Hoofdstuk 71

 

 

 

Toen Nick zijn kantoor uit kwam, zag hij de oploop rond de watertank en ontdekte hij Christine, die in elkaar gezakt op de grond lag. Terwijl Lucy haar koelte toewaaide met een dossiermap, hielp Hal haar overeind in een half zittende houding. Nicks vader keek toe, net als de rest, met zijn handen in zijn zakken. Aan het gerinkel van geld hoorde Nick dat hij zich ergerde. Bovendien herkende hij zijn verstarde houding en de strakke trek op zijn gezicht. Nick wist precies wat hij dacht. Hoe durfde Christine zich zo zwak te tonen tegenover zijn collega’s?

‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Nick aan Eddie Gillick, die bij het kopieerapparaat stond.

‘Ik weet het niet. Ik heb het niet zien gebeuren.’ Met zijn rug naar de opschudding bediende Eddie het kopieerapparaat.

Nick besefte dat Eddie de enige was aan deze kant van het vertrek. Toen zag hij de kopieën die uit het apparaat kwamen: foto’s van het verminkte lichaam van Matthew Tanner met daaronder Timmy’s lachende gezicht. Misschien was het te veel gevraagd geweest om Christine kopieën van het gezicht van haar vermiste zoon te laten maken.

‘Dus je hebt de autopsiefoto’s,’ zei hij, met zijn blik nog altijd op Christine.

‘Ja, ik ben even langs het mortuarium geweest. Ik wist dat je er kopieën van wilde laten maken.’

‘Mooi. Leg de originelen maar op mijn bureau zodra je klaar bent.’

Christine was inmiddels weer bij bewustzijn. Adam Preston gaf haar een papieren bekertje, waaruit ze gretig dronk. Van een afstand keek Nick verlamd, hulpeloos toe. Het tikken in zijn borst klonk luider dan ooit. Hij keek naar Eddie. Kon hij het horen?

‘Oké, mensen!’ riep zijn vader. ‘De voorstelling is voorbij. Aan het werk!’

Zonder aarzeling volgde iedereen zijn orders op. Toen hij Nick zag, wenkte hij hem. Nick bleef waar hij was, in een laatste, wanhopige poging nog iets van zijn gezag terug te winnen. Zijn vader tekende iets voor Lloyd en kwam toen naar hem toe, zich volstrekt niet bewust van Nicks verzet.

‘Lloyd heeft Rydell gevonden. Hij wordt opgebracht voor ondervraging.’

‘Je hebt niet de bevoegdheid dat te doen.’ Uit alle macht probeerde Nick zich te concentreren. Hij moest kalm en beheerst klinken, alsof hij alles onder controle had.

Zijn vader trok zijn borstelige wenkbrauwen op. ‘Pardon?’

Zijn vader had hem wel verstaan. Het maakte gewoon deel uit van zijn intimidatie, en het had altijd succes gehad – althans, vroeger.

‘Je hebt niet meer de bevoegdheid om iemand op te brengen voor ondervraging.’ Hij keek zijn vader recht aan. De oude Morrelli had zijn ogen tot spleetjes geknepen.

‘Ik probeer je te helpen, jongen, zodat je niet voor de hele gemeenschap te kakken wordt gezet!’

‘Mark Rydell heeft hier niets mee te maken.’

‘Nee. Jij gokt liever op een manke koster.’

‘Ik heb bewijzen die in de richting van Ray Howard wijzen. Wat heb je aan te voeren tegen Rydell?’

Inmiddels was alle bedrijvigheid op het bureau weer tot stilstand gekomen. Alleen durfde men zich deze keer niet om hen heen te verzamelen. In plaats daarvan keek iedereen zwijgend toe vanuit deuropeningen en vanachter bureaus, ogenschijnlijk gewoon aan het werk.

‘Rydell is een bekende flikker. Hij heeft een gigantisch strafblad voor het in elkaar slaan van andere nichten. Hij is een tijdje Jeffreys’ flikker geweest. Ik heb altijd gedacht dat hij er destijds ook iets mee te maken had. Ik verwed de boerderij erom dat hij de moordenaar is die je zoekt. Degene die Jeffreys nabootst. Alleen jij ziet dat niet, omdat je alleen maar oog hebt voor het lekkere achterste van agent Maggie.’

Nicks gezicht gloeide. Zijn vader wendde zich af. De zaak had voor hem afgedaan. Nick keek om zich heen, naar zijn medewerkers, die zogenaamd druk aan het werk waren. Toen zag hij Maggie in de deuropening staan. Zodra zijn ogen de hare ontmoetten, wist hij dat ze het had gehoord.

‘Dit is geen nabootser,’ zei hij tegen de rug van zijn vader.

‘Waar heb je het nu weer over?’ Hij keek Nick over zijn schouder aan terwijl hij de autopsiefoto’s van Eddie aanpakte, die hem gewillig de originelen overhandigde zonder Nick zelfs maar een blik waardig te keuren.

‘Jeffreys was alleen schuldig aan de dood van Bobby Wilson.’ Zijn vader keek niet op van de foto’s. ‘Hij heeft niet alle drie de jongens vermoord, maar dat wist je natuurlijk al.’ Geduldig wachtte Nick tot de betekenis van zijn woorden doordrong, tot zijn vader deze zou herkennen als de beschuldiging die ze waren.

Ten slotte keek zijn vader hem aan met de dreigende blik die Nick vroeger had veranderd in een snotterende puber. Deze keer hield hij echter stand. In plaats van zijn handen in zijn zakken te verstoppen, sloeg hij zijn armen over elkaar. Hij was er klaar voor.

‘Wat wou je daarmee insinueren, verdomme?’

‘Ik heb het dossier van Jeffreys’ arrestatie doorgenomen, net als alle autopsierapporten. Het is onmogelijk dat Jeffreys alle drie de moorden heeft gepleegd. Iets wat Jeffreys ook consequent heeft ontkend.’

‘O, dus je hecht meer geloof aan zo’n verdomde flikker dan aan je eigen vader?’

‘Je eigen rapporten bewijzen dat Jeffreys die andere twee jongens niet heeft vermoord. Alleen was jij te verblind om dat te zien. Je wilde de held zijn. Dus je negeerde de waarheid en hebt de tweede moordenaar laten ontsnappen. Of misschien heb je zelfs geholpen het bewijsmateriaal te plaatsen. En inmiddels betaalt je eigen kleinzoon de prijs voor je fouten en voor die vervloekte ijdelheid van je.’

De vuist raakte Nick volledig onverwacht. Hij beukte tegen zijn kaak en sloeg hem tegen het kopieerapparaat. Hoewel Nick zich wankelend staande wist te houden, was zijn gezichtsvermogen nog altijd vertroebeld toen hij voor de tweede keer werd geraakt. Hij keek op. Zijn vader stond nog op dezelfde plek, in dezelfde houding, met de foto’s nog in zijn handen en een verraste uitdrukking op zijn gezicht.

Pas toen Nick zag dat Hal Eddie Gillick in bedwang hield, besefte hij dat het niet zijn vaders vuisten waren geweest die hem hadden geraakt.

Duister kwaad
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html