Hoofdstuk 79

 

 

 

Timmy verstopte zijn voeten onder de dekens en kroop zo ver mogelijk in een hoekje, terwijl de onbekende voor het bed heen en weer liep. Er was iets niet in orde. De onbekende leek van streek. Hij had nog niets gezegd sinds hij was binnengekomen. In plaats daarvan had hij zijn ski-jack op het bed gegooid en was hij gaan ijsberen.

Timmy keek zwijgend toe. Onder de dekens trok en rukte hij aan de ketting. De onbekende was vergeten de deur achter zich dicht te doen. Hij stond wijdopen, en met de tocht kwam er een geur van zand en bladaarde naar binnen. Aan de andere kant van de deur was alles zwart.

‘Wat is er met de lantaarn gebeurd?’ vroeg de onbekende plotseling. De glazen stolp lag nog op het krat.

‘Ik… Ik kreeg hem niet aan, dus ik moest het glas eraf halen. Het spijt me. Ik ben vergeten het er weer om te doen.’

De onbekende keek naar het glas en drukte het op zijn plaats zonder Timmy aan te kijken. Toen hij zich vooroverboog, zag Timmy zwart, krullend haar onder zijn masker uit steken. Richard Nixon. Dat was de naam van de dode president waarop het masker leek. Timmy had drie pogingen moeten doen om alle presidenten op te noemen, voordat hij het had geweten. Maar de blauwe ogen van Richard Nixon hadden nog altijd iets erg vertrouwds. Het zat hem in de manier waarop ze hem aankeken, vooral nu. Alsof ze zich verontschuldigden.

Plotseling greep de onbekende zijn jack en trok het weer aan.

‘Tijd om te gaan.’

‘Waarheen?’ Timmy probeerde zijn opwinding in toom te houden. Zou de onbekende hem naar huis brengen? Misschien had hij beseft dat het fout was wat hij deed. Timmy kroop uit bed, met de ketting zorgvuldig achter zijn voeten.

‘Trek je kleren uit, behalve je onderbroek.’

Dat maakte meteen een eind aan Timmy’s opwinding. Hij kreeg een brok in zijn keel. ‘Waarom moet dat?’ wist hij moeizaam uit te brengen. ‘Het is verschrikkelijk koud buiten.’

‘Ik duld geen vragen.’

‘Maar ik begrijp niet wat –’

‘Doe nou maar gewoon wat ik zeg, stuk verdriet!’

De onverwachte boosheid gaf Timmy het gevoel dat hij een klap in zijn gezicht had gekregen. Zijn ogen brandden, en zijn gezichtsvermogen werd vertroebeld door de tranen die daarin prikten. Nee, hij mocht niet huilen. Tenslotte was hij geen baby meer. Maar hij was bang. Zo bang, dat zijn vingers beefden terwijl hij zijn schoenen losmaakte. Hij zag de scheur in de zool van zijn tennisschoen toen hij hem uitschopte. Tijdens het sleeën was er sneeuw naar binnen gedrongen. Hij had er koude, natte voeten van gekregen, maar hij kon zich niet voorstellen hoe koud het zou zijn zonder schoenen.

‘Ik begrijp het niet,’ mompelde hij opnieuw. De brok in zijn keel was zo groot geworden, dat hij zelfs nauwelijks meer kon ademen, laat staan praten.

‘Je hoeft het ook niet te begrijpen. Schiet op.’ De onbekende man begon weer te ijsberen. Zijn reusachtige rubberlaarzen zaten onder de sneeuw en de modder en maakten een zuigend geluid bij elke stap.

‘Ik vind het niet erg om hier te blijven,’ probeerde Timmy weer.

‘Hou je bek, verdomme, en schiet op!’

Tranen stroomden over Timmy’s gezicht. Hij nam niet eens de moeite ze weg te vegen. Zijn vingers beefden verschrikkelijk terwijl hij de riem van zijn broek losmaakte. Toen herinnerde hij zich de ketting aan zijn enkel, en hij begon in plaats van zijn broek de knopen van zijn blouse los te maken. De onbekende zou de ketting moeten losmaken. Zou hij de verbogen schakels zien? Zou hij dan nog bozer worden? Timmy voelde een koude tocht; zijn maag deed pijn. Hij dacht dat hij moest overgeven. Zelfs zijn knieën beefden, en zijn gezichtsvermogen was vertroebeld door tranen.

Plotseling hield de onbekende op met ijsberen. Hij bleef doodstil midden in de kamer staan, met zijn hoofd schuin. Aanvankelijk dacht Timmy dat hij naar hem keek, maar toen merkte hij dat hij luisterde. Timmy deed zijn uiterste best iets te horen boven het bonzen van zijn hart uit. Hij haalde zijn neus op en streek met zijn mouw over zijn gezicht. Toen hoorde hij het ook: in de verte klonk het geluid van een auto. Het kwam dichterbij. De auto minderde snelheid.

‘Wel, verdomme!’ Woedend greep de onbekende de lantaarn en liep naar de deur.

‘Laat de lantaarn alstublieft hier!’

‘Hou je bek, huilebalk!’ Hij draaide zich om en sloeg Timmy met zijn vlakke hand in zijn gezicht.

Timmy dook een hoek in, omklemde zijn kussen, maar deinsde terug bij het zien van de rode vlek die daarop verscheen.

‘Zorg dat je klaar bent wanneer ik terugkom,’ siste de onbekende hem toe, ‘en waag het niet alles onder het bloed te smeren.’

Toen rende de onbekende het vertrek uit. Hij gooide de deur achter zich dicht en schoof alle grendels weer op hun plek, Timmy in totale duisternis achterlatend.

De vreemde had zo’n haast gehad om te vertrekken, dat hij niet eens had gezien dat Timmy’s ketting was gebroken en over de rand van het bed hing.

Duister kwaad
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html