Hoofdstuk 100

 

 

 

Zodra ze uit de lift stapten, zag Timmy het bord met VERBODEN TOEGANG – UITSLUITEND TOEGANKELIJK VOOR ZIEKENHUISPERSONEEL.

Father Keller leek het bord niet eens te zien. Zonder aarzelen liep hij de gang in, alsof hij al talloze malen hier beneden was geweest.

Ondanks zijn pijnlijke enkel probeerde Timmy hem bij te houden. Hij was bijna nog pijnlijker nu de dokter er zo’n dikke laag elastisch verband omheen had gedaan. Het zat zo strak, dat hij bijna zeker wist dat hij er nog meer blauwe plekken van zou krijgen.

‘Wat is er met je been gebeurd?’

‘O, ik denk dat ik mijn enkel heb verzwikt. Gisteravond in het bos.’

Timmy wilde er niet meer aan denken. Elke keer wanneer hij er toch aan dacht, voelde hij weer die afschuwelijke knoop in zijn maag.

‘Je hebt heel wat doorgemaakt, hè?’ De geestelijke bleef staan en klopte Timmy op zijn hoofd. ‘Wil je erover praten?’

‘Nee, niet echt,’ antwoordde Timmy zonder op te kijken. In plaats daarvan keek hij naar zijn splinternieuwe Nikes. Air Nikes nog wel! De allerduurste. Hij had ze die ochtend van oom Nick gekregen.

Father Keller drong niet verder aan, anders dan de meeste volwassenen die maar doorgingen met vragen stellen. Daar werd Timmy zo langzamerhand een beetje moe van. Iedereen – hulpsheriff Hall, de verslaggevers, de dokter, oom Nick, opa – wilde weten wat hij kon vertellen over de kleine kamer, de onbekende man, de manier waarop hij was ontsnapt. Hij wilde er gewoon niet meer aan denken.

Even later duwde Father Keller een deur open en deed het licht aan. Terwijl de tl-buizen een voor een aangingen, werd het reusachtige vertrek overspoeld door licht.

‘Wauw, het lijkt echt op de The X-Files,’ zei Timmy, terwijl zijn blik over de blinkend schone werkbladen ging. Ze waren van roestvrijstaal, net als de tafel in het midden. Zijn blik gleed naar de verzameling merkwaardige gereedschappen die keurig op metalen bladen waren geschikt. Toen zag hij de laden, naast elkaar in de muur tegenover hem. ‘Is dat…’ Hij stak zijn hand uit om te wijzen. ‘Is dat waar ze de dode mensen in bewaren?’

‘Ja,’ antwoordde Father Keller, maar hij leek er met zijn gedachten niet bij. Zorgvuldig zette hij de plunjezak op de roestvrijstalen tafel.

‘Zit Father Francis in een van die laden?’ fluisterde Timmy, maar ineens voelde hij zich een beetje belachelijk. Er was hier tenslotte niemand die hem kon horen.

‘Ja, tenzij ze zijn lichaam al hebben opgehaald.’

‘Opgehaald?’

‘Misschien heeft de begrafenisondernemer Father Francis al opgepikt en naar het vliegveld gebracht.’

‘Naar het vliegveld?’ Timmy begreep er niets van. Nog nooit had hij gehoord dat dode mensen het vliegtuig namen.

‘Ja, ik heb je toch verteld dat ik Father Francis naar zijn laatste rustplaats ging brengen?’

‘O, natuurlijk.’ Timmy liet zijn blik weer over de werkbladen gaan en deed een stap dichterbij om de instrumenten beter te kunnen bekijken. Het liefst had hij ze aangeraakt, maar hij hield zijn armen keurig langs zijn zij. Sommige waren scherp, sommige lang en smal en met een kartelrand. Eentje zag eruit als een soort miniatuurkettingzaag. Hij had nog nooit zulke dingen gezien en probeerde zich voor te stellen waarvoor ze dienden.

‘Ik hoorde dat je vader weer in de stad is.’ Roerloos en enigszins stijfjes stond Father Keller naast de tafel.

‘Ja, ik hoop dat hij blijft,’ zei Timmy met slechts een half oog op de geestelijke. Hij was veel meer geïnteresseerd in de geheimzinnige flesjes en reageerbuizen. Er stond zelfs een microscoop. Misschien kon hij er eentje voor zijn verjaardag vragen.

‘Echt waar? Zou je dat echt graag willen?’

‘Ja, ik geloof het wel.’

‘Was hij dan nooit gemeen tegen je?’

Timmy keek Father Keller aan. De vraag verraste hem, en hij begreep niet goed wat Father Keller bedoelde. Die opende echter de plunjezak en had alleen nog maar oog voor de inhoud daarvan.

‘Hoe bedoelt u?’ vroeg Timmy ten slotte.

‘Heeft hij je nooit pijn gedaan?’ vroeg Father Keller zonder op te kijken. ‘Deed hij nooit akelige dingen met je?’

Timmy wist niet goed wat hij zich daarbij moest voorstellen. ‘Mijn vader was meestal aardig tegen me, maar soms mopperde hij ook wel eens.’

‘En al die blauwe plekken? Hoe kom je daaraan?’ vroeg Father Keller, nog altijd rommelend in de plunjezak.

Timmy voelde dat zijn gezicht begon te gloeien van verlegenheid. Gelukkig keek Father Keller niet op. ‘O, die krijg ik nou eenmaal heel gauw. De meeste zijn van het voetballen. Van het voetballen en van Chad Calloway.’

‘Waarom heeft je moeder hem dan weggestuurd?’

Father Kellers stem verraste Timmy. Hij klonk ineens zacht, met een ondertoon van woede, terwijl hij zijn blik nog altijd op de inhoud van de tas gericht hield.

Timmy wilde Father Keller niet boos maken. Bij het horen van het gerinkel van metaal, vroeg hij zich af wat Father Keller in de tas had zitten.

‘Dat weet ik eigenlijk niet. Volgens mij had het iets te maken met een dellerige receptioniste met grote borsten.’ Timmy probeerde de formulering te gebruiken waarop hij zijn moeder had betrapt toen ze had gedacht dat hij het niet hoorde.

Deze keer keek Father Keller wel op, maar de doordringende blik van zijn blauwe ogen bezorgde Timmy koude rillingen. Meestal stonden de ogen van Father Keller vriendelijk en warm, maar nu… die ogen… Nee, dat kon niet! Timmy’s maag kwam in opstand. Hij voelde zich misselijk en kreeg een zure smaak in zijn mond. Uit alle macht verzette hij zich tegen de drang over te geven. Zijn vingers begonnen te beven. Hij voelde zich plotseling duizelig.

‘Timmy, voel je je wel goed?’ Plotseling stonden de koude ogen van Father Keller weer warm en bezorgd. ‘Het spijt me als ik je van streek heb gemaakt.’

De paniek ebde weg, maar bleef als een loden last op zijn maag liggen. Hij bleef naar Father Kellers ogen kijken, als het ware gehypnotiseerd door de dramatische verandering daarin. Of had hij het zich allemaal verbeeld?

‘Wat denk je, Timmy,’ zei Father Keller zacht. ‘Komen je vader en moeder weer bij elkaar? Denk je dat jullie uiteindelijk weer een echt gezin zullen vormen?’

Timmy slikte krampachtig om de vieze smaak en het akelige gevoel kwijt te raken. Zijn buik bleef echter onrustig. Misschien kwam het doordat hij een hele Bounty op zijn lege maag had gegeten. ‘Ik hoop het,’ zei hij. ‘Want ik mis mijn vader. We gingen soms kamperen samen. Dan liet hij me zelf het aas aan mijn haak doen. En dan praatten we en zo. Dat was best gaaf. Behalve dan dat mijn vader absoluut niet kan koken.’

Glimlachend keek Father Keller hem aan. Vervolgens maakte hij de plunjezak weer dicht.

‘O, zijn jullie hier?’ Opa Morrelli kwam het mortuarium binnen. Zowel Timmy als Father Keller schrok. ‘Zuster Richards dacht dat ze de lift naar beneden had zien gaan. Wat doen jullie hier?’

Zijn grootvader keek hem glimlachend aan. Hij bleef in de deuropening staan en hield de deur open. Hij had zijn handen vol met zakken van de broodjeszaak. Ondanks de overweldigende geur van ontsmettingsvloeistof die er in het mortuarium hing, rook Timmy salami, azijn en ui.

‘Father Keller komt Father Francis halen om met hem op reis te gaan.’ Hij keek naar het gezicht van de geestelijke en zag tot zijn geruststelling dat die nog altijd glimlachte. Toen zei hij tegen zijn grootvader: ‘Is het niet net The X-Files?’

Duister kwaad
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html