Hoofdstuk 90

 

 

 

Maggie trok zich met haar handen langs de treden omhoog. Ze had een brandend gevoel in haar zij, een vuur dat steeds dieper in haar lichaam drong en ook haar maag en haar longen in brand zette. Het leek wel alsof het lemmet van het mes was afgebroken en zich een weg door haar ingewanden boorde. Jezus, ze zou hier toch inmiddels ervaring in moeten hebben. Maar terwijl ze zich in het maanlicht omhoog worstelde, maakte de aanblik van haar eigen bloed haar misselijk en licht in haar hoofd. Haar kleren waren ermee doordrenkt. De rode coltrui zag zwart van het zand en het bloed.

Toen ze haar haren van haar bezwete voorhoofd streek, zag ze dat haar hele hand onder het bloed zat. Ze trok haar jack uit, begon te trekken en scheurde een stuk uit de voering, groot genoeg om in de wond in haar zij te stoppen. Eerst wikkelde ze er brokken sneeuw in. Toen drukte ze het pakketje op de wond. Plotseling leek het alsof de sterren aan de hemel zich vermenigvuldigden. Ze kneep haar ogen dicht tegen de pijn. Toen ze ze weer opendeed, kwam er een zwarte schaduw op haar af. Hij strompelde als een dronkaard tussen de grafstenen door. Ze reikte naar haar wapen, maar haar vingers vonden slechts een lege holster. Natuurlijk. Haar revolver lag ergens in het gat.

‘Maggie?’ riep de dronkaard.

Ze herkende Nicks stem. De opluchting was zo overweldigend, dat ze misschien twee seconden haar pijn vergat.

Hij zat onder het zand en de modder, en toen hij naast haar knielde, kokhalsde ze van de lucht die hij verspreidde. Toch leunde ze tegen hem aan en was ze dankbaar voor zijn sterke armen om haar heen.

‘Jezus, Maggie. Gaat het wel goed met je?’

‘Volgens mij is het alleen een vleeswond. Heb je hem gezien? Heb je hem te pakken gekregen?’

Ze las het antwoord in zijn ogen, maar het was niet alleen teleurstelling. Het was meer.

‘Volgens mij loopt hier beneden een heel doolhof van tunnels,’ zei hij buiten adem, ‘en ik heb de verkeerde genomen.’

‘We moeten hem tegenhouden. Hij zit waarschijnlijk in de kerk. Misschien houdt hij Timmy daar gevangen.’

‘Hield.’

‘Wat?’

‘Ik heb de kamer gevonden waar hij de jongens gevangen heeft gehouden. Timmy’s jas lag er nog.’

‘Dan moeten we hem vinden.’ Ze probeerde overeind te komen, maar zakte terug in zijn armen.

‘Ik ben bang dat we te laat zijn, Maggie.’ Ze hoorde dat hij een brok in zijn keel had. ‘Er lag ook… een kussen. Het zat onder het bloed.’

Ze legde haar hoofd tegen zijn borst en luisterde naar het bonzen van zijn hart.

‘Mijn hemel, Maggie. Je bloedt verschrikkelijk. Je moet naar een ziekenhuis. Ik laat het niet gebeuren dat ik twee mensen van wie ik hou in één nacht verlies.’

Terwijl hij zich nog enigszins wankel oprichtte, hees hij haar overeind. Ze greep zich aan hem vast en ging met veel moeite rechtop staan. De pijn sloeg in vurige, verzengende golven door haar heen, als hete glasscherven die zich steeds dieper in haar vastbeten. Terwijl ze zich aan zijn arm vastklampte, vroeg ze zich af of ze het wel goed had gehoord. Had hij echt gezegd dat hij van haar hield?

‘Niet doen, Maggie. Ik draag je naar de jeep.’

‘Ik heb gezien hoe je liep, Morrelli. Dus ik probeer het zelf wel.’ Ze hees zich overeind en zette haar tanden op elkaar tegen de verscheurende pijn.

‘Hou je maar aan me vast.’

Ze waren bijna bij de jeep toen ze zich de kist herinnerde. ‘Wacht even, Nick. We moeten terug.’

Duister kwaad
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html