Hoofdstuk 98
Timmy wachtte tot de automaat zijn kwartjes opslokte, voordat hij zijn keuze maakte. Bijna koos hij een Snickers, maar zijn maag kwam in opstand bij de herinnering. Dus drukte hij in plaats daarvan op de knop voor een Bounty.
Uit alle macht probeerde hij niet aan de onbekende man te denken, of aan die kleine kamer. Hij moest zich concentreren op zijn moeder en haar helpen beter te worden. Het maakte hem bang haar in dat reusachtige, witte ziekenhuisbed te zien, gekoppeld aan machines die rochelden, piepten en klikten. Zo te zien, ging alles goed met haar. Ze leek zelfs blij dat zijn vader er was. Nadat ze hem, natuurlijk, eerst verwijten had gemaakt. Deze keer had zijn vader echter niet met verwijten gereageerd. In plaats daarvan had hij voortdurend gezegd dat het hem speet. Toen Timmy de kamer uit was gegaan, had zijn vader de hand van zijn moeder vastgehouden. En zij had niet geprotesteerd. Dat moest toch een goed teken zijn?
Timmy ging in een van de plastic stoelen in de wachtkamer zitten, wikkelde het papier van zijn reep en pakte een van de twee helften. Opa Morrelli was een broodje voor hem gaan halen aan de overkant van de straat. Hongerig stopte Timmy een heel stuk Bounty in zijn mond, en hij liet de chocolade smelten voordat hij begon te kauwen.
‘Ik dacht dat je van Snickers hield.’
Verschrikt draaide Timmy zich om. Hij had de voetstappen niet eens horen aankomen.
‘Hallo, Father Keller,’ mompelde hij met volle mond.
‘Hoe is het met je?’ De pastor klopte Timmy op zijn schouder en liet zijn hand op zijn rug liggen.
‘O, met mij gaat alles goed.’ Haastig slikte hij de rest van de reep door om zijn mond leeg te maken. ‘Maar mijn moeder is vanmorgen geopereerd.’
‘Dat heb ik gehoord.’ Father Keller zette zijn plunjezak in de stoel naast die van Timmy en ging toen voor hem op zijn hurken zitten.
Dat vond Timmy zo fijn van Father Keller. Hij gaf hem altijd het gevoel dat hij iets bijzonders was. En hij was oprecht geïnteresseerd. Dat las Timmy in zijn ogen, die zachte, blauwe ogen, die soms zo verdrietig konden kijken. Die ogen… Timmy keek nog eens, en plotseling was het alsof er een knoop in zijn maag werd gelegd. Er was vandaag iets met de ogen van Father Keller. Ze waren anders. Hij kon niet goed zeggen wat het was. Rusteloos bewoog hij in zijn stoel, en Father Keller keek hem bezorgd aan.
‘Weet je zeker dat alles goed met je is, Timmy?’
‘Ja, het gaat prima met me. Het komt waarschijnlijk door alle suiker. Ik heb nog niet ontbeten. Gaat u ergens heen?’ Timmy gebaarde met zijn duim naar de plunjezak.
‘Ik ga Father Francis naar zijn laatste rustplaats brengen. Daarom ben ik hier ook. Om te kijken of zijn stoffelijke overschot klaar is voor de reis.’
‘Is hij hier?’ Timmy had niet willen fluisteren, maar op de een of andere manier ging het vanzelf.
‘Hij is beneden in het mortuarium. Wil je met me mee?’
‘Ik weet het niet. Mijn opa komt zo.’
‘Het duurt maar een paar minuten, en ik denk dat je het wel interessant zult vinden. Het lijkt wel een beetje op The X-Files.’
‘Echt waar?’ Timmy dacht aan Special Agent Scully, die lijkschouwingen deed, en vroeg zich af of dode mensen echt helemaal stijf en grijs waren. ‘Weet u zeker dat het wel goed is als ik meega? Worden de mensen van het ziekenhuis dan niet boos?’
‘Welnee, er komt daar beneden nooit iemand.’
Father Keller stond op en pakte de plunjezak. Hij wachtte terwijl Timmy het laatste stuk van zijn Bounty in zijn mond stopte.
Per ongeluk liet Timmy de wikkel vallen. Toen hij zich bukte om hem op te rapen, viel zijn oog op de Nikes van Father Keller. Ze waren zoals altijd schoon en wit. Alleen zag hij ineens… dat er een knoop in een van de veters zat. Een knoop om de kapotte veter bij elkaar te houden. De knoop in Timmy’s maag verstrakte.
Langzaam en een beetje duizelig stond hij op. Het kwam gewoon door de suiker op zijn lege maag. Dat was alles. Hij keek op naar het glimlachende gezicht van Father Keller, die afwachtend zijn hand naar hem uitstrekte. Toen wierp hij opnieuw een snelle blik op de schoen. Waarom had Father Keller een knoop in zijn schoenveter?