Hoofdstuk 77

 

 

 

Hij leek wel gek, dacht Nick, driftig schakelend terwijl de jeep snelheid meerderde en Platte City achter zich liet. Naast hem zat een zwijgende Maggie. Hij had zich nooit zo bloot moeten geven. Nu had ze hem op zijn zwakste moment gezien en wist ze hoe doodsbang hij diep vanbinnen was. Ondanks haar onthulling over Stucky bleef ze kalm en beheerst, terwijl ze haar blik over het donkere landschap liet gaan. Hoe deed ze dat? Hoe slaagde ze erin Albert Stucky en alle andere gruwelen waarvan ze getuige was geweest zorgvuldig weg te stoppen? Waarom sloeg zij niet met haar vuisten tegen de muren? Waarom smeet zij geen glazen deuren kapot?

Helder denken was niet meer mogelijk. Sterker nog, hij kon zich nauwelijks concentreren op de donkere weg. Het bonzen in zijn borst ging door. Het was een aanhoudend gedreun, een tijdklok die de seconden wegtikte… terwijl elke seconde Timmy’s laatste kon zijn.

Ondanks zijn paniek – of misschien wel juist daardoor – had hij bijna tegen Maggie gezegd dat hij van haar hield. Hoe had hij zo stom kunnen zijn? Hij leek wel gek! Misschien was hij niet alleen bezig zijn mannelijkheid en zijn charme te verliezen. Misschien was het nog veel erger en was hij ook nog bezig zijn verstand kwijt te raken.

In de stille duisternis, met Maggie naast zich, voelde hij zich plotseling gesterkt door nieuwe kracht. Hij moest sterk blijven. Voor Timmy. En misschien, heel misschien, zou het hem lukken, zolang hij het niet alleen hoefde te doen. Jezus! Dat was voor het eerst. Nick Morrelli die iemand nodig had!

Hij kon dat misselijke gevoel in zijn maag negeren, het beeld van de starende, nietsziende ogen van Danny Alverez uit zijn gedachten zetten. Alles was goed met Timmy. Dat moest gewoon! Het kon nog niet te laat zijn. Hij trapte het gaspedaal diep in. De jeep vloog over de zwarte snelweg. Vlagen sneeuw joegen tegen de voorruit, maar de wind was aanzienlijk afgezwakt.

‘Misschien is het goed als je me even bijpraat.’ Het lukte hem de paniek uit zijn stem te houden. ‘Waarom gaan we midden in de nacht naar een kerkhof?’

‘Ik weet dat je mannen de oude kerk hebben gecontroleerd, maar zijn ze ook in de tunnel geweest?’

‘De tunnel? Ik dacht dat die al jaren ingestort was.’

‘Weet je het zeker?’

‘Nee. Sterker nog, ik heb hem nooit gezien. Als kind dacht ik dat het maar een verhaal was. Dat dachten we eigenlijk allemaal. Je weet wel, iets om ons bang te maken. Om ervoor te zorgen dat we ’s avonds niet met vriendinnetjes gingen rotzooien bij de kerk. Er gingen verhalen over lichamen die oprezen uit de dood. Overledenen die opstonden uit hun graf en door de tunnel kropen, terug naar de kerk, om verlossing te vinden voor hun verdoemde zielen.’

‘Dat klinkt als de perfecte plek voor een moordenaar die gelooft in verlossing.’

‘Denk je dat hij Timmy daar vasthoudt? In een gat in de grond?’ Hij herinnerde zich Maggies verhaal over de vader die zijn zoon in de achtertuin had begraven en trapte het gaspedaal nog dieper in, zodat Maggie hem bezorgd aankeek.

‘Het is maar een vermoeden,’ zei ze, maar haar stem verried dat ze dacht dat het meer was. ‘Volgens mij hebben we niets te verliezen als we nog een keer gaan kijken. Ray Howard zei dat hij daar altijd hout gaat hakken. Hij weet iets. Misschien heeft hij iets gezien.’

‘Ik begrijp gewoon niet dat je hem hebt laten gaan.’

‘Hij is de moordenaar niet, Nick. Maar ik heb zo’n idee dat hij weet wie het wel is.’

‘Je denkt nog altijd dat het Keller is, hè?’ Hij wierp haar een snelle, zijdelingse blik toe, maar in het donker zag hij alleen dat ze haar gezicht van hem had afgewend en de zwarte nacht in tuurde.

‘Het zou voor Keller heel gemakkelijk zijn geweest om mijn mobiele telefoon op Howards kamer te verstoppen. Hij had toegang tot de pick-up, en hij heeft erg vreemde schilderijen aan de muur hangen, van martelaars in hun uur der beproeving met kruistekens in hun borst gesneden.’

‘Hij heeft gewoon een slechte smaak als het om kunst gaat. Dat maakt hem nog geen moordenaar. Bovendien is het heel goed mogelijk dat een ander die schilderijen heeft gezien en daardoor op het idee is gekomen.’

‘Keller kende alle drie de jongens.’

‘Alle vijf de jongens,’ verbeterde Nick haar. ‘Lucy en Max hebben de lijsten van het zomerkamp boven tafel weten te krijgen. Eric Paltrow en Aaron Harper zijn ook mee geweest in de zomer voordat ze werden vermoord. Toch zegt dat nog niets.’

‘Het is meer dan dat, Nick. Volgens mij gelooft de moordenaar dat hij de jongens tot martelaar maakt. Dat hij ze ergens van bevrijdt. De meeste seriemoordenaars worden gedreven door de kick. Ze ontlenen er seksuele bevrediging aan of ze bevredigen er een andere, persoonlijke behoefte mee. Het lijkt wel alsof deze vent wordt gedreven door een missie. Father Keller past perfect in dat profiel. Wie anders dan een geestelijke zou zijn slachtoffers de laatste sacramenten toedienen? En wie anders dan hij zou zo gemakkelijk in de gelegenheid zijn geweest om Father Francis van de trap te duwen, zonder dat iemand er iets achter zocht?’

‘Jezus, Maggie! Kun je dat nu nog steeds niet van je afzetten?’

‘Nee, en ik heb ook weinig keus. Het aartsbisdom beslist over het stoffelijk overschot van Father Francis, omdat hij geen familie meer heeft. En daar zien ze geen enkele reden tot een autopsie.’

Even bleef het stil. Als Father Francis van de trap was gedúwd, achtte Nick Ray Howard daar beslist toe in staat. Ineens vroeg hij zich af wat Father Francis Maggie had willen vertellen.

‘Misschien zitten we op het verkeerde spoor,’ zei Nick, al pratend voortbordurend op de gedachte die bij hem was opgekomen. ‘Misschien is Keller er inderdaad bij betrokken, maar het zou kunnen zijn dat hij probeert iemand te beschermen.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Father Francis kon ons niets vertellen over Jeffreys’ bekentenis. Stel je eens voor dat de moordenaar te biecht is gegaan bij Father Keller?’

Maggie zweeg. Het was duidelijk dat ze de gedachte op zich liet inwerken.

Misschien was het idee helemaal niet zo vergezocht, besefte Nick.

In de duisternis naast hem zei Maggie plotseling: ‘Wist je dat Ray Howard en Eddie Gillick met elkaar bevriend zijn?’

Duister kwaad
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html