Hoofdstuk 33

 

 

 

Het forensisch team werkte snel, omdat ze werden bedreigd door een nieuwe vijand. De sneeuw viel in dichte, grote vlokken, bedekte bladeren en takken, plakte aan het gras en begroef waardevol bewijsmateriaal.

Maggie en Nick stonden dicht naast elkaar bij de rij bomen, enigszins beschut tegen de genadeloze wind. Maggie was verbijsterd door de plotseling ingevallen kou. Ze begroef haar handen diep in de zakken van haar jasje en probeerde de foto niet te kreuken die ze van Timmy had geleend. Samen met Nick keek ze zwijgend toe, terwijl ze wachtten tot Hal hun een deken en een jack kwam brengen. Ze stonden zo dicht naast elkaar, dat Nicks schouder langs de hare streek. Ze voelde zijn adem in haar hals en vond het een geruststellende gedachte dat ze nog iets voelde, ondanks haar verdoofdheid.

‘Misschien moeten we gewoon teruggaan.’ Het was zo koud, dat zijn adem zichtbaar was. ‘We kunnen hier toch niets meer doen.’ Hij wreef over zijn armen en verplaatste zijn gewicht van zijn ene naar zijn andere voet.

‘Wil je dat ik met je meega naar Michelle Tanner?’ vroeg ze, terwijl ze de kraag van haar jasje opzette. Het hielp niet. De kou had bezit genomen van elke centimeter van haar lichaam.

‘Je moet eerlijk zeggen of je het laf van me vindt.’ Even aarzelde hij, voor hij vervolgde: ‘Ik wacht liever tot morgenochtend. Niet alleen omdat ik haar dan niet midden in de nacht hoef wakker te maken. Waarschijnlijk heeft ze sinds zondag toch al niet meer geslapen. Maar het kan wel even duren voordat ze hem hebben overgebracht naar het mortuarium. En hoe pijnlijk het ook is, ze zal hem willen zien. Laura Alverez stond er ook op Danny zelf te identificeren. Ze wilde me niet geloven tot ze hem zelf had gezien.’ Zijn ogen waren waterig blauw, door de wind en de herinnering.

‘Nee, dat is niet laf. Het klinkt heel redelijk. Bovendien heeft ze morgenochtend misschien meer mensen om zich heen op wie ze kan steunen. En je hebt gelijk. Tegen de tijd dat ze hier klaar zijn, is het al bijna ochtend.’

‘Ik zal tegen de jongens zeggen dat we gaan.’

Hij wilde al naar het forensisch team lopen, toen Maggie iets zag en hem bij zijn arm greep. Op nauwelijks vijf meter achter Nick liep een spoor van voetafdrukken – blote voetafdrukken, vers in de sneeuw.

‘Nick, wacht,’ fluisterde ze op dringende toon. ‘Hij is hier.’ Het hart bonsde haar in de oren. Waarom had ze daar niet eerder aan gedacht? Natuurlijk, het was zo logisch als wat.

‘Waar heb je het over?’

‘De moordenaar. Hij is hier.’ Ze hield zijn arm vast en begroef haar nagels in het spijkerjack om te zorgen dat hij bleef staan en om haar eigen zenuwen onder controle te krijgen. Haar ogen zochten het gebied af, terwijl ze probeerde doodstil te blijven staan, zodat de moordenaar niet zou merken dat ze hem in de gaten had.

‘Kun je hem zien?’

‘Nee, maar hij is hier.’ Ze keek aandachtig om zich heen, om zich ervan te overtuigen dat hij niet binnen gehoorafstand was. ‘Probeer kalm te blijven en zacht te praten. Het zou kunnen zijn dat hij naar ons kijkt.’

‘O’Dell, volgens mij is de kou in je hersens geslagen.’ Nick keek haar aan alsof hij dacht dat ze gek was geworden. Desondanks deed hij wat ze zei en hield zijn stem gedempt. ‘Er lopen hier meer dan vijfentwintig hulpsheriffs en politiemensen rond. Het hele gebied is afgezet.’

‘Recht achter je, naast die boom met die grote kwast… Daar loopt een spoor van voetafdrukken, afdrukken van blote voeten in de sneeuw.’

‘Jezus.’ Na een haastige blik keek hij haar weer aan. ‘Met deze zware sneeuwval moeten ze wel heel recent zijn. Niet meer dan een paar minuten oud. Dus die klootzak was vlak achter ons. Wat doen we nou?’

‘Jij blijft hier. Om op Hal te wachten. Ik loop het pad op, alsof ik terugga naar de auto’s. Hij moet nog binnen het bereik van je mensen zijn. Misschien kan ik hem van bovenaf zien.’

‘Ik ga met je mee.’

‘Nee, dat ziet hij meteen. Wacht jij maar op Hal. Ik heb jullie nodig als rugdekking. Blijf kalm en probeer niet te veel om je heen te kijken.’

‘Hoe weten we waar je bent?’

‘Dat laat ik je op de een of andere manier wel weten.’ Ze praatte zo kalm en rustig mogelijk, hoewel de adrenaline begon te stromen. ‘Ik zal een schot in de lucht lossen. Zorg alleen dat ik niet door een van je mannen word neergeschoten.’

‘Alsof ik daar iets tegen zou kunnen doen.’

‘Ik maak geen grapje, Morrelli.’

‘Ik ook niet.’

Ze keek naar hem op. Hij was inderdaad serieus, en ze besefte dat het wel eens erg stom zou kunnen zijn rond te sluipen in een bos vol gewapende politiemensen. Maar als de moordenaar nog steeds in het gebied was, mocht ze niet aarzelen. En hij wás er. Hij keek naar hen. Dat voelde ze. Dit maakte deel uit van zijn ritueel.

Langzaam begon ze het pad op te lopen. De sneeuw plakte aan haar platte, leren zolen en maakte de klim nog glibberiger. Ze greep zich vast aan takken en boomwortels. Binnen enkele minuten was ze buiten adem. De adrenaline pompte door haar aderen en dreef haar verdoofde lichaam voort.

Een tak knapte af onder haar handen, zodat ze begon te glijden. Weinig zachtzinnig kwam ze tot stilstand doordat ze met haar heup tegen een boom botste. Haar handen waren rauw van de kou, maar ze krabbelde overeind en begroef haar vingers in de bast. Ze was bijna bij het eind van de afzetting; ze kon het politietape al horen klapperen. Net boven zich hoorde ze stemmen.

De grond werd eindelijk vlak genoeg om zich zonder hulp te kunnen oprichten. Ze verliet het pad en liep het dichte struikgewas in. Vandaar kon ze Nick bij de rij bomen zien staan. Hal voegde zich net bij hem. Tussen de bomen en de rivier deed het forensisch team zo snel mogelijk zijn werk en vulde, over het kleine lichaam gebogen, plastic zakjes met bewijsmateriaal. Achter hen, voorbij de lisdodden en het hoge gras, kon ze het zwarte water van de rivier kolkend langs zien stromen.

Een klein stukje beneden haar bewoog iets tussen de bomen. Ze verstijfde en spitste haar oren. De koude lucht deed pijn aan haar longen. Had ze echt iets zien bewegen of had ze het zich maar verbeeld?

Nauwelijks dertig meter beneden haar knapte een twijg. Toen zag ze hem. Hij stond tegen een boom gedrukt. In de schaduw van de schijnwerpers smolt hij bijna weg tegen de achtergrond. Een lange, magere gestalte met een donker hoofd en blote voeten. Ze had gelijk gehad. Hij stond te kijken naar wat het forensisch team deed. Voorzichtig bewoog hij van boom naar boom, een ineengedoken gestalte, soepel als een dier dat zijn prooi besloop. Zo maakte hij een omtrekkende beweging rond de plek van het misdrijf. Blijkbaar stond hij op het punt te vertrekken!

Maggie kroop door het struikgewas. In haar haast knarsten de sneeuw en de bladeren onder haar voeten. Brekende takken veroorzaakten explosies van geluid, maar er was niemand die het hoorde. Ook de schaduw niet, die zich snel en geruisloos in de richting van de rivier bewoog.

Haar hart sloeg tegen haar ribben, en haar hand beefde toen ze haar revolver tevoorschijn haalde. Het kwam door de kou, hield ze zich voor. Ze was de situatie meester. Ze kon het.

Zonder hem uit het oog te verliezen volgde ze hem. Twijgen sloegen in haar gezicht; takken prikten in haar benen. Ze viel en stootte haar dij tegen een rotsblok. Elke keer dat hij bleef staan, kwam ze tot stilstand door zich tegen een boom te laten glijden, in de hoop dat hij haar niet zou zien in de schaduwen.

Inmiddels waren ze op vlak terrein, aan de rand van het bos. Het forensisch team bevond zich achter hen. Ze hoorde de mannen naar elkaar roepen. Gebruikmakend van de bomen als dekking, naderde hij het eind van de afzetting. Plotseling bleef hij opnieuw staan en keek hij over zijn schouder, haar kant uit. Ze schoot haastig weg achter een boom en duwde zich tegen de koude, ruwe bast. Ze hield haar adem in. Had hij haar gezien? Ze hoopte dat het bonzen van haar hart haar niet zou verraden. De wind blies om haar heen en veroorzaakte een spookachtig gekreun. De rivier was zo dichtbij, dat ze het kolkende water kon horen en het schimmelende verval kon ruiken dat het meedroeg.

Ze gluurde achter de boomstam vandaan. Hij was verdwenen. Ze spitste haar oren, maar hoorde alleen de stemmen achter zich. Voor haar heerste doodse stilte. Stilte en duisternis, tot ruim voorbij het bereik van de schijnwerpers.

Er waren slechts enkele seconden verstreken. Hij kon niet weg zijn. Ze kwam achter de boom vandaan en spande haar ogen tot het uiterste in om te kunnen zien in de duisternis. Ze zag beweging en richtte haar revolver, met haar armen gestrekt. Het was maar een tak die bewoog in de wind. Maar verborg zich daarachter ook iemand? Ondanks de kou stond het zweet in haar handen. Langzaam en voorzichtig liep ze verder, dicht langs de bomen die tot vlak bij het water groeiden. Onder haar voeten verdwenen de lisdodden en het gras. Er was niets meer dat het bos scheidde van de steile rivieroever. Beneden haar was het zwarte, snelstromende water bespikkeld met griezelige vormen en schaduwen die op de golven werden meegevoerd.

Plotseling hoorde ze een tak afbreken. Hij begon te rennen; ze hoorde het geluid van het gras dat langs zijn benen streek. Toen zag ze hem. Ze keerde zich naar het geluid van krakende takken, draaide zich om en vuurde een waarschuwingsschot in de lucht, net toen hij uit het struikgewas tevoorschijn kwam: een reusachtige, zwarte schaduw, die recht op haar af stormde. Ze richtte haar revolver, maar voordat ze de trekker kon overhalen, had hij haar al bereikt en gaf hij haar een harde duw, zodat ze samen in de rivier vielen.

Het koude water teisterde haar lichaam als duizenden slangenbeten. Ze hield krampachtig haar revolver vast en hief haar arm op om te vuren op de drijvende, zwarte massa op nog geen meter bij haar vandaan. Een scheut van pijn schoot door haar schouder. Ze draaide zich om en probeerde het nog eens. Deze keer voelde ze metaal in haar vlees steken. Pas toen besefte ze dat ze op een berg wrakhout was gevallen, die voorkwam dat ze werd meegesleurd door de stroming. Er was iets wat zich in haar schouder boorde. Ze probeerde zich los te rukken, maar het stak alleen maar dieper. Haar vlees scheurde, en er droop bloed uit haar mouw op haar hand.

Boven zich hoorde ze stemmen en rennende voeten, die abrupt tot stilstand kwamen. Een stuk of vijf, zes zaklantaarns schenen over de rand en verblindden haar. Bij het licht daarvan draaide ze zich opnieuw om, ondanks de pijn, maar zover als het oog reikte, lag de rivier er verlaten bij.

Hij was verdwenen.

Duister kwaad
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html