Hoofdstuk 35
Het had op dat moment zo’n goed idee geleken. Zijn huis lag op nauwelijks anderhalve kilometer van de plaats van het misdrijf. Ze was tot op de huid doorweekt geweest, en ze bloedde. Nu was Nick er echter niet meer zo zeker van dat hij haar mee naar huis had moeten nemen. Terwijl hij Maggies kleren te drogen hing in de bijkeuken en over het zachte kant van haar beha streek, kon hij niet nalaten zich voor te stellen hoe die er gevuld zou uitzien. Het was belachelijk, zeker na wat er de afgelopen uren was gebeurd.
Hij had haar naar de grote badkamer boven gebracht. Zelf had hij beneden een douche genomen. Daarna had hij de open haard aangestoken en haar kleren te drogen gehangen. Te oordelen naar het geluid van stromend water op de bovenverdieping, stond ze nog altijd onder de douche. Hij vroeg zich af of hij misschien even bij haar moest gaan kijken. Hoewel ze zich naar buiten toe ergerlijk kalm had getoond, was ze duidelijk van streek geweest. Bovendien had ze pijn. Die ellendeling had haar in een berg roestig prikkeldraad en oude, ijzeren palen geduwd.
Boven hem werd de kraan dichtgedraaid. Hij pakte een schoon overhemd uit de droger en probeerde moeizaam de knopen dicht te doen. Hij voelde zich als een puber die zijn eigen lichaam niet onder controle had. Het was gewoon krankzinnig. Alsof hij nog nooit een naakte vrouw in huis had gehad!
Het medicijnkastje was goed voorzien, nog een erfenis van zijn moeder. Hij haalde er van alles uit: watten, ontsmettingsalcohol, verbandgaas en een blikje zalf dat waarschijnlijk net zo oud was als zijn moeder. Vervolgens legde hij kussens en dekens bij de haard, waar hij zijn eerstehulppost inrichtte. De verwarming maakte weer een vreemd, bonkend geluid. Daar zou hij naar moeten laten kijken. Hij legde een paar grote blokken op het vuur, zodat de kamer werd gehuld in het warme, gouden licht van de vlammen. Het was echter nog niets vergeleken bij het vuur dat in hem bulderde. Voor deze ene keer zou hij zijn onrustige hormonen echter negeren en zich netjes gedragen.
Toen hij zich omdraaide, kwam ze net de lange, open trap af, gehuld in zijn oude badjas, die bij elke stap iets uiteen week zodat haar fraaigevormde kuiten zichtbaar werden en soms een glimp van een stevige, gladde dij.
Haar natte haar glinsterde, en dankzij de warme douche lag er een blos op haar wangen. Ze liep langzaam, bijna aarzelend. Het leek wel alsof het water haar verdedigingsmechanismen had weggespoeld. Voor het eerst las hij een zekere kwetsbaarheid in haar schitterende, bruine ogen.
Bij het zien van zijn arsenaal medische hulpmiddelen, schudde ze haar hoofd en maakte een afwerend gebaar. ‘Volgens mij heb ik al het vuil eruit gewassen. Dat is echt niet nodig.’
‘Je kunt kiezen: of ik maak je verwondingen schoon, of ik breng je naar het ziekenhuis.’
Ze fronste haar wenkbrauwen.
‘Wees nou verstandig. Dat prikkeldraad was een en al roest. Wanneer heb je voor het laatst een tetanusinjectie gehad?’
‘O, die is ongetwijfeld nog geldig. Bij het Bureau worden we elke drie jaar ingeënt, of het nou nodig is of niet. Ik waardeer je inspanningen, Morrelli, maar je hoeft je over mij echt geen zorgen te maken.’
Hij draaide de dop van de alcohol, legde wattenbolletjes op een rij en wees naar de voetenbank voor hem. ‘Ga zitten.’
Hij dacht dat ze weer zou weigeren, maar misschien was ze te moe om zich te verzetten. Want ze ging zitten, maakte de ceintuur van de badjas los, aarzelde even en liet de jas toen van haar schouder glijden, waarbij ze hem strak tegen haar borsten drukte.
Onmiddellijk was hij afgeleid door haar gladde, roomblanke huid, de beginnende welving van haar borsten, haar slanke hals, de frisse geur van haar donkere haar en haar huid. Hij werd helemaal licht in zijn hoofd, en zijn lichaam verried zijn opwinding. Hoe kon hij haar aanraken zonder meer te willen? Allemachtig, wat was hij stom bezig! Hij moest zich concentreren en voor één keer in zijn leven geen acht slaan op zijn hormonen.
Haar prachtige huid werd verminkt door een stuk of vijf, zes bloederige, driehoekige verwondingen, die van haar schouderblad naar haar arm liepen. Sommige waren diep en bloedden nog steeds. Op één plek was de huid helemaal opengescheurd.
Hij bette de eerste wond met een in alcohol gedrenkt wattenbolletje. Hoewel ze ineenkromp van pijn, gaf ze geen kik.
‘Gaat het goed met je?’
‘Prima. Laten we, alsjeblieft, zorgen dat we het zo snel mogelijk achter de rug hebben.’
Hoe voorzichtig hij haar verwondingen ook behandelde, onder elke aanraking kromp ze ineen. Hij maakte de wonden een voor een schoon, waarna hij er een pleister of verbandgaas op deed.
Toen hij eindelijk klaar was, streelde hij langzaam met zijn hand over haar schouder en haar arm, iets wat hij dolgraag met zijn mond had willen doen. Hij voelde dat er een lichte huivering door haar heen ging. Ze rechtte haar rug, alsof haar lichaam haar waarschuwde dat er gevaar dreigde, of misschien als reactie op de spanning die onmiddellijk weer tussen hen vonkte. Even liet hij zijn hand op haar arm rusten, genietend van haar zijdezachte huid. Toen hees hij voorzichtig en met tegenzin de badjas over haar schouder om haar prachtige, gehavende huid te bedekken. Ze aarzelde alsof het gebaar haar verraste, alsof ze meer had verwacht. Toen trok ze de badjas dichter om zich heen en haalde ze de ceintuur wat strakker aan.
‘Bedankt.’ Ze keek hem niet aan.
‘Het duurt nog uren voordat het licht wordt. Dus ik dacht dat we misschien konden proberen wat uit te rusten bij het vuur. Kan ik iets voor je inschenken… warme chocolademelk, cognac?’
‘Cognac lijkt me heerlijk.’ Ze stond op van de voetenbank en ging op het kleed voor het vuur zitten. Uitgeput leunde ze tegen een stapel kussens, met de badjas om haar welgevormde benen.
‘Wil je ook iets eten?’
‘Nee, dank je.’
‘Weet je het zeker? Ik kan wat soep maken, of een boterham.’
Met een glimlach keek ze naar hem op. ‘Waarom probeer je toch voortdurend me aan het eten te krijgen, Morrelli?’
‘Waarschijnlijk omdat de dingen die ik echt graag met je zou willen doen, niet mogen.’
Haar glimlach verdween terwijl hij haar in haar ogen keek. Er verscheen een blos op haar wangen. Zijn gedrag grensde aan het ongepaste, maar het enige waaraan hij kon denken, was de vraag of zij net zo opgewonden was als hij. Ten slotte wendde ze haar hoofd af, en hij trok zich snel terug in de keuken nu zijn benen hem nog wilden gehoorzamen.