Hoofdstuk 103

 

 

 

Zondag, 2 november

 

Maggie drukte een andere code in en wachtte. Het modem van haar laptop was tergend langzaam. Ze nam nog een hap van haar bosbessenmuffin, bezorgd door – natuurlijk – Wanda’s Diner. Op het computerscherm stond nog altijd ‘Opstarten modem’. Ze ging zitten en keek de hotelkamer rond, ongeduldig en nerveus met haar voet tikkend. Niet dat de computer daar ook maar iets sneller door werd.

Haar koffers waren gepakt. Uren eerder had ze al gedoucht en zich aangekleed, maar haar vliegtuig vertrok pas om twaalf uur ’s middags. Ze wreef over haar stijve nek en kon nog steeds niet geloven dat ze de hele nacht in die rechte stoel had geslapen. Wat haar zelfs nog meer verbaasde, was het feit dat ze de hele nacht niet was gekweld door visioenen van Albert Stucky.

Verveeld pakte ze de reusachtige zondagseditie van de Omaha Journal. De koppen droegen alleen maar bij aan haar gevoel van frustratie. Toch was ze blij dat ze Christines naam weer op de voorpagina zag staan. Zelfs vanaf haar ziekenhuisbed bleef ze het ene na het andere artikel schrijven. Timmy en zij waren tenminste veilig – en ongedeerd.

Nogmaals liet Maggie haar blik over het artikel gaan. Christine beperkte zich tot de feiten en liet het aan de experts over om in hun citaten sensationele conclusies te trekken. Voor de derde keer las ze haar eigen citaat.

 

Special Agent Maggie O’Dell, forensisch psycholoog van de fbi, wier hulp bij deze zaak is ingeroepen, noemt het onwaarschijnlijk dat Gillick en Howard partners waren. ‘Seriemoordenaars,’ houdt O’Dell met klem vol, ‘zijn eenlingen.’ Het kantoor van de openbare aanklager heeft echter een aanklacht wegens moord ingediend tegen zowel voormalig hulpsheriff Eddie Gillick als koster Ray Howard. Het gaat hier om de moord op Aaron Harper, Eric Paltrow, Danny Alverez en Matthew Tanner. Een afzonderlijke aanklacht is ingediend wegens de ontvoering van Timmy Hamilton.

 

Er werd op de deur geklopt. Maggie gooide de krant opzij en keek opnieuw naar het computerscherm. ‘Bezig opnieuw te verbinden’ stond er op het scherm. Er klonk een laag gezoem, gevolgd door een reeks piepjes. Het was zondagochtend! Waarom duurde het zo lang om verbinding te krijgen?

Op weg naar de deur keek ze op haar horloge. Hij was vroeg. Ze hoefden pas over een halfuur naar het vliegveld.

Zodra ze de deur opendeed, voelde ze dat onwelkome, fladderende gevoel in haar buik.

Nick keek haar glimlachend aan, met kuiltjes in zijn wangen. Er viel wat haar over zijn voorhoofd. Zijn blauwe ogen schitterden, alsof ze een heel bijzonder geheim deelden met de hare. Hij droeg een rood T-shirt en een spijkerbroek, allebei strak genoeg om zijn atletische lichaam volledig tot zijn recht te laten komen.

Haar vingers jeukten om hem aan te raken. Waarom had hij dit effect op haar, vroeg ze zich af terwijl hij de kamer binnen kwam. Ze betrapte zichzelf erop dat haar blik naar zijn billen gleed en riep zichzelf in gedachten hoofdschuddend tot de orde.

‘Het is blijkbaar warm buiten,’ hoorde ze zichzelf zeggen. Natuurlijk, neem je toevlucht maar tot het weer. Dat leek een veilig onderwerp, gezien de spanning die zijn komst onmiddellijk in de kamer had gebracht.

‘Het is haast niet te geloven dat we een paar dagen geleden nog sneeuw hadden. Typisch Nebraska-weer.’ Luchtig haalde hij zijn schouders op. ‘Hier, voor jou.’ Hij gaf haar een in cadeaupapier verpakte doos, die ze tot op dat moment niet had gezien. ‘Een soort bewijs van dankbaarheid en tevens afscheidscadeau.’

Haar eerste neiging was het afwijzen en zeggen dat het ongepast was. Toch pakte ze het aan, en terwijl ze langzaam het papier eraf wikkelde, was ze zich scherp bewust van het feit dat hij naar haar keek. Er kwam een rood footballshirt tevoorschijn, met het nummer 17 in witte cijfers op de achterkant. Ze kon er niets aan doen dat ze glimlachte.

‘Het is prachtig.’

‘Ik verwacht niet dat het een vervanging is voor de Packers,’ zei hij een beetje verlegen, ‘maar ik vond dat je er ook eentje moest hebben van de Nebraska Cornhuskers.’

‘Dank je wel. Het is echt prachtig.’

‘Zeventien was mijn nummer.’

Plotseling won het eenvoudige, katoenen shirt aan betekenis. Haar ogen ontmoetten de zijne, en zonder dat ze het wilde, verdween haar glimlach. Onderwijl probeerde ze wanhopig het irritante gefladder in haar buik te verdringen. Hij was echter de eerste die zijn blik afwendde, nadat ze nog net een zweem van ongemakkelijkheid in zijn ogen had gezien. Op momenten als dit verraste hij haar het meest: wanneer de arrogante, zelfverzekerde vrijgezel iets van de onweerstaanbare, verlegen, gevoelige man liet doorschemeren die in hem huisde.

‘O, en dit is van Timmy.’

Ze pakte de videoband aan. Zodra ze de titel zag, keerde haar glimlach terug. ‘The X-Files.’

‘Zijn favoriete afleveringen staan erop,’ zei hij. ‘Onder andere, natuurlijk, die met de moordzuchtige kakkerlakken.’ Nu hij niets meer had om zijn handen bezig te houden, stopte hij ze in zijn zakken.

‘Ik zal er beslist naar kijken en… en ik zal Timmy laten weten wat ik ervan vond,’ zei ze, aangenaam verrast door de verplichting contact te houden.

Roerloos stonden ze tegenover elkaar. Maggie wilde zich niet bewegen, kon zich niet bewegen. De afgelopen week hadden ze bijna vierentwintig uur per dag met elkaar opgetrokken. Ze hadden pizza’s en cognac gedeeld; ze hadden meningen en opvattingen uitgewisseld; ze hadden geworsteld met gekken en heiligen; ze hadden hun angsten en verwachtingen gesust en gesmoord; ze hadden getreurd om twee kleine jongens die ze niet kenden. Maggie had Nick Morrelli toegelaten tot haar kwetsbaarheid, die ze nog met niemand had gedeeld. Niet eens met zichzelf. Misschien kwam het daardoor dat ze plotseling het gevoel had dat een belangrijk deel van haarzelf zou achterblijven. Uitgerekend in een klein stadje in Nebraska, waarvan ze tot een week daarvoor zelfs nog nooit had gehoord! Wat was er gebeurd met de koele, afstandelijke FBI-agent die tegen elke prijs haar professionele instelling handhaafde?

‘Maggie, ik –’

‘Het spijt me.’ Haastig viel ze hem in de rede, om te voorkomen dat hij misschien gevoelens zou onthullen waarmee ze niets kon. ‘Dat was ik bijna vergeten. Ik probeer wat informatie op te vragen.’ Ze ontsnapte naar de tafel in de hoek. De computerverbinding was eindelijk tot stand gebracht. Ze drukte op een paar knoppen, geïrriteerd door het ongerechtvaardigde trillen van haar vingers.

‘Je bent nog steeds naar hem op zoek.’ Er klonk verrassing noch ergernis in zijn stem. Hij kwam achter haar staan, zodat het haar onmogelijk was haar op hol geslagen ademhaling weer onder controle te krijgen.

‘Van Caracas is het stoffelijk overschot van Father Francis per vrachtauto overgebracht naar een dorpje ongeveer honderdvijftig kilometer naar het zuiden. Volgens zijn ticket zou Keller vandaag moeten terugkomen. Ik probeer erachter te komen of hij aan boord is gegaan van de vlucht naar Miami, of dat hij ergens anders heen is gevlogen.’

‘Ik ben telkens weer verbaasd over de informatie waarop jij de hand weet te leggen.’

Ze voelde dat hij naar voren boog om op het scherm te kijken.

‘Op het vliegveld dacht ik nog hoe heerlijk het zou zijn als ik een FBI-badge kon laten zien in plaats van mijn armzalige penning als sheriff. Ik ben veel te ver gegaan. Dat viel absoluut niet binnen mijn bevoegdheden.’

‘Ik hoop toch niet dat je je nu nog zorgen maakt of je wel een competente indruk hebt gewekt?’

‘Nee. Dat doe ik niet.’ Het klonk alsof hij het meende.

Eindelijk verscheen de passagierslijst van TWA-vlucht 1692 op het scherm. Moeiteloos vond Maggie de naam van Father Michael Keller. Hij stond op de definitieve lijst, opgesteld na vertrek.

‘Het feit dat hij op die lijst staat, wil nog niet zeggen dat hij ook in het vliegtuig zat.’

‘Dat weet ik.’ Ze werkte zich tussen de computer en Nick uit. Toen draaide ze zich naar hem om.

‘Wat doen we als hij niet terugkomt?’

‘Ik zal hem vinden,’ antwoordde ze eenvoudig. ‘Tenslotte kan hij zich niet eeuwig blijven verstoppen.’

‘Zelfs als je hem vindt, dan nog hebben we geen enkel bewijs waarmee we hem in staat van beschuldiging kunnen stellen.’

‘Denk je nu echt dat Eddie Gillick die jongens heeft vermoord? Of Ray Howard?’

Hij aarzelde, keek weer naar de computer en liet zijn blik toen door de kamer gaan. Hij liet zijn ogen even op haar koffers rusten, voordat hij haar weer aankeek.

‘Ik weet niet welke rol Eddie in de moorden heeft gespeeld, en of hij er wel iets mee te maken heeft, maar Howard heb ik van meet af aan verdacht. Kom nou, Maggie. We hebben hem op het vliegveld gearresteerd met een fileermes in zijn plunjezak. Dat zou het moordwapen kunnen zijn.’

Ze fronste haar wenkbrauwen en schudde haar hoofd. ‘Hij past niet in het profiel.’

‘Misschien niet, maar zal ik je eens wat zeggen? Ik wil mijn laatste momenten met jou niet praten over Eddie Gillick of Ray Howard of Father Keller, of wat dan ook dat met deze zaak te maken heeft.’ Langzaam kwam hij naderbij.

Nerveus streek ze haar haren uit haar gezicht en stopte ze een koppige lok achter haar oor. De blik in zijn ogen maakte dat haar handen weer begonnen te trillen. Het fladderende gevoel in haar maag verplaatste zich naar beneden.

Teder streek hij over haar gezicht, terwijl hij haar aankeek met een blik die haar het gevoel gaf dat ze de enige vrouw op de hele wereld was. Ze had hem gemakkelijk kunnen tegenhouden toen hij haar kuste. Dat wilde ze ook toen hij zijn gezicht naar het hare boog. Maar op het moment dat zijn lippen over de hare streken, had ze al haar energie nodig om te voorkomen dat haar knieën haar in de steek lieten. Toen ze niet protesteerde, drukte hij een zachte kus op haar mond, met zo veel gevoel, zo veel passie, dat de kamer om haar heen begon te draaien. Zelfs toen hij zijn lippen van de hare nam, hield ze haar ogen gesloten terwijl ze probeerde haar ademhaling weer onder controle te krijgen en een eind te maken aan het draaierige gevoel.

‘Ik hou van je, Maggie O’Dell.’

Met een ruk deed ze haar ogen open. Zijn gezicht was nog altijd vlak voor het hare, en zijn ogen stonden ernstig. Ze las er een zweem van jongensachtige angst in en wist hoeveel moeite het hem had gekost dat te zeggen. Ze deinsde achteruit, nu pas beseffend dat hij haar – op die kus na – niet had aangeraakt. Dat maakte het teleurstellend gemakkelijk zich terug te trekken.

‘Nick, we kennen elkaar amper.’ Haar ademhaling ging nog altijd zwaar. Hoe kon een simpele kus haar zo volledig buiten adem doen raken?

‘Ik heb dit nog nooit eerder gevoeld, Maggie, en dat komt niet alleen doordat je onbereikbaar bent. Ik kan het uitleggen.’

‘Nick –’

‘Geef me alsjeblieft de kans om het te proberen.’

Ze zette zich schrap en leunde tegen de ladekast. Dezelfde ladekast waaraan ze zich had vastgeklampt op die avond toen ze bijna met hem naar bed was gegaan.

‘Ik weet dat we elkaar pas een week kennen, maar ik kan je verzekeren dat ik niet impulsief ben als het om… Nou ja, in de seks misschien wel, maar niet in zoiets als dit… niet als het om de liefde gaat. Ik heb me nog nooit zo gevoeld. Ik heb nog nooit eerder tegen een vrouw gezegd dat ik van haar hield.’

Het klonk als een cliché, maar in zijn ogen las ze dat het waar was. Ze deed haar mond open, maar hij hief een hand op om haar het zwijgen op te leggen.

‘Ik verwacht niet dat je voor mij je huwelijk op het spel zult zetten. Wat ik ook zeg. Maar ik wilde niet dat je wegging zonder dat je het wist, voor het geval het ook maar enig verschil zou maken. En zelfs als dat niet zo is, dan nog wil ik dat je weet dat ik… dat ik wanhopig, krankzinnig verliefd op je ben, Maggie O’Dell.’ Nu was het zijn beurt om af te wachten.

Ze kon geen woord uitbrengen. Haar vingers omklemden de bovenkant van de ladekast. Het was het enige wat ze kon doen om zichzelf ervan te weerhouden haar armen om hem heen te slaan. ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen.’

‘Je hoeft helemaal niets te zeggen.’ Zijn ogen vertelden haar dat hij het meende.

‘Het is duidelijk dat ik iets voor je voel.’ Ze had moeite met haar formulering. Het idee dat ze hem misschien nooit meer zou zien, was afschuwelijk. Maar wat wist zij van verliefdheid? Was ze niet ooit verliefd geweest op Greg? Had ze niet gezworen dat ze altijd van hem zou blijven houden?

‘Het is op dit moment allemaal zo ingewikkeld,’ hoorde ze zichzelf zeggen, en ze kon zichzelf wel slaan. Hij had zijn hart voor haar opengesteld en een gigantisch risico genomen, en zij moest natuurlijk weer zonodig praktisch en rationeel blijven.

‘Dat weet ik, maar dat blijft misschien niet altijd zo.’

‘Het maakt wel degelijk verschil, Nick,’ zei ze, in een zwakke poging haar tweeslachtigheid te corrigeren.

Door die simpele onthulling leek hij opgelucht, alsof dat meer was dan waarop hij had durven hopen.

‘Weet je…’ Hij klonk een stuk rustiger, terwijl zij werd verteerd door het verlangen hem te vertellen wat ze voor hem voelde. ‘Je hebt me geholpen een heleboel dingen duidelijker te zien. Over mezelf, over het leven. Ik heb voortdurend geprobeerd in de reusachtige voetstappen van mijn vader te lopen… en dat wil ik niet meer.’

‘Je bent een goede sheriff, Nick.’ Ze negeerde de verscheurende pijn in haar hart. Misschien was het beter zo.

‘Dank je wel, maar dat is niet wat ik wil. Ik heb bewondering voor de toewijding waarmee jij je werk doet. Je koppige toewijding kan ik beter zeggen. Ik heb nooit eerder beseft hoezeer ik ernaar verlang om ook zoiets te hebben. Iets waarin ik echt geloof.’

‘En dus? Wat wil Nick Morrelli worden als hij later groot is?’ Ze keek hem glimlachend aan, terwijl ze hem het liefst om zijn hals zou zijn gevallen.

‘Toen ik studeerde, werkte ik op het kantoor van de officier van justitie in Boston. Ze zeiden altijd dat ik zo weer terug kon komen. Het is lang geleden, maar ik denk dat ik ze eens ga bellen.’

Boston. Dat was een stuk dichterbij dan Platte City, kon ze niet nalaten te denken. ‘Dat klinkt goed,’ zei ze, terwijl ze probeerde uit te rekenen hoever het was van Quantico naar Boston.

‘Ik zal je missen,’ zei hij eenvoudig.

Zijn woorden verrasten haar, net toen ze dacht dat ze veilig was.

Blijkbaar had hij de paniek in haar ogen gezien, want hij keek op zijn horloge. ‘Het is tijd. Ik moet je wegbrengen.’

‘Ja.’ Hun ogen ontmoetten elkaar opnieuw. Een laatste steek in haar hart. Een laatste kans om het tegen hem te zeggen. Of zou ze nog kansen genoeg krijgen?

Zwijgend liep ze langs hem heen, zette de computer uit, klapte het deksel dicht en stopte hem in haar tas. Hij pakte haar koffer.

Ze waren al bij de deur toen de telefoon ging. Haar eerste gedachte was hem te laten rinkelen en gewoon weg te gaan, maar plotseling liep ze haastig terug en nam ze de hoorn van de haak.

‘Maggie O’Dell.’

‘O’Dell, ik ben blij dat ik je te pakken heb gekregen.’

Het was Cunningham. Ze had hem in geen dagen gesproken. ‘Ik stond net op het punt om te vertrekken.’

‘Mooi. Kom zo snel mogelijk terug. Ik zorg dat Delaney en Turner op het vliegveld zijn om je op te halen.’

‘Wat is er aan de hand?’ Ze draaide zich om naar Nick, die haar bezorgd aankeek. ‘Dat klinkt bijna alsof ik lijfwachten nodig heb,’ grapte ze.

Even bleef het stil, en onmiddellijk sloeg de spanning toe.

‘Ik wilde het je zelf vertellen, voordat je het op het nieuws zou horen.’

‘Wat zou ik moeten horen?’

‘Albert Stucky is ontsnapt. Hij werd overgebracht van Miami naar een extreem beveiligde gevangenis in het noorden van Florida. Stucky heeft een bewaker in zijn oor gebeten en de andere neergestoken. En je zult niet geloven waarmee. Met een houten kruis! Toen heeft hij ze allebei door hun hoofd geschoten met hun eigen dienstwapen. Het schijnt dat hij de dag ervoor bezoek had gehad van een katholieke priester. Die moet dat kruis bij hem hebben achtergelaten. Ik wil niet dat je je zorgen maakt, Maggie. We hebben die klootzak al eerder te pakken weten te krijgen. Dat zal ons ook nu weer lukken.’

Maar het enige wat Maggie had gehoord, was: ‘Albert Stucky is ontsnapt.’

Duister kwaad
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html