Hoofdstuk 6

 

 

 

Zaterdag, 6 oktober

 

Nick zette zijn tanden op elkaar en slikte de slok sterke, koude koffie door. Waarom verbaasde het hem dat die koud net zo bitter smaakte als heet? Het herinnerde hem eraan dat hij een gruwelijke hekel had aan het spul, maar toch schonk hij zichzelf nog een kop in.

Misschien was het niet zozeer de smaak die zijn weerzin opriep, als wel de associatie die ermee verbonden was. Koffie herinnerde hem aan de lange nachten waarin hij boven zijn boeken had gezeten tijdens zijn rechtenstudie. Maar ook aan de martelende reis naar het sterfbed van zijn grootvader. Een reis die hij had gemaakt omdat zijn grootmoeder hem had gesmeekt te komen. Een reis die noodzakelijk was geweest omdat Nicks vader, Antonio, had geweigerd aan het sterfbed van de oude man te verschijnen. Zelfs toen al had Nick de reis gezien als een voorteken van zijn eigen relatie met zijn vader. Hij vroeg zich af of zijn vader de ironie van de situatie zou beseffen, wanneer het stervensuur van de grote Antonio Morrelli was aangebroken en zijn eigen zoon zou weigeren afscheid van hem te komen nemen.

De associatie had nog altijd een ontmoedigende uitwerking op Nick. Het krachtige aroma van koffie herinnerde hem aan het gerimpelde, grauwe gezicht van zijn grootvader en aan de lakens vol met urinevlekken. Maar van nu af aan zou de geur van koffie hem voorgoed doen denken aan de gekwelde kreten van een moeder die in een zwaar verminkt lichaam haar zoon herkende. De vervanging was nauwelijks een vooruitgang te noemen.

Nick dacht terug aan zijn eerste ontmoeting met Laura Alverez, afgelopen zondagavond. Jezus, dat was nog geen week geleden! Danny werd al bijna twaalf uur vermist toen Nick zijn weekendje vissen had afgebroken om haar zelf te ondervragen. Aanvankelijk was ook hij ervan overtuigd geweest dat het ging om een simpel voogdijgeschil. Dat Laura Alverez de zoveelste vrouw was die haar zoon gebruikte om haar echtgenoot te laten boeten, of om hem terug te krijgen. Tot hij haar had leren kennen…

Laura Alverez was een grote vrouw, misschien wat te zwaar maar met een weelderig figuur. Met haar lange, donkere haar en haar rookgrijze ogen zag ze er jonger uit dan haar vijfenveertig jaar. Haar verschijning had iets statigs. Iets waardoor ze een indruk opriep van een ‘rots in de branding’.

Ondanks haar postuur had ze die avond met gracieuze bewegingen van het aanrecht naar de kast gelopen om de afwas weg te bergen, waarbij ze kalm en beheerst antwoord op zijn vragen had gegeven. Veel te kalm. Het had tien, misschien zelfs vijftien minuten geduurd voordat hij had beseft dat ze voor elk kopje en elk bord dat ze in de kast had gezet een schoon exemplaar mee terug naar het aanrecht had genomen. Toen was hem ook pas opgevallen dat ze haar trui binnenstebuiten had gedragen en dat ze twee verschillende schoenen aan had gehad. Ze had in een soort shock verkeerd, gemaskeerd door een kalmte die Nick eerder griezelig dan geruststellend had gevonden.

Die schijn van kalmte had ze de hele week weten op te houden. Ze had zich inderdaad gepresenteerd als een rots in de branding en koffie gezet en broodjes gebakken voor de politiemannen die dagelijks haar kleine huis hadden gevuld. Als ze enige emotie had getoond, zou het hem misschien niet zo zwaar zijn gevallen toen hij diezelfde statige vrouw nog geen week later op de koude, harde grond van het mortuarium van het ziekenhuis in elkaar had zien zakken. Haar kreten hadden de stilte in de steriele gangen verscheurd. Nick had het geluid herkend als de wanhopige kreet van een gewond dier. Geen vrouw zou met iets dergelijks moeten worden geconfronteerd – en zeker niet in haar eentje, zoals Laura Alverez. Hij wenste dat ze haar ex inmiddels hadden gevonden, al was het maar om hem volledig in elkaar te timmeren.

‘Morrelli.’ Zonder kloppen kwam Bob Weston Nicks kantoor binnen. Hij liet zich in de stoel tegenover het bureau vallen. ‘Je moet naar huis, om te douchen en andere kleren aan te trekken. Je stinkt.’

Terwijl Weston uitgeput in zijn ogen wreef, besefte Nick dat hij slechts een feit constateerde en het niet hatelijk bedoelde.

‘Hoe zit het met de ex?’

Weston keek op en schudde zijn hoofd. ‘Ik ben zelf vader, Nick. Hoe giftig hij ook mag zijn op zijn vrouw, ik kan me niet voorstellen dat een vader zijn kind zoiets zou aandoen.’

‘Waar moeten we dan beginnen met ons onderzoek?’ Hij moest wel doodmoe zijn, besefte Nick. Anders zou hij liever zijn hoed hebben opgevreten dan Weston om advies vragen.

‘Ik zou beginnen met het aanleggen van een lijst met seksuele delinquenten, pedofielen en handelaars in kinderporno en hun klanten.’

‘Dat zou wel eens een erg lange lijst kunnen worden.’

‘Sorry dat ik je stoor, Nick.’ Lucy Burton stak haar hoofd om de deur. ‘Alle vier de plaatselijke televisiestations en de twee uit Lincoln zijn er met een cameraploeg. En alle kranten en radiostations hebben ook mensen gestuurd. Ze eisen een verklaring of een persconferentie.’

‘Shit,’ mompelde Nick. ‘Bedankt, Lucy.’ Hij zag dat Weston zich omdraaide om Lucy’s lange benen na te kijken. Nu ze zo in het nieuws waren, moest hij misschien toch eens met haar praten over die korte rokken en die hoge naaldhakken. Wel jammer, trouwens. Ze had schitterende benen, die ze door haar manier van lopen volledig tot hun recht wist te laten komen.

‘We hebben de pers de hele week op een afstand gehouden.’ Nick richtte zich weer tot Weston. ‘Ik ben bang dat we de confrontatie niet langer kunnen uitstellen.’

‘Helemaal mee eens. Je moet met ze praten.’

‘Ik? Waarom moet ik dat doen? Ik dacht dat jij de deskundige was.’

‘Toen we nog dachten dat het om een ontvoering ging, ja. Nu is het moord, Morrelli. Het spijt me, maar dit zul je zelf moeten opknappen.’

Nick liet zich achterovervallen, legde zijn hoofd tegen de leren rugleuning en draaide zijn stoel heen en weer. Dit kon niet waar zijn. Straks werd hij gewoon wakker, met Angie Clark naast zich. Jezus, dat was pas de vorige avond geweest. Inmiddels leek het een vorig leven.

‘Luister eens, Morrelli.’ Westons stem klonk zacht, en er sprak duidelijk medeleven uit.

Nick keek hem wantrouwend aan.

‘Ik heb eens nagedacht. Gezien de hele situatie – onder andere het feit dat het om een kind gaat – is het misschien verstandig dat ik de hulp inroep van iemand die een profiel van de dader zou kunnen opstellen.’

‘Wat bedoel je?’

‘Het is misschien nog te vroeg voor parallellen met de zaak Jeffreys, maar zodra het publiek dat verband legt, wordt het hier een gekkenhuis.’

‘Een gekkenhuis?’ Gekkenhuizen hadden geen onderdeel uitgemaakt van zijn opleiding. Nick slikte de smerige smaak in zijn mond weg. Ineens voelde hij zich weer misselijk. Hij kon het bloed van Danny Alverez nog ruiken. Zijn spijkerbroek was ermee doordrenkt.

‘Bij de FBI hebben we deskundigen die een psychologisch profiel van de dader kunnen opstellen, waardoor je doelgroep aanzienlijk kleiner wordt. Dankzij zo’n profiel krijg je althans enig idee waar je die klootzak moet zoeken.’

‘Ja, dat zou inderdaad een enorme steun zijn.’ Nick probeerde zijn stem vast te laten klinken, want hij wilde niet dat Weston in de gaten kreeg hoe wanhopig hij zich voelde. Dit was niet het moment om zijn zwakte te onthullen, ook al had Weston zich dan plotseling medelevend getoond.

‘Ik heb veel goeds gehoord over een zekere O’Dell, Special Agent en expert als het gaat om het maken van moordenaarsprofielen. Tot zelfs hun schoenmaat. Ik zou Quantico kunnen bellen, als je wilt.’

‘Hoe snel denk je dat ze iemand hier kunnen hebben?’

‘Laat Tillie in elk geval wachten met zijn autopsie. Ik ga meteen bellen om te zien of ze maandagochtend al iemand kunnen sturen. Misschien zelfs O’Dell.’ Weston stond op, plotseling vervuld van nieuwe energie.

Ook Nick kwam overeind, verrast dat zijn knieën in staat waren hem te dragen.

In de deuropening botste Weston bijna tegen hulpsheriff Hal Langston op. ‘Ik dacht dat jullie wel geïnteresseerd zouden zijn in de ochtendeditie van de Omaha Journal.’ Hal vouwde de krant open en hield deze omhoog. In vette letters stond er: KINDERMOORD ROEPT HERINNERINGEN OP AAN ZAAK JEFFREYS.

‘Wel verdomme!’ Weston griste de krant uit Hals handen en begon hardop te lezen.

 

Gisteravond werd langs de Platte River, ter hoogte van Old Church Road, het lichaam van een vermoorde jongen gevonden. Volgens de eerste rapporten is het nog niet geïdentificeerde slachtoffer door messteken om het leven gebracht. Een hulpsheriff ter plaatse, die anoniem wenst te blijven, verklaarde dat het slachtoffer eruitzag ‘alsof de klootzak hem van onder tot boven had opengesneden’. Gapende borstwonden waren het handelsmerk van Ronald Jeffreys, de seriemoordenaar die in juli van dit jaar de dood vond op de elektrische stoel. Het wachten is nog op een officiële politieverklaring ten aanzien van de identiteit van het slachtoffer en de doodsoorzaak.

 

‘Jezus!’ snauwde Nick, terwijl het gevoel van misselijkheid zich verspreidde door zijn hele lichaam.

‘Verdomme, Morrelli. Je had je mannen een spreekverbod moeten opleggen.’

‘Dat is nog niet alles,’ zei Hal met een blik op Nick. ‘Het verhaal is geschreven door Christine Hamilton.’

‘Wie is Christine Hamilton?’ Weston keek van Hal naar Nick. ‘Ga me nou alsjeblieft niet vertellen dat het een van die vrouwen is met wie je het bed in duikt.’

Verslagen liet Nick zich weer in zijn stoel vallen. Hoe kon ze hem dit aandoen? Zonder zelfs maar een poging te doen hem te waarschuwen? De twee mannen staarden hem aan, Weston wachtend op zijn antwoord.

‘Nee,’ zei Nick langzaam. ‘Christine Hamilton is mijn zus.’

Duister kwaad
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html