuele geaardheid als papa? Dat vraag ik me vaak af.’
‘Ze zou van je gehouden hebben om wie je bent, en heel erg trots zijn,’ zei Grace beslist. Ze was zelf niet in staat geweest om kinderen te krijgen, maar ze had de kinderen van Gordon in haar hart gesloten en voelde zich voor honderd procent hun moeder. Hoewel ze Gordons eerste vrouw, Rita, nooit had gekend, had Grace er toch altijd nauwlettend voor gezorgd dat de kinderen haar niet als hun echte moeder beschouwden. Rose had haar ooit verteld dat Rita een pittig klein ding was geweest die haar baby’s adoreerde, en toen ze zo plotseling en tragisch stierf liet ze een gat achter dat Grace met trots had opgevuld, met eerbied voor de vrouw die de kinderen had gebaard van wie ze hield alsof het haar eigen kinderen waren. Er stonden nog steeds foto’s van Rita in huis en op elke Moederdag en Rita’s verjaardagen had Grace met de kinderen bloemen naar haar graf op het kerkhof van Maltstone gebracht. Het was niet meer dan normaal dat ze heel veel respect had voor de vrouw die haar het grootste cadeau van haar leven had gegeven. Ze had het gevoel dat Rita haar vriendin had kunnen zijn als hun levens elkaar hadden overlapt.
‘Oma Rose zou het prachtig gevonden hebben als ze had gehoord dat er een herenhuis naar haar was vernoemd,’ zei Grace.
‘Denk je?’
‘Dat weet ik zeker,’ zei Grace. Tijdens hun allereerste ontmoeting was ze verliefd geworden op Rose Beamish. Ze straalde leven en liefde en vrolijkheid uit, ondanks de astma die haar kreupel had gemaakt. Ze klaagde nooit en negeerde haar ziekte. ‘Ik adem nog steeds, liefje, dat is meer dan die arme drommels in de grond,’ zei ze altijd lachend met haar uitgesproken Tyneside-accent. Grace was kapot van verdriet geweest toen ze stierf. Gordon was geen man van veel emoties, hij had gezegd dat ze een mooie leeftijd had bereikt, maar Grace voelde de leegte in huis nog een hele tijd na Rose’ dood.
Ze bestelden nog een pot thee en toen was het voor Grace tijd om naar huis te gaan. Hoewel ze lang was, was ze klein vergeleken bij haar grote, knappe zoon. Wanneer was hij een man geworden? De jongen had hen nog nooit moeilijkheden bezorgd, en nu behandelde zijn vader hem als een paria omdat hij homoseksueel was. De oneerlijkheid daarvan deed pijn aan haar hart.
‘We zien elkaar snel weer,’ zei ze bij de deur.
‘Luister, volgende week zaterdag kan ik niet, maar kun je het weekend daarna – het paasweekend – weg? Dan spreken we hier op dezelfde tijd af. Ik wil Charles graag aan je voorstellen. Hij wil je dolgraag ontmoeten na alles wat ik over je heb verteld.’
‘Dus Charles is niet alleen een zakenpartner maar ook een partner?’ vroeg Grace.
Paul grinnikte. ‘Hij is mijn zakenpartner en hij is de partner van iemand, maar daar hoor je later meer over.’
‘Ik ben er op dezelfde tijd,’ zei Grace. Ze gaven elkaar een kus. Haar jongen zag er gelukkig uit.
‘Mooi. Trouwens, ik reken erop dat je met me meegaat om behang en meubilair uit te zoeken. Ik wil dat het vrolijk maar rustgevend wordt.’
‘Ik help je zoveel ik kan, dat weet je,’ zei Grace terwijl ze Pauls sterke, knappe gezicht aanraakte. Zijn gelaatstrekken deden haar denken aan Gordon, maar dan een flexibele Gordon, een Gordon die niet dacht dat het zwak was om te voelen. Het zou mooi zijn als hij met evenveel gevoel aan mensen als aan caravans dacht.
..
De weekenden waren het ergst voor Anna. Een woestijn waarin haar gedachten haar kwelden en het bed groter leek dan ooit. Tijd was geen heler. Ze voelde zich steeds beroerder worden, in plaats van beter. Het was bijna twee maanden geleden toen ze thuis was gekomen en Tony’s armen meer dan ooit nodig had gehad, maar het was vreemd stil geweest in huis en ze had een briefje op tafel gevonden. sorry, heb wat tijd nodig om na te denken en wij hebben wat tijd apart nodig. er is niemand anders – echt niet. Tony had altijd een elastische relatie met de waarheid gehad, en er was natuurlijk wel iemand geweest. Lynette Bottom, negentien jaar, met een sensationeel achterwerk en deinende borsten. Hij had haar ongeveer zes maanden eerder als manusje van alles in de kapsalon aangenomen, en nu was ze officieel zijn bedwarmer. Anna vroeg zich af of hij haar daarom salarisverhoging had gegeven.
Anna had niets meer van hem gehoord. Ze probeerde zichzelf wijs te maken dat dat een goed teken was. Hij was niet langsgekomen om zijn spullen op te halen, had niets gezegd over het verdelen van hun bezittingen en maakte zijn deel van de hypotheek en gemeentebelasting nog steeds over. Ze wilde zijn stem echter zo graag horen en hem zo graag zien, dat het haar alle kracht kostte, kracht die ze niet bezat, om ’s ochtends op weg naar de trein geen omweg langs zijn kapsalon te maken. Ze wist niet wat ze zou doen als ze hem zag. Ze was bang dat ze hem zou bespringen, hem zou dwingen haar te kussen, hem zou smeken om naar huis te komen. Of erger: dat ze Lynette Bottom bij haar haar zou grijpen en zichzelf volkomen zou vernederen door iets te zeggen wat woedend en asociaal was. Daarom liet ze hem doen wat hij moest doen, zonder hem een duimbreed in de weg te leggen, zonder enige druk uit te oefenen, en ze hoopte dat er op een dag een bericht op het antwoordapparaat zou staan dat hij zijn pleziertje had gehad en naar huis terugkwam.
Het was een enorme inspanning om in het weekend haar ochtendjas uit te trekken, laat staan om zich op te maken. Een paar weken eerder had ze er niet over gepiekerd om de vuilniszak buiten te zetten zonder dat ze volledig opgemaakt was, nu ging ze zonder een spoortje make-up winkelen in Morrison. Haar kastanjebruine haar had een grijze uitgroei. Haar haar had haar stemming altijd weerspiegeld. Als ze gelukkig was, glansde het, maar nu was het dof, ook al had ze het net gewassen. Haar onopgemaakte ogen waren gezwollen door gebrek aan slaap. Ze zag er doodmoe uit en tien jaar ouder dan ze was. Ze was één stap verwijderd van in slippers en een roze badstof pyjama naar de plaatselijke winkels gaan. En de gevreesde verjaardag waarop het leven blijkbaar zou beginnen, zoals het gezegde luidde, naderde snel. Weinig kans. Ze vroeg zich af of het een pijnloze manier van doodgaan was als ze haar polsen in een warm bad doorsneed, of dat dat gerucht net zo onzinnig was als de rest van haar leven.
..
‘Wakker worden. Ga eens zitten.’
Raychel deed haar ogen open toen Ben haar voorzichtig wakker maakte en rekte zich langzaam uit.
‘Neem vooral de tijd.’
Raychel lachte en ging rechtop zitten, zodat Ben het blad op haar schoot kon zetten. Hij maakte elke zondagochtend ontbijt op bed voor hen. Dat had hij gedaan sinds ze op hun zeventiende samen waren gaan wonen, hoewel hij in die dagen niet zelfverzekerd genoeg was geweest om een volledig Engels ontbijt te maken en het had gelaten bij geroosterd brood en koffie met een speelse bloem in een vaasje.
Hij ging met zijn eigen blad naast haar zitten en begon te eten.
‘Ik krijg nooit alles op,’ zei ze. ‘Je geeft me altijd veel te veel.’
‘Eet het toch maar. Je hebt geen grammetje vet op je botten. Geen toetje voor je je bord leeg hebt.’ Ze prikte een worstje aan haar vork en doopte het uiteinde in ketchup. Ze kon het enorme ontbijt dat hij serveerde nooit op; hij moest haar altijd helpen.
‘Stel je voor: nog maar drie zondagen in dit huis en dan hebben we ons eigen appartement.’
‘Geniet dan maar extra van je ontbijt, want als ik eenmaal de hypotheek moet betalen, zullen we ons alleen een droge boterham kunnen veroorloven,’ antwoordde Ben met een mond vol bacon.
‘Dat kan me niet schelen,’ zei Raychel. Ze zuchtte bij de gedachte aan de nieuwe flat.
‘En dat gaat ook niet gebeuren,’ zei Ben. ‘Ik vind het fijn om ontbijt voor je te maken.’
‘Je verwent me,’ zei Raychel glimlachend. Ze boog zich naar hem toe en gaf een kus op zijn stoppelige gezicht.
‘Geef mij dat worstje maar, als je het niet opeet,’ zei Ben.
‘Ik dacht het niet,’ antwoordde Raychel, waarna ze het hele worstje speels in haar mond propte zodat Ben het niet kon pakken.
‘Ik wist niet dat je dat kon,’ zei Ben met een ondeugende grijns. ‘Raychel Love, ik denk dat je wat langer in bed moet blijven om die truc nog een keer te laten zien.’ Ben liet zijn ontbijt onmiddellijk in de steek en sprong boven op de gillende Raychel. Sommige dingen waren belangrijker dan een zondags ontbijt.