Hoofdstuk 95

 

 

 

Nick ontsnapte voordat het al te sentimenteel werd en hij het ook niet meer droog kon houden. Nog steeds kon hij het maar amper geloven. Toen hij de hoek om sloeg, botste hij bijna tegen zijn vader op, die haastig een stap terugdeed, bang dat hij met zijn bekertje koffie zou morsen.

‘Voorzichtig, zoon. Je mist heel wat door zo’n haast te hebben.’

Nick keek zijn vader aan en las het sarcasme en de kritiek in diens ogen, maar zijn stemming was te goed om die door zijn vader te laten bederven. Dus liep hij glimlachend om hem heen.

‘Het is Eddie niet!’ riep zijn vader hem na.

‘O nee?’ Nick bleef staan en draaide zich om. ‘Nou, deze keer zal de rechtbank daarover moeten beslissen in plaats van Antonio Morrelli.’

‘Wat bedoel je daar nu weer mee, verdomme?’

Nick deed een stap naar zijn vader toe tot hij oog in oog met hem stond.

‘Heb jij geholpen die bewijzen tegen Jeffreys in zijn kofferbak te leggen?’

‘Pas op je woorden, zoon. Ik heb helemaal niets neergelegd.’

‘Hoe heb je destijds dan de discrepanties verklaard?’

‘Wat mij betrof, waren die er niet. Ik heb gedaan wat ik moest doen om te zorgen dat die klootzak werd veroordeeld.’

‘Je hebt bewijsmateriaal genegeerd.’

‘Ik wist dat Jeffreys die jongen van Wilson had vermoord. Jij hebt hem niet gezíen. Je hebt niet gezien wat hij die jongen had laten doormaken. Jeffreys verdiende de doodstraf.’

‘Waag het niet jouw gruwelen superieur te verklaren aan de mijne.’ Nick had zijn handen tot vuisten gebald maar liet ze langs zijn lichaam hangen. ‘Ik heb deze week genoeg gezien voor een heel leven. Misschien verdiende Jeffreys de doodstraf, maar door hem ook voor de moord op Paltrow en Harper te laten veroordelen, heb je een andere moordenaar vrijuit laten gaan. Je hebt het onderzoek gesloten en de gemeenschap het gevoel gegeven dat de veiligheid was teruggekeerd.’

‘Ik heb gedaan wat ik dacht dat nodig was.’

‘Dat hoef je tegen mij niet te zeggen. Vertel dat maar aan Laura Alverez en Michelle Tanner. Vertel ze maar wat jij vond dat nodig was.’

Nick liep weg, enigszins onzeker in zijn knieën. Vreemd genoeg ontleende hij er weinig bevrediging aan dat hij tegen Antonio Morrelli kon vertellen dat hij het bij het verkeerde eind had gehad. Waarom had hij verwacht dat hij zich triomfantelijk zou voelen? Maar terwijl de hakken van zijn laarzen door de stille gang weergalmden, betrapte hij zich er toch op dat zijn houding iets rechter was geworden.

Toen hij bij het secretariaat van de afdeling bleef staan, zag hij tot zijn schrik dat de secretaresse in een zwarte cape compleet met punthoed was gehuld. Het duurde even voordat hij het oranje en zwarte crêpepapier zag en de uitgeholde pompoenen. Natuurlijk, het was vandaag Halloween. Zelfs de zon had zich laten zien en scheen eindelijk krachtig genoeg om althans iets van de sneeuw te doen wegsmelten.

Geduldig bleef hij staan wachten terwijl de secretaresse, die aan de telefoon zat, de ingrediënten van een recept opsomde. Haar blik zei hem dat ze zo bij hem kwam, maar er klonk weinig haast in haar stem.

‘Hallo, Nick.’ Sandy Kennedy kwam aanlopen, verdween achter de balie en pakte een klembord.

‘Sandy, je hebt het eindelijk voor elkaar om dagdiensten te draaien!’ Hij glimlachte naar de welgevormde brunette, terwijl hij besefte wat een stomme opmerking dat was. Waarom had hij niet gevraagd hoe het met haar ging? Waarom had hij niet gezegd dat hij haar al zo lang niet meer had gezien? Ineens vroeg hij zich af of hij in Platte City wel ergens kon komen zonder een voormalige geliefde tegen te komen.

‘Zo te horen, gaat het al een stuk beter met Christine,’ zei ze zonder op zijn stompzinnige opmerking in te gaan.

Hij probeerde zich te herinneren waarom hij nooit werk van Sandy had gemaakt. Ze was beeldschoon, maar dat gold voor alle vrouwen op wie zijn oog viel. Er was er echter niet één die zelfs maar in de schaduw kon staan van Maggie O’Dell.

‘Nick, is alles goed met je? Wat kunnen we voor je doen?’

Zowel Sandy als de secretaresse keek hem aan.

‘Ik ben op zoek naar het kamernummer van agent O’Dell?’

‘Kamer 372,’ zei de secretaresse zonder op te kijken. ‘Eind van de gang rechts. Maar misschien is ze al weg.’

‘Weg? Hoe bedoel je, weg?’

‘Ze heeft zich al laten uitschrijven en wachtte alleen nog op wat kleren. Die van haar waren behoorlijk toegetakeld toen ze gisteravond werd binnengebracht,’ legde Sandy nog uit, maar Nick was al halverwege de gang.

Zonder te kloppen, stormde hij de kamer binnen.

Maggie schrok. Ze stond voor het raam, maar drukte haastig haar rug – en de open kant van het ziekenhuisschort – tegen de muur. ‘Jezus, Morrelli, heb je nog nooit van kloppen gehoord?’

‘Sorry.’ Zijn hart kwam weer tot rust – althans, bijna. Ze zag er prachtig uit. Haar korte, donkere haar glansde weer; haar roomblanke huid had weer wat kleur, en haar ogen – die prachtige, bruine ogen – schitterden. ‘Ze zeiden dat je misschien al weg was.’

‘Ik wacht op kleren. Een van de vrijwilligers van het ziekenhuis heeft aangeboden voor me te gaan winkelen.’ Ze liep heen en weer, waarbij ze de muur als rugdekking gebruikte. ‘Ik hoop alleen niet dat ze met roze aankomt.’

‘Zei de dokter dat je al naar huis mocht?’ Hij probeerde het nonchalant te laten klinken. Verried zijn stem hoe bezorgd hij was?

‘Hij liet de beslissing aan mij over.’

Ze betrapte hem erop dat hij naar haar stond te staren, en toen hun ogen elkaar ontmoetten, hield hij haar blik vast. Het kon hem niet schelen of ze de bezorgdheid in zijn ogen las. Sterker nog, hij wílde dat ze die zou zien.

‘Hoe is het met Christine?’ vroeg ze, de betovering verbrekend.

‘De operatie is goed gegaan.’

‘En haar been?’

‘Volgens de dokter houdt ze er geen blijvende schade aan over. Ik heb Timmy net bij haar gebracht.’

Even staakte ze haar geijsbeer. De blik in haar ogen verzachtte.

‘Als ik niet beter zou weten, zou ik bijna gaan denken dat alles uiteindelijk toch nog goed is afgelopen,’ zei ze toen.

Opnieuw ontmoetten haar ogen de zijne. Deze keer glimlachte ze. Jezus, wat was ze mooi als ze lachte! Dat wilde hij tegen haar zeggen. Hij deed zijn mond al open om het te doen, toen hij zich bedacht. Had ze enig idee hoe bang hij was geweest toen hij had gedacht dat ze zonder afscheid te nemen was vertrokken? Besefte ze wel welk effect ze op hem had? Haar man en haar huwelijk konden hem gestolen worden. Hij moest het risico nemen, ongeacht wat de gevolgen waren. Hij moest haar zeggen dat hij van haar hield.

In plaats daarvan zei hij: ‘We hebben Eddie Gillick vanmorgen gearresteerd.’

Ze ging op de rand van het bed zitten en keek hem afwachtend aan.

‘En we hebben Ray Howard ook weer opgebracht voor ondervraging. Deze keer gaf hij toe dat hij de oude blauwe pick-up soms aan Eddie had geleend.’

‘Ook op de dag dat Danny verdween?’

‘Dat kon Howard zich natuurlijk weer niet herinneren, maar er is meer, veel meer. Eddie is hier in de zomer voor de eerste moorden komen werken. Het bureau Omaha had hem een aanbevelingsbrief meegegeven, maar hij had toen al drie officiële berispingen gekregen, allemaal wegens onnodig geweld tijdens arrestaties. In twee van de zaken betrof het minderjarigen. Hij heeft zelfs bij een van die kinderen een arm gebroken.’

‘En de laatste sacramenten?’

‘Eddies moeder – alleenstaand, trouwens – had twee banen om hem naar een katholieke school te kunnen sturen. Tot en met de middelbare school.’

‘Ik weet het niet, Nick.’

Ze keek niet overtuigd, maar dat verraste hem niet. Hij ging door met de rest. ‘Hij had toegang tot het bewijsmateriaal in de zaak Jeffreys en had alle kans om hem erbij te lappen. Bovendien had hij toegang tot het mortuarium. Sterker nog, hij heeft er gisterenmiddag nog foto’s opgepikt van de lijkschouwing. Dus het is heel goed mogelijk dat hij Matthews lichaam heeft meegenomen toen hij besefte dat de afdrukken van de tanden naar hem hadden kunnen leiden. Bovendien zou het hem geen enkele moeite hebben gekost om met gebruikmaking van zijn penningnummer een paar telefoontjes te plegen en informatie te krijgen over Albert Stucky.’

Daar was het weer, dat lichte trekken in haar gezicht alleen al bij het noemen van de naam van die klootzak. Hij vroeg zich af of ze zich ervan bewust was.

‘Het mortuarium is nooit op slot,’ luidde haar repliek. ‘Iedereen kon er naar binnen lopen. En veel van wat er met Stucky is gebeurd, heeft in de kranten en in de sensatiebladen gestaan.’

‘Er is nog meer.’ Dit had hij voor het laatst bewaard. Het meest bezwarende bewijsmateriaal was tevens het meest discutabele. ‘We hebben wat spullen in de achterbak van zijn auto gevonden.’ Hij wierp haar een sceptische blik toe. Een herhaling van de zaak Ronald Jeffreys? Ze dachten allebei hetzelfde.

‘Wat voor spullen?’ Nu was ze geïnteresseerd.

‘Het Halloween-masker, een paar zwarte handschoenen en een stuk touw.’

‘Waarom zou hij dat in de achterbak van zijn auto hebben laten liggen als hij wist dat we hem op het spoor waren? Helemaal als hij Jeffreys er op dezelfde manier heeft bijgelapt? Bovendien, wanneer had hij dat allemaal moeten doen?’

Nick had zich precies dezelfde vragen gesteld, maar hij wilde zo wanhopig graag dat het allemaal voorbij was.

‘Mijn vader heeft net min of meer toegegeven dat hij wist dat er met bewijsmateriaal was geknoeid.’

‘Heeft hij dat met zoveel woorden gezegd?’

‘Nee, maar hij heeft toegegeven dat hij de discrepanties heeft genegeerd.’

‘Denkt je vader dat Eddie de moordenaar zou kunnen zijn?’

‘Hij weet zeker dat Eddie het niet is, zegt hij.’

‘En dat stijft jou alleen maar in je overtuiging dat hij het wel is?’

Jezus, wat kende ze hem goed. ‘Timmy heeft een aansteker van de moordenaar gekregen. Met het wapen van het bureau van de sheriff. Het is zo’n ding dat mijn vader uitreikte bij wijze van beloning. Veel zijn het er niet geweest. Eddie is een van de misschien vijf mensen die er eentje hebben gekregen.’

‘Aanstekers raken gemakkelijk zoek.’ Ze stond op en liep langzaam naar het raam.

Deze keer was ze zo ver weg met haar gedachten, dat ze de open achterkant van het ziekenhuisschort vergat. Hoewel hij maar een klein stukje van haar rug en een deel van haar schouder kon zien, leek ze ineens zo klein en kwetsbaar. Hij stelde zich voor dat hij zijn armen om haar heen zou slaan. Dat hij uren met haar in zijn armen zou liggen, terwijl zijn handen over haar gladde huid streken en zijn vingers met haar donkere haar speelden. Het liefst zou hij in haar willen verdwalen, zonder haast, zonder tijd.

Jezus, waar kwam dat nou weer vandaan? Hij wreef in zijn ogen, zogenaamd alsof hij uitgeput was, maar in werkelijkheid om het beeld te verdringen. ‘Denk je nog steeds dat het Keller is?’ vroeg hij, maar hij wist het antwoord al.

‘Ik weet het niet. Misschien kost het me gewoon moeite toe te geven dat ik mijn scherpte begin te verliezen.’

Daar kon Nick zich alles bij voorstellen.

‘Eddie past niet in je profiel?’

‘De man in die kelder was niet zomaar iemand die af en toe doorslaat en kleine jongetjes opensnijdt. Dit was voor hem een missie. Een goed geplande, weldoordachte missie. Op de een of andere manier denk ik dat hij echt gelooft dat hij deze jongens redt.’ Ze staarde uit het raam en vermeed het hem aan te kijken.

Hij had nooit gevraagd wat er voor zijn komst in de kelder was gebeurd. De briefjes, het hele spel, de verwijzingen naar Albert Stucky – het leek allemaal te persoonlijk. Misschien kon hij niet langer van haar objectiviteit op aan.

‘Wat zegt Timmy?’ Eindelijk draaide ze zich naar hem om. ‘Kan hij Eddie identificeren?’

‘Gisteravond leek hij nogal zeker van zijn zaak, maar dat was nadat Eddie hem had opgejaagd op de rivieroever en hem uiteindelijk had gegrepen. Eddie beweert dat hij Timmy in het bos ontdekte en achter hem aan ging om hem te redden. Vanochtend gaf Timmy toe dat hij het gezicht van de man nooit heeft gezien. Maar het kan toch niet allemaal toeval zijn?’

‘Nee, het klinkt alsof je een zaak hebt.’ Ze haalde haar schouders op.

‘Maar heb ik ook een moordenaar?’

Duister kwaad
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html