Hoofdstuk 64

 

 

 

Nick en Father Keller stampten net de sneeuw van hun laarzen toen Maggie de voordeur uit kwam. Onmiddellijk keek Nick naar haar ogen, benieuwd om te zien of ze iets had gevonden. Hij kon echter niets opmaken uit haar haastige blik en haar glimlach naar Father Keller.

‘Voelt u zich iets beter?’ De geestelijke klonk oprecht bezorgd.

‘Veel beter, dank u.’

‘Het is maar goed dat je niet mee bent gegaan.’ Nick voelde zich nog altijd misselijk. Wie kon een weerloze hond zoiets aandoen? Ineens voelde hij zich belachelijk. Het lag immers voor de hand wie het had gedaan.

‘Hoezo? Wat heb je gevonden?’ vroeg Maggie.

‘Dat vertel ik je later wel.’

‘Wilt u nu misschien een kop thee?’ bood Keller aan.

‘Nee, dank u. We moeten –’

‘Ja, heel graag,’ viel Maggie hem in de rede. ‘Daardoor komt mijn maag misschien wat tot rust. Dat wil zeggen, als het niet te lastig is.’

‘Natuurlijk niet. Kom binnen. Ik zal even kijken of we ook nog wat bij de thee hebben.’

Terwijl ze hem naar binnen volgden, probeerde Nick opnieuw een glimp van Maggies gezicht op te vangen, verbaasd door haar plotselinge verlangen nog langer te blijven bij een man die ze verachtte.

Glimlachend pakte Father Keller haar jack aan.

Ze lachte terug en ging de woonkamer binnen. Nick veegde zijn laarzen af op de mat bij de deur. Toen hij opkeek, zag hij dat Father Keller naar Maggies strakke spijkerbroek keek. Niet zomaar, vluchtig, maar duidelijk alsof hij ervan genoot. Plotseling keerde de geestelijke zich naar hem, en Nick boog zich snel over de rits van zijn jack, terwijl hij zich voorhield dat geestelijken ook maar mensen waren. En Maggie zag er nu eenmaal verschrikkelijk goed uit in haar spijkerbroek met die strakke, rode trui. Een man moest wel hersendood zijn om dat niet te zien.

Toen Father Keller naar de keuken verdween, voegde Nick zich bij Maggie voor de haard.

‘Wat is er aan de hand?’ fluisterde hij.

‘Heb je Christines mobiele telefoon nog bij je?’

‘Ja, die zit volgens mij nog in mijn jaszak.’

‘Zou je hem alsjeblieft even willen gaan halen?’

Hij keek haar aan, wachtend op uitleg, maar in plaats daarvan ging ze op haar hurken voor het vuur zitten om haar handen te warmen. Toen hij terugkwam met de telefoon, porde ze met een ijzeren pook in de as. Hij ging met zijn rug naar haar toe staan, alsof hij op wacht stond.

‘Wat doe je?’ fluisterde hij.

‘Ik dacht dat ik iets rook. Het leek wel verbrand rubber.’

‘Hij kan elk moment terug zijn.’

‘Wat het ook was, het is inmiddels tot as verteerd.’

‘Melk, citroen, suiker?’ Father Keller kwam de kamer binnen met een dienblad. Tegen de tijd dat hij het op de bank voor het raam zette, stond Maggie alweer naast Nick.

‘Citroen graag,’ antwoordde ze nonchalant.

‘Ik melk en suiker,’ zei Nick, die zichzelf erop betrapte dat hij nerveus met zijn voet tikte.

‘Als jullie me willen excuseren, ik moet even een telefoontje plegen,’ zei Maggie plotseling.

‘In het kantoor aan het eind van de gang is een telefoon,’ zei Father Keller behulpzaam.

‘Nee, dank u. Ik gebruik Nicks mobiele telefoon wel. Mag ik hem even?’

Zwijgend gaf Nick haar de telefoon, zich nog altijd afvragend wat ze van plan was. Maggie verdween naar de gang, terwijl Father Keller Nick een dampende kop thee aanbood.

‘Koekje?’ De geestelijke hield hem een rijk gevulde schaal voor.

‘Nee, dank u.’ Nick probeerde Maggie in het oog te houden, maar ze was verdwenen.

Ergens begon een telefoon te rinkelen, gedempt maar aanhoudend. Father Keller keek verward op, toen liep hij naar de gang.

‘Wat bent u in ’s hemelsnaam aan het doen?’

Nick zette zijn kopje met zo’n kracht neer, dat de hete vloeistof over zijn hand en op de glimmend gewreven tafel klotste. Hij haastte zich naar de gang. Daar liep Maggie, met de mobiele telefoon tegen haar oor gedrukt, van deur naar deur.

Father Keller liep achter haar aan, maar kreeg geen antwoord op zijn vragen. ‘Agent O’Dell, waar bent u mee bezig?’ Hij probeerde vóór haar te komen, maar ze was hem te snel af.

Op van de zenuwen draafde Nick de gang door. De adrenaline stroomde door zijn aderen.

‘Maggie! Wat is er aan de hand?’

Nog altijd klonk ergens het gesmoorde rinkelen van een telefoon, maar inmiddels kwam het geluid steeds dichterbij. Ten slotte duwde Maggie de laatste deur links open, en ineens werd het geluid helder en scherp.

‘Van wie is deze kamer?’ vroeg Maggie terwijl ze in de deuropening ging staan.

Weer leek Father Keller als verlamd. Hij keek verward en verontwaardigd tegelijk.

‘Father Keller, wilt u alstublieft de telefoon opnemen,’ vroeg ze beleefd, leunend tegen de deurpost. ‘Zo te horen, ligt hij in een van die laden daar.’

Keller bewoog zich nog steeds niet, maar staarde de kamer in. Het gerinkel begon Nick op zijn zenuwen te werken. Ineens besefte hij dat Maggie het nummer moest hebben gedraaid. Ze stond met Christines mobiele telefoon in haar hand, en telkens wanneer de verborgen telefoon rinkelde, lichtten de knopjes op.

‘Father Keller, wilt u de telefoon opnemen,’ zei ze opnieuw.

‘Dit is de kamer van Ray. Ik vind het niet netjes om zomaar in zijn spullen te rommelen.’

‘U hoeft alleen de telefoon maar op te nemen. Het is zo’n kleintje dat je moet openklappen.’

Even staarde hij haar aan, toen ging hij eindelijk – langzaam en aarzelend – de kamer binnen. Nauwelijks een paar tellen later was het gerinkel opgehouden. Father Keller kwam naar buiten met een kleine, zwarte telefoon en gaf die aan Maggie. Ze gooide hem naar Nick.

‘Waar is Mr. Howard, Father Keller? Hij moet mee naar het bureau om wat vragen te beantwoorden.’

‘Hij zal wel in de kerk zijn om schoon te maken. Ik zal hem even gaan halen.’

Nick wachtte tot Father Keller verdwenen was. ‘Wat is er aan de hand, Maggie? Waarom ben je er nu ineens van overtuigd dat we Howard moeten ondervragen? En wat is dat voor gedoe met die mobiele telefoon? Trouwens, hoe wist je zijn nummer?’

‘Ik weet zijn nummer niet. Ik heb mijn eigen nummer gedraaid. Dit is mijn telefoon. De telefoon die ik in de rivier ben kwijtgeraakt.’

Duister kwaad
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html